Diverse mensen hebben gereageerd op de uitgave ‘Raven’ van Klaas van der Kamp, die onlangs is verschenen. Rasit Bal, vanuit het Contactorgaan Moslims en Overheid onder meer deelnemer aan het Caïro-overleg en studiecoördinator bij Hogeschool Holland, kreeg de vraag voorgelegd om te reageren op het thema van de drie-eenheid (hoofdstuk 3). Hij schreef een bijdrage onder de titel: ‘Herkennen van en associaties bij ‘drie-eenheid’’.
Het is me altijd een raadsel en uitdaging geweest om over God te kunnen spreken. Ik heb hem niet gezien, horen praten en ook niet te maken gehad met iemand die claimt die Hem gezien of gehoord heeft. Bovendien weet ik, uit respect en mijn eigen ervaren beperkingen, dat ik Hem niet kan vangen in woorden, beelden en verhalen. Maar ik heb wel de behoefte gehad om wel over Hem te spreken. Maar hoe doe je dat én kun je over Hem spreken? Als je over Hem spreekt, spreek je dan over Hem? En hoe weet ik dat ik echt over Hem heb? Is dit een poging om alleen mezelf te transcendenteren? Ik weet het niet maar dat ik dit doe, ervaar ik heel erg betekenisvol. Vooral de ruimte die hierdoor ontstaat. Die is waarschijnlijk oneindig.
Ik herken heel erg en voel me verwant dat de kerk en christelijke gelovigen dezelfde poging doen. In hun traditie hebben zij hun manier gevonden om over God te kunnen spreken. Niet op zijn joods, maar een eigen manier van spreken over de God die hen bindt en onderscheidt. Het is zo mooi om dan vervolgens deze manier van spreken over God te herontdekken in de voorafgaande traditie. Voor binding en voortzetting. Dat doen moslims ook.
Dat de eerste poging daartoe niet afgerond is waardoor het spreken zich verder ontwikkelt, ‘vervolmaakt’ en aan zeggingskracht wint. Dat is wat ik zie in dit hoofdstuk, hoe de kerk en christenen de drie-eenheid opnieuw verstaanbaar maken en dat die nog steeds doorgaat. Soms door nieuwe accenten te leggen/vinden en soms voor de actuele doelgroep een herkenbare beeldspraak te vinden. Het is me volstrekt helder dat de pogingen daartoe doorgaan. Én ik snap nu beter waarom niet ‘twee’, ‘vier’ of ‘vijf’ maar ‘drie’.
Het is voorstelbaar dat in de huidige tijdsgewricht een dogmatisch over God spreken spanningen veroorzaakt. Het spreekt me heel erg aan als wij spreken over ‘dit is onze manier van spreken over God’. Ik ga niet wagen om te zeggen dat ik de christelijke manier van spreken over God snap. Maar ik zie wel dat zij wel over de onzegbare God een taal hebben en dat Hij op die manier onder ons komt. Dat de christenen op die manier Hem ervaren, met Hem een relatie aangaan en Hem ‘aanwezigheid’ geven. Dat roept vele associaties bij mij op met de manieren waarop moslims de onvoorstelbare dichtbij brengen. Hoe de ene God persoonlijk wordt waardoor wij hem bijna kunnen ‘aanwijzen’. En dat dit volstrekt menselijk is en van ons afkomt, besef ik me. Als je het zo benadert, dan heb ik de neiging om te zeggen dat de joodse traditie zonder naam over God spreken, de christelijke traditie met ‘drie-eenheid’ en de islamitische traditie met ‘99-eenheid’.
Ga je gang. Er is nog steeds ruimte om over God te spreken. Heb vertrouwen in God. In de seculiere tijd over God spreken moet bijzonder blijven, vind ik.
Rasit Bal
Wie hoofdstuk 3 wil lezen, waarop Rasit Bal reageert, kan hier klikken.
Wie de reactie van Hanneke Gelderblom wil lezen op hoofdstuk 1 (Vergeten testament), kan hier klikken.
Wie de reactie van Bart Gijsbertsen wil lezen op hoofdstuk 2 (Gestalten), kan hier klikken.
Wie de reactie van Hielke Wolters wil lezen op hoofdstuk 5 (Pelgrimage), kan hier klikken.
Wie de reactie van Jan Anne Bos wil lezen op hoofdstuk 4 en 5 (Secularisatie en Pelgrimage), kan hier klikken.