Handvest voor groeiende samenwerking van de kerken in Europa
Conferentie van Europese Kerken
Raad van Europese Bisschoppenconferenties*)
“Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest”
In de geest van de boodschap van de beide Europese Oecumenische Assemblees in Basel 1989 en in Graz 1997 zijn wij als Conferentie van Europese Kerken en als Raad van Europese Bisschoppenconferenties* vastbesloten de gemeenschap die tussen ons is gegroeid te bewaren en verder te ontwikkelen. Wij danken onze Drie-ene God dat Hij ons door zijn heilige Geest leidt op de weg naar een zich steeds verdiepende gemeenschap.
Veel verschillende vormen van oecumenische samenwerking hebben reeds hun waarde bewezen. Trouw aan het gebed van Christus: “Dat ze allen één mogen zijn. Zoals u, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij hebt gezonden” (Joh 17,21), mogen wij echter niet bij het tot nu toe bereikte stil blijven staan. In het besef van onze schuld en tot omkeer bereid, moeten wij ons inspannen om de onder ons nog aanwezige verdeeldheid te overwinnen, zodat wij samen de boodschap van het Evangelie onder de volkeren geloofwaardig verkondigen.
In het samen luisteren naar Gods Woord in de heilige Schrift en uitgedaagd tot het belijden van ons gemeenschappelijk geloof, alsook in het gemeenschappelijk handelen in overeenstemming met de waarheid die we erkennen, willen wij getuigenis afleggen van de liefde en hoop voor alle mensen.
Op ons Europese continent tussen Atlantische Oceaan en Oeral, tussen Noordkaap en Middellandse Zee, dat sterker dan ooit gekenmerkt wordt door een pluralistische cultuur, willen wij met het Evangelie opkomen voor de waardigheid van de menselijke persoon als beeld van God en als kerken gezamenlijk een bijdrage leveren aan de verzoening van volkeren en culturen.
Vanuit deze overtuiging nemen wij dit Handvest aan als gemeenschappelijke verplichting tot dialoog en samenwerking. Hierin worden fundamentele oecumenische taken beschreven en wordt van daar uit een reeks van richtlijnen en verplichtingen afgeleid. Het is de bedoeling dat deze Charta op alle niveaus van het kerkelijk leven een oecumenische cultuur van dialoog en samenwerking bevordert en daarvoor een bindende norm stelt. De Charta heeft echter geen leerstellige status of kerkjuridisch karakter. Het bindend karakter bestaat veeleer in de verplichting die de Europese kerken en oecumenische organisaties zichzelf opleggen. Uitgaande van deze basistekst kunnen zij voor hun gebied eigen toevoegingen en gemeenschappelijke perspectieven formuleren die betrekking hebben op hun specifieke uitdagingen en de daaruit voortvloeiende verplichtingen.
I Wij geloven in de “ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk”
“(Wees) vol ijver om de eenheid van de Geest te behouden door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop, waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één doop. Eén God en Vader van allen, die is boven allen, met allen en in allen” (Ef 4,3-6).
1. Samen geroepen tot eenheid in geloof
Met het Evangelie van Jezus Christus, volgens het getuigenis in de heilige Schrift en zoals het tot uitdrukking komt in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel (381), geloven wij in de Drie-ene God: de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Omdat wij met dit credo “de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk” belijden, is het onze onopgeefbare oecumenische taak, deze eenheid, die altijd een gave van God is, zichtbaar te laten worden.
Essentiële verschillen in geloof verhinderen nu nog de zichtbare eenheid. Er zijn verschillende opvattingen, vooral over de Kerk en haar eenheid, over de sacramenten en de ambten. Wij mogen ons daarbij niet neerleggen. Jezus Christus heeft ons aan het kruis zijn liefde en het geheim van de verzoening geopenbaard; in navolging van Hem willen wij al het mogelijke doen om de nog bestaande kerkscheidende problemen en belemmeringen te overwinnen.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– gevolg te geven aan de apostolische aansporing uit de brief aan de Efeziërs en ons met volharding voor een gemeenschappelijk verstaan van de heilsboodschap van Christus in het Evangelie in te zetten;
– in de kracht van de heilige Geest toe te werken naar de zichtbaar eenheid van de Kerk van Jezus Christus, die tot uitdrukking komt in de wederzijds erkende doop en in de eucharistische gemeenschap alsook in gemeenschappelijke getuigenis en dienst.
II Op weg naar een zichtbare gemeenschap van de kerken in Europa
“Daaraan zal iedereen kunnen zien dat jullie leerlingen van Mij zijn: als jullie onder elkaar de liefde bewaren” (Joh 13,35).
2. Samen het Evangelie verkondigen
De belangrijkste taak van de kerken in Europa is om samen het Evangelie te verkondigen, door woord en daad, tot heil van alle mensen. Het gebrek aan oriëntatie van velen, de vervreemding van christelijke waarden, maar ook het veelvuldige zoeken naar antwoorden op zingevingsvragen dagen christenen, mannen zowel als vrouwen, uit om van hun geloof te getuigen. Daarvoor is een groter engagement en uitwisseling van ervaringen in catechese en pastoraat nodig in de plaatselijke gemeenten en parochies. Net zo belangrijk is het, dat het gehele volk van God gezamenlijk het Evangelie in de samenleving vertolkt en het door sociale inzet en het dragen van politieke verantwoordelijkheid tot zijn recht laat komen.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– met de andere kerken over onze initiatieven voor evangelisatie te spreken, daarover afspraken te maken en zo nadelige concurrentie en ook het gevaar van nieuwe verdeeldheid te vermijden;
– te erkennen, dat ieder mens zijn godsdienstige en kerkelijke binding in vrijheid van geweten kan kiezen. Niemand mag onder morele druk of door materiële prikkels ertoe worden aangezet om tot een ander kerkgenootschap over te gaan. Evenmin mag iemand worden gehinderd om uit vrije wil over te gaan tot een ander kerkgenootschap.
3. Elkaar tegemoet gaan
In de geest van het Evangelie moeten wij samen de geschiedenis van de christelijke kerken verwerken. Deze geschiedenis is gekenmerkt door veel goede ervaringen, maar ook door scheuringen, vijandigheid en zelfs door gewapende conflicten. Menselijke schuld, gebrek aan liefde en veelvuldig misbruik van geloof en kerk voor politieke doeleinden hebben de geloofwaardigheid van het christelijke getuigenis ernstig beschadigd.
Oecumene begint daarom voor christenen met de vernieuwing van het hart en de bereidheid tot boete en omkeer. In de oecumenische beweging is verzoening reeds groeiende.
Het is belangrijk de geestelijke gaven van de verschillende christelijke tradities te erkennen, van elkaar te leren en deze gaven te ontvangen. Voor de verdere groei van de oecumene is het noodzakelijk rekening te houden met de ervaringen en verwachtingen van jongeren en hun participatie te stimuleren en te ondersteunen.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– zelfgenoegzaamheid te overwinnen en vooroordelen uit de weg te ruimen, de ontmoeting met de ander te zoeken en er voor elkaar te zijn;
– oecumenische openheid en samenwerking in de christelijke opvoeding, in de theologische opleiding evenals in het wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en te ondersteunen.
4. Samen handelen
In vele vormen van gemeenschappelijke activiteiten krijgt de oecumene reeds gestalte. Veel christenen uit verschillende kerken leven en werken samen, als vrienden en vriendinnen, als buren, op het werk en in hun gezinnen en families. Vooral partners in kerkelijk-gemengde huwelijken verdienen steun bij de door hen dagelijks geleefde oecumene.
Wij bevelen de oprichting en instandhouding aan van bi- en multilaterale oecumenische samenwerkingsverbanden op plaatselijk, regionaal, landelijk en internationaal niveau. Op Europees niveau is het nodig om de samenwerking tussen de Conferentie van Europese Kerken en de Raad van Europese Bisschoppenconferenties te versterken en volgende Europese Oecumenische Assemblees te organiseren.
Bij conflicten tussen de kerken moeten inspanningen tot bemiddeling en vrede geïnitieerd c.q. ondersteund worden.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– op alle niveaus van het kerkelijk leven gezamenlijk te handelen indien de voorwaarden aanwezig zijn en er geen redenen van geloof of grotere doelmatigheid daartegen spreken;
– de rechten van minderheden te verdedigen en te helpen misverstanden en vooroordelen tussen meerderheids- en minderheidskerken in onze landen weg te nemen.
5. Samen bidden
De oecumene leeft van ons gezamenlijk luisteren naar Gods Woord en de werking van de heilige Geest in ons en door ons. Krachtens de daaruit ontvangen genade zijn er nu veel initiatieven om door gebed en vieringen de geestelijke gemeenschap tussen de kerken te verdiepen en voor de zichtbare eenheid van de Kerk van Christus te bidden. Een bijzonder pijnlijk teken van de verscheurdheid tussen veel christelijke kerken is het ontbreken van de eucharistische gemeenschap.
In enkele kerken heeft men bedenkingen tegen het gemeenschappelijke oecumenische gebed. Maar op veel plaatsen zijn het de oecumenische vieringen, gemeenschappelijke liederen en gebeden, vooral het Onze Vader, die onze christelijke spiritualiteit vorm geven.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– voor elkaar en voor de christelijke eenheid te bidden;
– de vieringen en de andere vormen van geestelijk leven van andere kerken te leren kennen en waarderen;
– het doel van de eucharistische gemeenschap voor ogen te houden.
6. Voortzetting van de dialoog
Tegenover onze verschillende theologische en ethische posities is het van fundamentele betekenis dat wij in Christus bij elkaar horen. Hoewel we onze verscheidenheid kunnen zien als gave en verrijking, hebben toch tegenstellingen in de leer, in ethische vraagstukken en kerkrechtelijke bepalingen tot kerkscheuringen geleid. Vaak speelden daarbij bijzondere historische omstandig-heden en cultuurverschillen een beslissende rol.
Om de oecumenische gemeenschap te verdiepen moeten de inspanningen voor het bereiken van een consensus in het geloof hoe dan ook worden voortgezet. Zonder eenheid in geloof is er geen volledige gemeenschap van kerken. Er is geen alternatief voor dialoog.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– de dialoog tussen onze kerken op de verschillende kerkelijke niveaus gewetensvol en intensief voort te zetten, alsook te onderzoeken welke uitkomsten van de dialoog officieel door de kerken bindend verklaard kunnen en moeten worden;
– bij controversen, vooral als bij geloofsvragen en ethische kwesties het gevaar van een splitsing dreigt, het gesprek te zoeken en ons in het licht van het Evangelie samen over deze vragen te buigen.
III Onze gezamenlijke verantwoordelijkheid in Europa
“Gelukkig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden” (Mt 5,9).
7. Mede vormgeven aan Europa
In de loop der eeuwen heeft vooral het christendom de godsdienstige en culturele ontwikkeling van Europa bepaald. Tegelijk is door het falen van de christenen veel onheil aangericht, zowel binnen als buiten Europa. Wij belijden mede verantwoordelijk te zijn voor deze schuld en vragen God en de mensen om vergeving.
Ons geloof helpt ons om van het verleden te leren en om ons er voor in te zetten het christelijk geloof en de naastenliefde een bron van hoop te laten zijn voor moraal en ethiek, voor onderwijs en cultuur, voor politiek en economie in Europa en in de hele wereld.
De kerken steunen de eenwording van Europa. Zonder gemeenschappelijke waarden is het niet mogelijk om een duurzame eenheid te bereiken. Wij zijn ervan overtuigd dat het spirituele erfgoed van het christendom een inspirerende kracht voor Europa vormt. Op grond van ons christelijk geloof zetten wij ons in voor een humaan en sociaal Europa, waar de rechten van de mens en de grondwaarden van vrede, gerechtigheid, vrijheid, tolerantie, participatie en solidariteit verwezenlijkt worden. Wij leggen de nadruk op de eerbied voor het leven, de waarde van huwelijk en gezin, de voorkeursoptie voor de armen, de bereidheid tot vergeving en in alles barmhartigheid.
Als kerken en als internationale gemeenschappen moeten wij het gevaar het hoofd bieden dat zich Europa tot een geïntegreerd Westen en een gedesintegreerd Oosten ontwikkelt. Ook moet rekening worden gehouden met de economische kloof tussen Noord en Zuid. Tegelijkertijd moet elk eurocentrisme worden vermeden en de verantwoordelijkheid van Europa voor de hele mensheid worden versterkt, in het bijzonder voor de armen overal in de wereld.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– tot overeenstemming te komen over inhoud en doel van onze sociale verantwoordelijkheid, en de zorgen en visioenen van de kerken zoveel mogelijk gezamenlijk kenbaar te maken aan de seculiere Europese instellingen;
– de grondwaarden tegen iedere schending te verdedigen;
– in te gaan tegen elke poging om godsdienst of kerk voor etnische of nationalistische doelen te misbruiken.
8. Volkeren en culturen verzoenen
Wij zien de verscheidenheid van regionale, nationale, culturele en religieuze tradities als rijkdom van Europa. Gezien de talrijke conflicten is het de taak van de kerken om met elkaar de dienst van verzoening ook voor volkeren en culturen waar te nemen. Wij weten dat daarvoor vrede tussen de kerken een belangrijke voorwaarde is.
Onze gezamenlijke inspanningen zijn gericht op de beoordeling en oplossing van politieke en sociale vragen in de geest van het Evangelie. Omdat voor ons ieder mens zijn of haar persoon en waardigheid daaraan ontleent dat hij of zij als beeld van God is geschapen, staan wij in voor de absolute gelijkwaardigheid van alle mensen. Als kerken willen wij gezamenlijk het proces van democratisering in Europa stimuleren en ondersteunen. Wij zetten ons in voor structuren van vrede die gebaseerd zijn op geweldloze conflictoplossing. Wij veroordelen elke vorm van geweld tegen mensen, vooral tegen vrouwen en kinderen.
Verzoening betekent ook de inzet voor sociale gerechtigheid in en tussen alle volkeren, en vooral de overbrugging van de kloof tussen arm en rijk en de uitbanning van de werkloosheid. Samen willen wij bijdragen aan menswaardige opvang van migranten, vluchtelingen en asielzoekers in Europa.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– elke vorm van nationalisme te bestrijden die tot onderdrukking van andere volkeren en nationale minderheden leidt en ons in te zetten voor geweldloze oplossingen;
– de positie en gelijkberechtiging van vrouwen op alle levensterreinen te versterken en in kerk en samenleving een rechtvaardige gemeenschap van vrouwen en mannen te bevorderen.
9. De schepping behoeden
In het geloof in de liefde van God de Schepper erkennen wij dankbaar de schepping als gave, de waarde en schoonheid van de natuur. Maar we zien ook met ontzetting dat de goederen van de aarde zonder respect voor hun intrinsieke waarde, zonder rekening te houden met hun eindigheid en zonder respect voor het welzijn van toekomstige generaties worden uitgebuit.
Wij willen ons gezamenlijk inzetten voor duurzame manieren van leven voor de gehele schepping. Het is onze verantwoordelijkheid tegenover God om gezamenlijk criteria op te stellen en verder te ontwikkelen, voor wat de mens wetenschappelijk en technologisch misschien wel kán doen, maar om ethische redenen niet mág doen. In elk geval moet de unieke waarde van ieder mens voorrang hebben boven wat technisch haalbaar is.
Wij bevelen aan in de Europese kerken een oecumenische dag van gebed voor de heelheid van de schepping in te stellen.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– een manier van leven verder te ontwikkelen die, tegen economische druk en consumptiedwang in, uitgaat van verantwoordelijkheid en duurzaamheid;
– de kerkelijke milieuorganisaties en oecumenische netwerken bij hun verantwoordelijkheid voor het behoeden van de schepping te ondersteunen.
10. De gemeenschap met het jodendom verdiepen
Een unieke gemeenschap verbindt ons met het volk Israël waarmee God een eeuwig verbond heeft gesloten. In geloof weten wij dat onze joodse zusters en broeders “Gods geliefden blijven, omwille van de aartsvaders. Want God kent geen berouw over zijn genadegaven of zijn roeping” (Rom 11,28-29). Zij hebben “het kindschap, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt Christus lijfelijk voort” (Rom 9,4-5).
Wij betreuren en veroordelen alle uitingsvormen van antisemitisme, zoals uitbarstingen van haat en vervolgingen. We vragen God om vergeving voor het anti-judaïsme onder christenen en vragen onze joodse zusters en broeders om verzoening.
Het is uiterst noodzakelijk om in verkondiging en onderwijs, in leer en leven van onze kerken te werken aan het bewustzijn van de diepe verbondenheid van het christelijk geloof met het jodendom en de joods-christelijke samenwerking te ondersteunen.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– alle vormen van antisemitisme en anti-judaïsme in kerk en samenleving te bestrijden;
– de dialoog met onze joodse zusters en broeders op alle niveaus te zoeken en te intensiveren.
11. Relaties met de islam onderhouden
Sinds eeuwen leven er moslims in Europa. Zij vormen in sommige Europese landen grote minderheden. Daarbij waren en zijn er veel goede contacten tussen moslims en christenen, maar ook grote reserves en hardnekkige vooroordelen aan beide kanten. Deze berusten op pijnlijke ervaringen uit het verre en nabije verleden.
Wij willen de ontmoeting tussen christenen en moslims alsook de christelijk-islamitische dialoog op alle niveaus intensiveren. In het bijzonder bevelen wij aan om met elkaar over het geloof in de ene God in gesprek te gaan en wederzijds de opvattingen over mensenrechten te verhelderen.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– moslims met respect tegemoet te treden;
– in zaken van gemeenschappelijk belang met moslims samen te werken.
12. Ontmoeting met andere godsdiensten en levensbeschouwingen
De diversiteit van religieuze en levensbeschouwelijke overtuigingen en levenswijzen is een kenmerk geworden van de Europese cultuur. Oosterse religies en nieuwe reli-gieuze gemeenschappen groeien en hebben ook de interesse van veel christenen. Bovendien zijn er steeds meer mensen die het christelijke geloof afwijzen, er onverschillig tegenover staan of andere levensbeschouwingen hebben.
Wij willen ons kritisch laten bevragen en ons gezamenlijk inspannen voor een eerlijke en oprechte discussie. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen gemeenschappen waarmee de dialoog en ontmoeting gezocht zou moeten worden en die waarvoor vanuit christelijk oogpunt gewaarschuwd moet worden.
Wij verplichten onszelf ertoe:
– de godsdienstvrijheid en de vrijheid van geweten van mensen en gemeenschappen te erkennen en ons ervoor in te zetten dat zij individueel en gezamenlijk, particulier en in het openbaar hun godsdienst of levensbeschouwing binnen de grenzen van het geldende recht mogen praktiseren;
– open te staan voor het gesprek met alle mensen van goede wil, zaken van gemeenschappelijk belang met hen te behartigen en in de ontmoeting met hen te getuigen van het christelijke geloof.
* * * * * * * * * * *
Jezus Christus is als Heer van de ene Kerk onze grootste hoop op verzoening en vrede. In zijn Naam willen wij verder gaan op de gezamenlijke weg in Europa. Wij vragen God om bijstand van zijn heilige Geest. “Moge de God die onze hoop is, u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat u overvloeit van hoop, door de kracht van de heilige Geest” (Rom 15,13).
* * * * * * * * * * *
Als voorzitters van de Conferentie van Europese Kerken en van de Raad van Europese Bisschoppenconferenties bevelen wij deze Charta Oecumenica als basistekst aan alle kerken en bisschoppenconferenties van Europa aan, om deze aan te nemen en toe te passen in ieders eigen context.
Met deze aanbeveling ondertekenen wij de Charta Oecumenica bij gelegenheid van de Europese Oecumenische Ontmoeting op de eerste zondag na het gemeenschappelijke Paasfeest in het jaar 2001.
Straatsburg, 22 april 2001
METROPOLIET JÉRÉMIE
voorzitter van de Conferentie van Europese Kerken (KEK)
KARDINAAL MILOSLAV VLK
voorzitter van de Raad van Europese Bisschoppenconferenties (CCEE)
Vertaling: L. Nelck-Brinkmann
Eindbewerking: E. Kuyk, D. Gudde
*) Tot de Conferentie van Europese Kerken (KEK) behoren de meeste orthodoxe, hervormde/gereformeerde, anglicaanse, vrije kerken en oud-katholieke kerken in Europa. In de Raad van Europese Bisschoppenconferenties (CCEE) zijn de rooms-katholieke bisschoppenconferenties in Europa verenigd.