Terugblik op de Week van Gebed

De voorbereiding voor de Week van Gebed 2025, 19 tot 26 januari, startte voor mij al in mei 2024. Op ons kantoor in Amersfoort kregen we toen al de gebeden en lezingen voor deze gebedsweek toegestuurd vanuit de Wereldraad van Kerken.

Samen met onze partners Missie Nederland en Skin zijn we in de zomer gaan vertalen en bewerken. Dit jaar hadden we extra ons best gedaan om een goede vertaalslag te maken naar de Nederlandse situatie. Het materiaal stond in het teken van de viering van 1700 jaar Concilie van Nicea en de teksten die we vanuit de Wereldraad aangereikt hadden gekregen, bevatten schitterende citaten van Syrische en Griekse kerkvaders, maar we maakten ons zorgen of dit materiaal wel zou ‘landen’ in de parochies en gemeentes.

Grote variëteit

In veel dorpen en steden organiseren plaatselijke kerken elke dag een gebedsdienst in de Week van gebed. Een groepje uit een kerk bereidt dan de gebedsdienst in het eigen kerkgebouw voor. Een volgende dag is dan een andere kerk aan de beurt. Zo ging dat dit jaar bijvoorbeeld in Amersfoort en in Haarlemmermeer. Op andere plaatsen zijn er minder gebedsdiensten, maar worden de afzonderlijke diensten wel door alle kerken samen voorbereid. In Amsterdam-West was er zo op de zaterdag een viering waaraan Indonesische, Chinese en Nederlandse kerken meededen.

Waar ik de diensten bezocht werd bijna overal aandacht besteed aan het concilie van Nicea en de geloofsbelijdenis van Nicea. In de oecumenische viering in Zeist vertelde de voorganger Roel Bosch uitgebreid over het concilie. Hij liet ook fresco’s zien van de concilievaders. Ik kon duidelijk zien dat sommigen een halve vinger of een oog misten, als gevolg van de martelingen die ze nog enkele jaren voor het concilie hadden doorstaan. In Utrecht vertelde de priester Koos Smits over alle pogingen om op en na het concilie van Nicea tot kerkelijke eenheid te komen.

Zelf ging ik naar diensten in Bunschoten, Amersfoort, Utrecht, Soest en Zeist. Tijdens de viering in Bunschoten, over God als Schepper, vertelde de voorganger Ruben Werrie indringend hoe hij met het thema ‘schepping’ worstelde in deze tijd van klimaatverandering. Daarna gingen we bidden in kleine kringen. Ik vond dat niet makkelijk, maar toch ook mooi. We moesten bidden voor de schepping, maar ik heb toch ook voor mijn broer gebeden. De viering in Utrecht ontroerde me omdat deze plaats had in het klooster van de zusters Augustinessen. Veel zusters zijn ouder dan tachtig. Ze ontvingen ons hartelijk en het is mooi om samen met deze breekbare stemmen te zingen.

Motor voor oecumenische samenwerking

Een heel precies overzicht heb ik niet, maar mijn indruk is dat het aantal plaatsen waarin meegedaan wordt met de Week van gebed ook dit jaar weer flink is gestegen. Op ons kantoor van de Raad van Kerken merkten we dat de verkoop van het materiaal, zoals gebedsboekjes, duidelijk in de lift zit. Ook de samenwerking met de Evangelische Omroep en het Bijbelgenootschap was nog weer hechter dan vorige jaren. Dat resulteerde o.a. in een aantal mooie televisieprogramma’s ronde de Week van Gebed.

Ik zie dat de Week van gebed als een motor voor oecumenische samenwerking functioneert. Kerken die nog niet eerder contact met elkaar zochten, zoeken elkaar op voor zoiets eenvoudigs en basaals als samen bidden. En als je elkaar eenmaal kent, ga je meer doen met elkaar.

Coen Wessel

Foto: viering Week van Gebed in de kapel van de Zusters Augustinessen in Utrecht (Coen Wessel)