Op 1 december reageerde het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims (OJCM) op het wetsvoorstel toezicht informeel onderwijs, waarover momenteel een internetconsultatie loopt. Coen Wessel neemt namens de Raad van Kerken deel aan dat overleg en is een van de ondertekenaars van de brief.
Geachte Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Bruins,
Geachte Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Paul,
Informeel onderwijs, bedoeld als vorming en ontwikkeling van kinderen in zaken die niet in het reguliere onderwijs plaatsvinden, is een groot goed voor ons als religieuze gemeenschappen. Via lessen binnen onze instellingen ontvangen kinderen religieuze vorming die hen helpt hun religieuze identiteit te ontwikkelen. Wij geloven dat kinderen die geworteld zijn in hun eigen traditie, meer openheid en zelfvertrouwen tonen in het contact met andersdenkenden wanneer hen dat in het informeel onderwijs wordt bijgebracht. Het aanbod van informeel onderwijs zoals die in onze gemeenschappen plaatsvindt, geniet een groot vertrouwen van ouders van tientallen duizend kinderen. Mede dankzij de kwaliteitswaarborgen en transparantie die aanbieders hebben ingesteld. Aanzetten tot haat, geweld of discriminatie is daarmee onverenigbaar.
Vertrouwen in samenwerking
Sinds 2022 hebben wij als OJCM, op uitnodiging van het ministerie van OCW, vele malen deelgenomen aan bestuurlijke tafelgesprekken. Ook toen waren er in de politiek al geluiden over de noodzaak van wetgeving waardoor de inspectie bij de naschoolse lessen ter controle zou kunnen binnenkomen. Wij organiseerden voor de toenmalige minister van onderwijs, de heer Wiersma, een werkbezoek aan verschillende weekendscholen en deden een voorstel voor een inventariserend onderzoek naar de praktijk van weekendscholen. Vertrouwen moet echter van beide kanten komen. En ondanks onze samenwerking geeft het huidige wetsvoorstel om toezicht te kunnen houden op informeel onderwijs ons helaas niet de indruk dat er vertrouwen is in onze bereidheid en ons vermogen om op te treden wanneer er alarmerende signalen van haat, geweld of discriminatie worden opgevangen binnen onze religieuze instellingen. Dit betreuren wij.
Spanningsveld
Er kan een spanningsveld ontstaan tussen de Nederlandse grondwet en religieuze waarden wanneer de principes van godsdienstvrijheid, de vrijheid van meningsuiting, en gelijke rechten botsen met normen en opvattingen binnen een specifieke religieuze traditie. Dat geldt overigens voor alle religies in Nederland. In een samenleving waarbij de vrijheid van godsdienst en meningsuiting gewaarborgd is, moet er echter ruimte zijn voor kritische houdingen tegenover maatschappelijke hoofdstromen. Het wetsvoorstel Wtio lijkt te generaliseren en mogelijk disproportioneel in te grijpen op situaties die binnen de vrijheid van godsdienst vallen. Dit leidt wellicht onbedoeld tot een klimaat waarin religieuze gemeenschappen zich onterecht beperkt of gestigmatiseerd voelen. Daarnaast roept de voorgestelde constructie met signalering en extern toezicht de vraag op in hoeverre dat openstaat voor politieke beïnvloeding. In een tijd waarin religieuze groepen al te maken hebben met wantrouwen en polarisatie, kan dit wetsvoorstel
weliswaar onbedoeld maar de facto bijdragen aan verdere spanningen in de samenleving.
Onze rol en verantwoordelijkheid
Zoals al eerder in gesprekken is aangegeven, zijn wij bereid en in staat om signalen van ouders of betrokkenen te ontvangen wanneer er geluiden over verontrustende praktijken worden geconstateerd. Wij waarderen het als de overheid zich hier, zoals decennialang gangbaar is, terughoudend opstelt en zich niet inmengt met de praktijk van de religieuze beleving van religieuze gemeenschappen. Externe inspectie door de overheid zien wij niet als de juiste weg om vertrouwen op te bouwen of daadwerkelijke verbeteringen te realiseren. Als OJCM kunnen wij signalen bespreken en verbeteringen stimuleren doordat wij contact hebben met aanbieders van informeel onderwijs binnen drie verschillende religieuze tradities.
Voorstel tot samenwerking
Wij benadrukken onze bereidheid tot samenwerking met de overheid om samen te werken aan sociale cohesie en democratisch burgerschap. Wij zien informeel onderwijs als een waardevolle en onmisbare aanvulling op het reguliere onderwijs en als een belangrijke bijdrage aan de samenleving. Wij maken deel uit van deze samenleving en willen vanuit onze tradities bijdragen aan het welzijn van allen. Wij vragen daarom om een benadering die gebaseerd is op vertrouwen en dialoog in plaats van wantrouwen, controle en stigmatisering.
Wij hopen dat u in uw besluitvorming ons vertrouwen beantwoordt en ons de ruimte geeft om onze verantwoordelijkheid te nemen. Wij staan open voor verdere gesprekken, hopen op een constructieve voortzetting van onze samenwerking en tot het terugnemen van dit wetsvoorstel.
Hoogachtend,
namens het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims,
Muhsin Köktaş
Coen Wessel
Hanneke Gelderblom
Op 7 december besteedde de NOS aandacht aan de reactie.