Velen dromen van vrede. Velen werken aan vrede. Met het rapport ’Veiligheid opnieuw doordenken’ staat er een hoopvolle stip op de horizon. Een toekomstplan om mee én aan te werken, zo riep Kees Niewerth namens de Werkgroep Inclusieve Veiligheid de lidkerken van de Raad van kerken op om meer actie te maken van een ‘vredes’-beleid.
Woensdag 13 november tijdens de 470e vergadering van de Raad van Kerken (de afbeelding is trouwens van een andere vergadering – het concilie van Nicea – waarover verderop meer) was die Werkgroep te gast, en ze hadden het lijvige rapport (240 pagina’s) Veiligheid opnieuw doordenken meegenomen. De werkgroep bestaat vooral uit leden van Kerk en Vrede en het Genootschap der Vrienden – de Quakers; de leden Henk Baars en Kees Niewerth lichtten het rapport toe.
Opnieuw werken aan vrede
De kerken die in de Raad van Kerken verzameld zijn hebben een indrukwekkende geschiedenis opgebouwd als het gaat om het werken aan ‘vrede’. Liederen, kerkdiensten, deelname aan demonstraties, en natuurlijk ook heel veel rapporten. Ik denk maar aan de brede kerkelijke discussies zo’n 40 jaar geleden over de ‘kernwapens de wereld uit’ en ‘geen kruisraketten in Nederland’ die tot zeer oververhitte gesprekken leidde onder leiding van het Interkerkelijk Vredesberaad en Pax Christi. Na het wegvallen van de politieke tegenstelling tussen Oost en West-Europa door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, is er ook in Nederland stevig bezuinigd op defensie. Maar nu met de inval van Rusland in Oekraïne er weer een oorlog woedt in Europa, is onze (militaire) defensie topprioriteit voor de overheid. Hoe moeten de kerken daarmee omgaan, met al dat extra geld voor militairen en hun moderne bewapening, met het denken over ‘onze’ veiligheid, over het bereiken van vrede.
De kerken zijn nu gevraagd om hun denken en zienswijze over oorlog en vrede te actualiseren. De eerbiedwaardige 100 jaar oude vredesbeweging ‘Kerk en Vrede’ schreef deze zomer de stem van de kerken te missen bij de inzet voor vrede in Europa. De Raad ven Kerken laat zich deze maanden informeren over verschillende visies en over de stand van zaken, in september ging het over het vredesproject Europa, over de veranderingen in het denken over defensie en het werk van de krijgsmachtpredikanten.
Inclusieve veiligheid
Het rapport dat 13 november op tafel lag is een vertaling en bewerking van het onderzoek ‘Sicherheit Neu Denken’ van de Protestantse Kerk in het Duitse Baden-Baden dat in 2018 verscheen als een praktische doorwerking van de dialoog van de Wereldraad van kerken over ‘rechtvaardige vrede’. De Werkgroep heeft de afgelopen tijd het rapport aangevuld met hoofdstukken over de lessen op terrein van de-escalatie die we kunnen leren van de oorlogen in Oekraïne en Gaza. Bepleit wordt een inclusieve veiligheid, maar waar spreken we dan over. De Werkgroep omschrijft het als volgt:
‘Wij willen ons inzetten voor een nieuwe visie op een rechtvaardige en vreedzame mondiale gemeenschap. Deze visie gaat uit van het besef dat echte veiligheid in ons eigen land samenhangt met de versterking van mondiale veiligheid voor iedereen. Wij geloven dat een vreedzame, rechtvaardige en duurzame mondiale gemeenschap mogelijk is en dat we daaraan samen moeten bouwen. In zo’n mondiale gemeenschap kan onze veiligheid alleen worden gegarandeerd als die ook voor anderen geldt. Wij zijn immers niet veilig zolang anderen niet veilig zijn.’
De visie van de Werkgroep bestaat uit vier basisprincipes:
- Mondiale samenwerking
- Investeren in het herstel van een gebroken wereld
- Grenzen stellen aan de economie vanuit de ecologie
- Actieve geweldloosheid bij het voorkomen en oplossen van conflicten.
Intussen is het oorlog, ook in Europa, en zien we een nieuwe bewapeningswedloop. Maar, aldus Kees Niewerth tot de Raad, eens zal er een nieuwe lente komen, een nieuw geluid en zullen er nieuwe kansen op het bouwen van een rechtvaardige en inclusieve vrede ontstaan. We willen dan naar een ‘veiligheidsgeluid’, een ander vredesbeleid. Zullen we dat militaire beleid dan transformeren tot een alternatief civiel beleid?
Stappenplan tot 2045
Het rapport bevat uitvoerige analyses met negatieve en positieve ontwikkelingen. Het biedt verschillende scenario’s over wat er kan gebeuren als we doorgaan op de huidige manier: een de-escalatie scenario analyseert de oorlogen in Oekraïne en Gaza, een negatief of ‘worst- case scenario’ gaat over de geopolitieke spanningen die oplopen en een streefbeeldscenario over het omzetten van militair beleid naar een civiel vredes- en veiligheidsbeleid. Uitvoerig wordt stilgestaan bij de route naar civiele veiligheid. Gestreefd wordt, zo staat in het rapport, naar toepassing van geweldloze weerbaarheid in-den-brede. Hiertoe dient de samenleving toegerust te worden door onderwijs in sociale weerbaarheid op alle niveaus. En het rapport besluit met een stappenplan voor een campagne in Nederland en met conclusies.
Kees Niewerth verwoordde het in de Raad als volgt: “Alles gehoord en gelezen hebbende zou u natuurlijk ook kunnen denken ‘wat een idealistische dromers’! Maar kent u nog dat lied: ‘Je mag zeggen dat ik een dromer ben, maar ik ben niet de enige’. Velen dromen van vrede. Velen werken aan vrede. Hier staat dan een hoopvolle stip op de horizon. Een toekomstplan om mee én aan te werken. Wij staan”, aldus Niewerth, “een totaal andere beweging voor, een omschakeling van geweer naar spade, en hebben een stappenplan gemaakt dat in 2045 gerealiseerd kan worden.” De vraag aan de kerken is nu om mee te werken aan een omslag in het vredes- en veiligheidsbeleid, van een militair veiligheidsbeleid naar een civiel vredesbeleid.
De afgevaardigden van de lidkerken in de Raad waren onder de indruk van de presentatie en van het rapport, maar willen het eerst met de eigen achterban bespreken voordat ze een uitgebreide inhoudelijke reactie geven. Ineke Bakker van 2of3bijEEN zag het rapport als een mooi stappenplan met de nodige scenario’s die aangepast kunnen worden, maar in elk geval met een stip op de horizon. Verschillende afgevaardigden noemden het belangrijk dat binnen de kerken ook aandacht wordt besteed aan sociale en morele weerbaarheid. Dank voor deze visie, zei Trijnie Bouw van de Protestantse kerk in Nederland, het is belangrijk ons niet alleen maar te laten meeslepen door het denken van oorlog en geweld. Dinand Krol van de Nederlandse Gereformeerde Kerken had de nodige kritische bedenkingen bij het rapport, maar noemde het fijn dat het gesprek gevoerd gaat worden. Volgens Jethro Zevenbergen van de Quakers is de vredesbeweging met dit rapport een stukje volwassener geworden. We moeten in ons denken niet alleen maar vanaf de kant blijven kijken maar ook vuile handen durven maken als het erom gaat alternatieven voor militair geweld geloofwaardig te maken, sprak Zevenbergen.
Algemeen secretaris Coen Wessel van de Raad meldde dat eraan gewerkt wordt om komend voorjaar als Raad van Kerken een brief over vrede en veiligheid te presenteren.
17 eeuwen na Nicea
De lidkerken van de Raad van Kerken maken zich ook op om volgend jaar te gedenken en te vieren dat 1700 jaar geleden het 0ecumenisch concilie van Nicea werd gehouden. Over dat concilie in 325 en de nawerking daarvan werd de Raad bijgepraat door Peter Nissen van de beraadgroep Geloof en kerkelijke gemeenschap. Hij schreef daarover voor de Katholieke Vereniging voor Oecumene een brochure.
De wereldwijde herdenking wordt mede vormgegeven door de Wereldraad van Kerken, paus Franciscus en oecumenische patriarch Bartholomeus van Constantinopel. In Nederland wordt tijdens de Week van gebed voor de eenheid (19 t/m 26 januari) aandacht aan het concilie besteed. De Raad van Kerken doet dat heel nadrukkelijk met een viering in Gouda op 14 juni.
Nicea was de eerste kerkvergadering waar geloofsgemeenschappen uit alle hoeken van de bewoonde wereld bijeen kwamen. Nissen vertelde de Raad dat in Nicea de grondslagen zijn gelegd voor onze geloofsbelijdenis die verwoordt wat christenen met elkaar verbindt. En ook toen is al geprobeerd om tot één gezamenlijke datum voor het jaarlijks Paasfeest te komen.
Nissen wees expliciet op 3 aspecten van het Concilie van Nicea: het belang van het samen in gesprek gaan over wat ons als gelovige mensen aangaat, vervolgens het belang om samen onder woorden te brengen wat ons als gelovigen mensen met elkaar verbindt en ten slotte het belang om dit geloof dan ook samen te vieren. Samen beraden, samen getuigen, samen vieren.
Het initiatief voor dat concilie in 325 kwam van de alleenheerser in het Romeinse rijk, keizer Constantijn. Toen de eenheid van de christenen bedreigd werd door theologische debatten o.a. over de vraag wie is Jezus, en praktische zaken als op welke dag moet Pasen gevierd worden, riep Constantijn de bisschoppen en kerkvaders bij elkaar. Van het concilie zelf is geen verslag, we hebben er alleen kennis van via andere bronnen, zoals de levensgeschiedenis van keizer Constantijn. De eenheid die over enkele strijdpunten bereikt werd bleek broos.
Voor Nissen had het concilie van Nicea voor de christenen ook enkele belangrijk lessen: ‘als er onderling ruzie dreigt, kom bij elkaar en beraad je’. Het is altijd goed samen te getuigen van het geloof en wat is mooier dan samen het geloof te vieren, het christelijk geloof is Paasgeloof. Aan de ene datum waarop alle christenen Pasen vieren wordt gewerkt, aldus Nissen en dat zou mooi zijn want al die plaatselijke christelijke gemeenschappen delen tenslotte toch hetzelfde geloof.
Teun-Jan Tabak
Foto: Teun-Jan Tabak
Afbeelding: Wikimedia (zestiende-eeuws fresco van het concilie van Nicea)