Van 11 t/m 22 november is de wereld in Bakoe bijeen voor klimaattop COP29. Marijke van Duin – sinds 2000 lid van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken – volgt de top op de voet en schrijft over haar bevindingen.
Dat was de hartekreet van een YOUNGO-vertegenwoordiger vandaag. YOUNGO is de VN-caucus waarin jongeren van over de hele wereld samenwerken. In COP 29 nemen zelfs veel onderhandelaars deel aan deze caucus vanwege hun jonge leeftijd. Maar is het wel een goed teken dat zoveel doorgewinterde afgevaardigden zijn afgetreden? Ik ben bang dat zij zijn afgehaakt uit frustratie door het gebrek aan vooruitgang …
Jongeren leven in angst voor de toekomst en eisen actie, voor zichzelf en hun eventuele kinderen. Als die er komen tenminste: diverse internationale onderzoeken hebben uitgewezen dat bijna de helft van de jongeren wereldwijd aarzelt om aan kinderen te beginnen. Velen lijden onder onzekerheid en depressie.
Niet alleen jongeren zijn kwetsbaar voor de klimaatcrisis, ook vrouwen in met name ontwikkelingslanden. Daarom wordt al jaren gevochten voor afspraken in de VN-teksten om vrouwen en andere kwetsbare groepen te ondersteunen. Daar is zelfs een speciaal programma voor: The Enhanced Lima Work Programme on Gender. Theoretisch vinden veel landen dit onderwerp belangrijk. Maar zodra het aankomt op boter bij de vis krabbelt men terug. De EU en de VS blokkeren dezer dagen bijvoorbeeld het opnemen van dergelijke tekst in het NCQG – het doel voor klimaatgeld. Terwijl landen als Rusland en China moeite hebben met frases als ‘gender-based violence’ – gendergerelateerd geweld.
Cultuurverschillen
Deze en andere (culturele) verschillen zitten de onderhandelingen stevig in de weg. Sterker nog: ik ervaar in toenemende mate een langs elkaar heen praten, zeker als het gaat om klimaatfinanciering.
Ook EU-afgevaardigden erkenden in een persconferentie vandaag dat de NCQG-onderhandelaars nog steeds mijlenver van elkaar verwijderd zijn. Geen wonder als je bedenkt dat de EU en andere rijke landen blijven hameren op de inzet van het bedrijfsleven en kennelijk niet in staat zijn zich te verplaatsen in de beleving van arme landen. In de woorden van een afgevaardigde van de Women-Gender Caucus (ja, die bestaat ook): ‘Koloniale machten blijven bepalen wat vooruitgang is! Ondanks de huidige polycrisis wordt door de rijke landen $ 2,4 biljoen per jaar uitgegeven aan militaire middelen. Ter vergelijk: de kosten voor COP 28 vorig jaar zijn equivalent aan 2,4 uur militaire uitgaven en die voor het Green Climate Fund (VN-klimaatfonds) aan 2 dagen. De uitstoot van de oorlog in Gaza staat gelijk aan die van 75 kolengestookte energiecentrales gedurende een jaar. Kortom: er is geld genoeg, maar het wordt verspild aan vernietiging in plaats van aan klimaatbeleid!’
Publiek of privaat geld?
Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Maar waarom wordt zo de nadruk gelegd op publiek geld, ofwel overheidsgeld? Omdat dat gecontroleerd kan worden, zowel de hoeveelheid ervan als de bestemming. Dit in tegenstelling tot privaat geld, ofwel investeringen door het bedrijfsleven. Overheden kunnen alleen via wetgeving het bedrijfsleven een bepaalde kant op duwen. Maar de onafhankelijkheid van veel overheden is de afgelopen decennia gecompromitteerd door aandeelhouder te worden van veel bedrijven, én die toe te staan wetgeving te beïnvloeden. Ook staan overheden vaak zwak vanwege internationale wetgeving die bedrijven toestaat overheden aan te klagen als die bepaalde (klimaat)maatregelen willen nemen die de winstgevendheid aantast.
Ja, dat is de realiteit waarin we leven. Overheden hebben helemaal niet (meer) zoveel macht als we denken, en dat hebben ze aan zichzelf te wijten. Maar hoe moet dat dan met die broodnodige klimaatfinanciering? Eén van de ideeën die rondgaat is met overheidsgeld proberen meer privaat geld aan te trekken, bijvoorbeeld via ontwikkelingsbanken. Als die, met behulp van belastinggeld (want dat is overheidsgeld), de risico’s voor bedrijven verminderen om te investeren in klimaatgevoelige regio’s zou dat een win-winsituatie kunnen zijn. Dat is de inzet van de rijke landen momenteel.
Maar daar is veel kritiek op. Er is geen garantie dat er geïnvesteerd wordt waar het het hardst nodig is. En waarom zou je overheidsgeld niet direct inzetten voor klimaatprojecten? Waarom niet het lokale bedrijfsleven ondersteunen in plaats van ingewikkelde constructies bedenken? Waarom niet meer overheidsgeld genereren door de rijksten van deze aarde extra te belasten? Evenzo de vervuilendste bedrijven, zoals de fossiele industrie en de internationale scheep- en luchtvaart?
Dat ligt voor de hand zou je denken. En de EU zou dat best willen, althans op papier. Maar als puntje bij paaltje komt wordt het ‘leakage’ argument van stal gehaald: ‘Als wij hier bepaalde belastingen doorvoeren verdwijnt het bedrijfsleven naar elders.’
Precies op deze manier worden wij, bezorgde burgers, al vele jaren aan het lijntje gehouden. Een doorbraak zal moeten komen van multilaterale conferenties zoals deze COP. Zinvolle internationale belastingmaatregelen kunnen alleen gezamenlijk worden genomen, en het internationale financiële systeem zal zodanig moeten worden herzien dat het people- and planet proof wordt.
Stunt
Terug naar Bakoe zelf, waar de gesprekken grotendeels achter gesloten deuren werden hervat. Wij waarnemers mogen bij de meeste onderhandelingen aanwezig zijn, maar soms hebben gedelegeerden behoefte aan privacy en houden ze informele consultaties. Gelukkig gebeurden er vandaag een aantal creatieve dingen. Zoals een stunt, bedacht door een speciaal werkgroepje binnen het oecumenische team (foto). Die stunt trok vandaag veel bekijks en leverde ook drie interviews op.
Inmiddels zijn ook al de nodige side events gehouden in Bakoe, en er volgen er meer. Morgen een overzicht.
Wordt vervolgd.
14 november 2024
Marijke van Duin