Kerken kunnen zich in de omgang met de doorwerking van het slavernijverleden niet beperken tot het maken van excuses of het uitspreken van schuld en medeverantwoordelijkheid. Omdat het slavernijverleden tot op vandaag doorwerkt in racisme en discriminatie en vanwege het ontstaan van moderne vormen van slavernij, ligt er ook voor kerken een uitdaging om daar iets tegen te doen. Maar wat dan precies? En wat is de eigen, specifieke opdracht van kerken? De werkconferentie Doorwerking van het slavernijverleden en de kerken op 26 juni 2024 in het Landelijk Dienstencentrum van de PKN was een stap in een voortgaand bezinningsproces.
In de inleidingen van dr. Duncan Wielzen (pdf) en dr. Erica Meijers (pdf) werd de raciale, culturele, religieuze ongelijkheid, die ook in kerken een rol speelt, benoemd. Dat komt tot uitdrukking in simpele dingen als het mogen dragen van een sleutel van de kerk. Een zwarte vrijwilliger moet eerst lange tijd bewijzen het vertrouwen waard te zijn, een witte vrijwilliger kan vrijwel meteen een sleutel krijgen. Ook goedbedoeld kunnen witte mensen hun overwicht laten gelden door voor en namens zwarte mensen te spreken. Dat bevestigt – hoe goed bedoeld ook – gevoelens van suprematie. Om dat te doorbreken is echte ontmoeting en dialoog nodig. Die brengt een gevoel van ongemak met zich mee. En dat is ook nodig.
Wat staat de kerken te doen?
De twee impulsverhalen legden de basis voor gesprekken in kleine groepjes waarin twee vragen centraal stonden: Hoe sta ik in dit verhaal? en Wat staat ons als kerken te doen? Gespreksleider Leo Dijkema, ervaren in het faciliteren van dialoogprocessen gericht op verandering en vernieuwing, slaagde er in om in een kort tijdsbestek van een paar uur een intensieve uitwisseling op gang te brengen. Het was een bruisende bijeenkomst die vanwege de breedte van het onderwerp veel thema’s raakte. Het resultaat bestaat uit de aantekeningen van de groepsgesprekken over de vraag wat ons te doen staat en een groot aantal aanbevelingen aan de Raad van Kerken en aan de Kerken om concreet iets te doen tegen doorwerking van het slavernijverleden, racisme en discriminatie. Enkele in het oog springende aanbevelingen waren: vorm een anti-racisme fonds, digitaliseer (kerkelijke) archieven, maak een serie podcasts over het onderwerp en biedt in theologische opleidingen en bespreekmateriaal voor kerkleden het onderwerp slavernijverleden nadrukkelijker aan.
Kerken zouden zich moeten ontwikkelen van gemeenschappen die voor mensen van kleur opkomen tot gemeenschappen die met mensen van kleur samen gemeenschap vormen. De westerse theologie is belast door de verstrengeling met het koloniale systeem en is nog steeds behept met gevoelens van suprematie. Hoewel er de laatste jaren een omslag gemaakt wordt is er in de kerken nog steeds veel onwetendheid over de geschiedenis van kolonialisme en slavernij en ontbreekt het vaak aan het contacten met christelijke gemeenschappen van kleur. Uitsluiting en racisme maken verdrietig. In het debat over de rol van kerken is ook nuance nodig. Kerken waren weliswaar ingekapseld in het koloniale bestel, maar toch waren er ook mensen die zich uitspraken tegen het systeem van slavernij, zoals ook vandaag kerken en christenen zich uitspreken tegen racisme, discriminatie en moderne vormen van slavernij.
De inzet van kerken tegen racisme en discriminatie vraagt om concrete inzet. Het gaat daarbij ook om ‘hardcore’ zaken zoals eigendom, zeggenschap en besluitvorming. Als kerken hebben we nog een hele weg te gaan. Het samenwerkingsverband van de stichting Heilzame Verwerking slavernijverleden, de onderzoeksgroep Kerk en slavernij van de PThU en de Raad van Kerken in Nederland wil in de komende jaren nieuwe stappen op deze weg zetten.
Tekst: Geert van Dartel
Foto: Leo Dijkema