Voor de 468e vergadering van de Raad van Kerken waren de afgevaardigden van de lidkerken woensdag 12 juni naar Rotterdam getogen waar zij gastvrij werden onthaald door het Leger des Heils. In de kapel, gehuisvest naast de maatschappelijke opvang, verzorgde commissionair Alistair Venter van het Leger des Heils de liturgische opening van de Raadsvergadering. Het lied dat daarbij door commissionair Venter was uitgekozen werd door de raadsleden van harte meegezongen: ‘Voorwaarts christenstrijders, voorwaarts in de strijd, Zie alleen op Jezus, die ons voorwaarts leidt.’
Terwijl in Den Haag politici zich opmaakten voor de vorming van een nieuw kabinet, behandelde de Raad twee onderwerpen die de uitwerking van politieke plannen raken. De Pakistaanse dr. Reuben Qamar toonde de raadsleden in woord en beeld hoe conservatieve en discriminerende politiek in zijn thuisland moslims tegen de christenen opzet, waarbij de christenen telkens het onderspit delven, ze worden vervolgd, kerken worden in brand gestoken.
Maatschappelijk handelen en spreken
Maar eerst sprak de Raad over de vraag hoe het maatschappelijk handelen en spreken van de kerken de komende jaren vorm zou kunnen krijgen, een onderwerp dat ook de situatie in Nederland raakt. De beraadsgroepen ‘Geloof en kerkelijke gemeenschap’ en ‘Samenleving, duurzaamheid en vrede’ schreven samen een voorstel over hoe dat maatschappelijk handelen en spreken van de kerken eruit zou kunnen zien. Presentie en Profetie is de titel van deze gespreksnotitie, bedoeld om de discussie in de Raad richting te wijzen en op gang te brengen.
Als het gaat over het maatschappelijk spreken en handelen van de kerken wordt daarin geopperd dat dit uitdagend mag zijn: ‘De kerken mogen bij tijd en wijle de knuppel in het hoenderhok gooien, ongemakkelijke vragen stellen, vanzelfsprekendheden en al te makkelijke antwoorden in twijfel trekken. Om gehoord te worden, zullen zij een taal moeten gebruiken die door mensen van onze tijd verstaan wordt en dienen zij de juiste podia te vinden. Dat zijn niet alleen de podia van confessionele media en instanties; daar wordt een spreken van de kerk al snel preken voor eigen parochie.’
Het gaat de kerken in het algemeen en de Raad in het bijzonder erom mensen verder te helpen staat in de notitie: ‘Het maatschappelijk handelen en spreken van de kerken zal er ten slotte nooit op uit zijn mensen te ontmoedigen, tegen elkaar op te zetten of te kleineren. De kerk moet altijd klaar staan om mensen bij de hand te nemen en overeind te helpen. Bij de laatste Wereldjongerendagen in Lissabon zei paus Franciscus in een overweging: de enige situatie waarin je op een ander mag neerkijken is als je bukt om hem of haar overeind te helpen. Jezus reikt bij zijn genezingen en bij de opwekking van doden (bijvoorbeeld in het geval van het dochtertje van Jaïrus, Marcus 5) steeds de hand aan mensen om ze overheid te helpen. De kerk is geroepen Hem hierin na te volgen.’
De raadsleden bogen zich deze woensdag over drie vragen:
- Hoe kunnen de kerken de stem worden van de stemlozen, van hen die niet gehoord worden?
- Hoe onderscheiden de kerken de gave van de profetie in hun midden en wat kunnen wij als kerken doen om profetische stemmen in onze tijd te steunen en te versterken?
- Moeten kerken meer zichtbaar worden in het publieke debat, en zo ja, wat kunnen ze doen om dat te bereiken?
Peter Nissen, voorzitter van de beraadsgroep Geloof en kerkelijke gemeenschap lichtte toe dat de Raad om het nadenken over het maatschappelijk spreken heeft gevraagd, tijdens de ‘heidagen’ van de Raad in september 2020. Nissen wees erop dat de theologische grondslag van hun bestaan ertoe leidt dat van kerken mag worden verwacht dat ze actief zijn bij nood in de samenleving, en dat kerken profetisch moeten spreken ‘als zwijgen zonde zou zijn’. Hij voegde eraan toe dat het spreken vooral niet betuttelend en moraliserend moet zijn. De wens van de beraadsgroepen is dat Presentie en Profetie gaat doorwerken bij de christenen en kerken in ons land, dat het een ‘gedeeld bewustzijn mag worden binnen de kerken van Nederland.
Geluiden uit de discussie
Niemand binnen de kerken is tegen presentie van de kerken bij nood en onrecht, maar als de kerk met een ‘profetisch’ spreken komt is tegenwoordig de helft van de lidmaten voor en de andere helft tegen.
Het spreken werkt alleen als je geloofwaardig bent, profetisch spreken moet gebaseerd zijn op het Woord van God, en als je het als kerken samen oppakt kan dat al een profetisch teken zijn.
Kom met een positieve getuigenis als kerken waarbij je uitgaat van een christelijk mensbeeld, dan blijkt vanzelf hoe je als kerken in maatschappelijke discussie staat over bijvoorbeeld uitsluiting, discriminatie, het klimaat etc.
Natuurlijk moet er vanuit kennis van zaken gesproken worden, moet je luidkeels laten horen wat je wél wilt zodat duidelijk blijkt wat je afwijst, en moeten kerken ook bereid zijn de consequenties van een dergelijk spreken te dragen.
Uit de verschillende discussiegroepen deze ochtend in Rotterdam bleek behoefte aan zo’n gesprekspapier over Presentie en Profetie. Het is nu aan het moderamen om, gehoord deze discussie, te besluiten hoe het verder gaat met Presentie en Profetie.
Christenen in Pakistan
Daarna kwam de Pakistaanse dominee Reuben Qamar aan het woord. Qamar is voorzitter van zijn Presbyteriaanse kerk maar ook vice-voorzitter van de Pakistaanse Council of Churches. Deze dominee had geen mooi verhaal over de situatie waarin christenen in Pakistan zich bevinden, zeg maar gewoon een vreselijk verhaal, waarbij christenen en hun kerken keer op keer worden aangevallen met doden gewonden en veel schade als gevolg. Volgens Reuben Qamar gaat de onderdrukking van de ruim 4 miljoen christenen onverminderd door. Om de verhouding te schetsen, Pakistan telt ruim 235 miljoen inwoners. De christelijke gemeenschap houdt zich staande door de verbinding te blijven zoeken, zeker onderling als christelijke kerken, maar ook met de overheid. Dat zich staande houden wordt volgens ds Reuben Qamar zeker ook mogelijk gemaakt door het gezamenlijke gebed. Toch blijft morele en financiële steun uit het buitenland voor de christelijke gemeenschap van groot belang.
Tekst en foto: Teun-Jan Tabak