‘Nederlandse samenleving werkt als systeem van farao’

Groei, groei en nog eens groei, dat is waar ons huidige economische systeem op gebaseerd is, een systeem met kwalijke gevolgen voor ons klimaat en zeker ook voor mensen die er niet in slagen om met dat systeem mee te doen. De Raad van Kerken had de econoom Paul Schenderling gevraagd om voor de jaarlijkse Oecumenelezing over alternatieven na te denken voor het diep in onze samenleving verankerde neoliberale denken dat ten koste gaat van mensen en klimaat. En vooral, biedt de christelijke traditie inspiratie voor zo’n alternatief?

In de Utrechtse Geertekerk verkende Schenderling een ander model van samenleven, waarvoor hij het Bijbelboek Exodus als inspiratiebron nam. Schenderling beschreef de ketenen waarmee de Egyptische heerser farao mensen en volkeren aan zich bond en met geld als ruilmiddel arme boeren aan zich verplichtte als lijfeigenen wanneer zij hun leningen door misoogsten niet konden terugbetalen. Door belasting te heffen drukte farao steeds meer boeren in de schulden, kwam er steeds meer land in zijn bezit en werd hij rijker en rijker. De waarheid, aldus Schenderling, is dat het systeem van farao gruwelijk en onmenselijk is, er was geen vrijheid om te denken, te spreken en te handelen.

Ook Nederland, zo meent Schenderling, functioneert als een systeem van farao, ook wij hebben de natuur volledig geketend: ‘In Nederland houden de middenklasse en de rijkere klasse met hun voorraadbunkers talloze andere mensen geketend door de macht van het geld. Alleen al in Nederland zelf leven honderdduizenden werkende armen in permanente angst en bestaansonzekerheid. Vaak hebben ze een schamel flexcontract en werken ze veel uren voor een minimumloon of nog minder dan een minimumloon. En buiten Nederland werken er nog eens 10 miljoen mensen in het mondiale Zuiden voor Nederlandse consumptie. Ze worden zwaar onderbetaald, werken onder verschrikkelijke omstandigheden, hebben vrijwel geen vrije tijd en hebben geen sociaal vangnet.‘

Schaarste of overvloed?

We zijn volgens Schenderling, net als farao doodsbang iets van onze macht en welvaart kwijt te raken. Dat heeft er onder andere mee te maken dat ons door de commercie voortdurend de spiegel wordt voorgehouden dat we nog zaken missen, het gevoel van schaarste: ‘kijk niet door de bril van schaarste, maar door de bril van overvloed. In plaats van de schaarste te benadrukken, kunnen we vooral op de overvloed wijzen”. Schenderling noemde als voorbeeld Schiphol, waar jaarlijks 450.000 vliegtuigen opstijgen en landen: ons wordt voorgehouden dat het meer moet worden, dat er schaarste is, maar het is al een grote overvloed, zo kan je er ook naar kijken.

Voor Schenderling is dit leven een louteringsweg. Een oefening om geen piramides maar gemeenschappen te bouwen. ‘Dat is ook hoe de eerste christenen het zagen: in dit leven oefenen we ons in Koninkrijksvaardigheden, zodat we geschikt worden voor een rol in het Koninkrijk van God.’ De eerste fout die we moeten herstellen is volgens Schenderling dat we af moeten van het erkennen van het gezag van de farao’s in deze wereld, van machthebbers in het algemeen en economen in het bijzonder. De tweede grote fout is volgens deze econoom dat we voortdurend vrijwillig onze vrijheid opofferen aan een politiek-economisch systeem, aan werk en consumptie. ‘Wie veel werkt is in de ban van de economische schaarste en heeft geen tijd om de bevrijding die God geeft te doorleven.’

Ook zullen we volgens Schenderling veel terughoudender moeten worden met het uitoefenen van macht door geld, door het uitbannen van de schuldslavernij, zoals hij het noemt. ‘Geld ís macht, dus daarom is veel geld hebben per definitie veel macht uitoefenen en dus per definitie corrumperend.’ Wij spreken over geld als een neutraal middel, als een ruilmiddel, vervolgde Schenderling, maar alle geld dat er bestaat, is gecreëerd als schuld. Ook in óns moderne systeem van farao is elk bezit van de één de schuld van een ander. ‘Zo is het met alle financiële middelen: al ons geld betekent één-op-één dat er ergens anders op de wereld mensen en natuur keihard moeten werken als dienst aan deze financiële middelen.’ Schenderling concludeerde dat leven-van-genoeg de ethische en politiek norm moet zijn.

Louteringsproces

Het vermijden van elk van deze fouten vergt een louteringsproces. Loutering betekent dat we bewust afstand doen van de macht die we hebben of kunnen hebben en ons klein maken, zodat we ons werkelijk kunnen oefenen in vertrouwen op God en vertrouwen op gemeenschappen. Schenderling verschafte de aanwezigen ook een praktische tip om zijn verhaal naar de praktijk te vertalen. ‘Het betekent arm worden voor de wereld, zodat we rijk worden bij God. Dát is voor ons het aanstootgevende aan de boodschap van Jezus. In het economische domein betekent dat onder andere: de neiging weerstaan om problemen op te lossen met geld, door alleen kopen wat je echt nodig hebt en door creatieve oplossingen zoeken, zoals delen, repareren en creëren.’ Schenderling pleitte voor contrastgemeenschappen. Als voorbeeld wees hij op bedrijven die misstanden in de productieketen willen herstellen en dus minimaal het klimaat belasten en mensen eerlijk belonen. ‘Als consument kunnen we die dappere strijders steunen door onze aankopen daar te doen, maar ook kunnen we bij voorbeeld als kerkelijke diaconieën onze verantwoordelijkheid nemen, om een tegengemeenschap in het leven te roepen.’

Profetisch

Wat moet je als dominee hier nu over zeggen, was een oproep uit het publiek. Je mag dan misschien vanuit Bijbels perspectief het recht – en mogelijk de plicht – hebben, maar dreigt dan niet het gevaar van de morele superioriteit? Moet je dus voor het spreken van de kerk ook bondgenoten buiten de kerken zoeken? Schenderling was daar zeer uitgesproken over. Het maakt ongelofelijk uit hoe je het zegt. Hij wees op de profeet Jesaja die met een scherp wit/zwart contrast zijn boodschap verkondigde en zo het verhaal van de misstanden plaatste tegenover het visioen van hoe het kan zijn. Dat is volgens Schenderling hoe profetisch spreken ook in onze tijd het beste vorm gegeven kan worden. Het contrast maakt zelf duidelijk in welke richting wij moeten handelen.

Wij hebben de taak om de wereld te veranderen, maar misschien kunnen we dat niet. ‘Maar wat maakt het mij uit dat we morgen de wereld niet veranderd hebben, ik zou nog steeds keihard de legitimiteit van het systeem dat vele malen erger is, proberen weg te halen. Het Bijbelboek Exodus en het Evangelie geven ons heel veel recht van spreken, ook al lukt het ons niet als zwakke mensen om meteen de wereld te veranderen. We kunnen best als gemeenschappen kleine pogingen doen om iets voor te leven van een andere manier van denken. Het delen van spullen, het omzien naar armen. Er moet nog veel gebeuren, maar ook nu is er een contrast tussen wat het niet moet zijn en wat het wel moet zijn. Het heldere contrast creëert duidelijkheid bij mensen,’ sprak de bevlogen econoom Schenderling.

Teun-Jan Tabak

Foto’s: Marian Hoek van Dijke