Op 20 april j.l. overleed de econoom Bob Goudzwaard. Hij was emeritus-hoogleraar, maar voor talloos velen, binnen én buiten de kerken en in de wereldwijde oecumene, oneindig veel meer dan dat. Hij was een inspiratiebron omdat hij het aandurfde het economisch leven en de vooronderstellingen van de economische wetenschap aan een kritisch onderzoek te onderwerpen, en daarbij een relatie te leggen met het geloof. En omdat hij daarbij ook nog eens een buitengewoon vriendelijk en bescheiden mens was, die zich tegelijk met grote hartstocht inzette voor gerechtigheid.
Met zijn proefschrift, Ongeprijsde schaarste (1970), was Goudzwaard een van de eerste economen in Nederland die het milieuvraagstuk verwerkten in de economische theorie. In zijn wellicht bekendste boek Kapitalisme en Vooruitgang (1978) (dat ook verscheen in het Engels en Koreaans) laat hij zien hoe in veel economisch denken het vooruitgangsdenken allesbeheersend is geworden en ethiek en milieu slechts achteraf een corrigerende rol mogen spelen. Normen en regels van ethiek, duurzaamheiden sociale rechtvaardigheid worden bewust onzelfstandig gehouden en tegelijkertijd toegesneden op de expansie van economie en techniek. Voor het ongeprijsde is geen ruimte. En in zijn boek Genoodzaakt goed te wezen (1981) breidt hij die kritiek uit tot iedere ideologie, en concludeert hij dat geen enkel doel, hoe verheven ook, de gebruikte middelen heiligt, omdat dat inhoudt dat de mens zich uitlevert aan goden, die hem uiteindelijk alleen maar kunnen vernietigen. De enige weg is het leven vanuit de gerechtigheid, het gaan van de weg van de navolging. Vandaaruit zullen de doelen die we kiezen steeds moeten worden bijgesteld zodra ze niet meer sporen met die navolging.
Economie van het genoeg
In latere boeken, zoals in het in kerken en milieubeweging veel gelezen en besproken boek Genoeg van teveel, genoeg van te weinig (1985) dat hij samen met de econoom Harry de Lange schreef, concretiseerde hij dat nog en werkte hij het verder uit. De gedachte van een economie van het genoeg vond in oecumenische kring veel weerklank. Aan mensen en groepen die zich bezighielden met de vragen van milieu, economische groei, een verantwoordelijke levensstijl en wereldwijde armoede bood het oriëntatie. Binnen de ecologische grenzen dient de economie prioriteit te geven aan het verhogen van het levenspeil van armen boven de verlangens van niet-armen en aan de kwaliteit van leven van mens en milieu boven materiële welvaartsvergroting van de niet-armen. Het gaat om genoeg voor armen en rijken.
Kamerlid, hoogleraar en meer
Die hartstocht voor gerechtigheid kwam natuurlijk naar voren in zijn betaalde werk, eerst als medewerker en vervolgens Kamerlid bij de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en later als hoogleraar aan de VU (veelzeggend: aan de economische faculteit was hij niet welkom, wél aan de sociale faculteit). Zo mogelijk nog meer kwam die inzet naar voren in activiteiten die hij daarnaast ontplooide: rector van de Kaderschool van het CNV (van 1972-1984), voorzitter van de commissie die het CDA-partijprogramma Niet bij brood alleen schreef, voorzitter van de ontwikkelingsorganisatie ICCO (1981-1992), voorzitter van de European Ecumenical Commission on Development (EECOD) in Brussel (1993-1997) die in de EU namens de kerken het beleid rond ontwikkelingsvragen poogde te beïnvloeden. En in de grote bijdrage die hij leverde aan de reflectie op de economie in de oecumene, nationaal en internationaal. Hier gaan we vooral in op die laatste activiteit.
Economie en oecumene
Dat Goudzwaard zo actief werd in de oecumene sprak niet vanzelf. Hij was lid van de Nederlands Gereformeerde Kerk in een tijd dat die zich nog verre hield van de oecumene (later zou hij toetreden tot de PKN). Met zijn kritische visie op de economie viel hij echter op bij mensen uit de oecumene die zich ook met economie bezighielden, zoals de econoom Harry de Lange die vele jaren actief was binnen de Raad van Kerken en de Wereldraad van Kerken. Kerkelijk gezien verschilden ze (De Lange was Remonstrant), maar in hun samenwerking groeiden ze zowel in economisch als in theologisch opzicht naar elkaar toe. Voor beiden én voor de kerken was hun samenwerking vruchtbaar. Goudzwaard kwam zo bijvoorbeeld in contact met de mensen die zich in het verband van het project ‘Reflecties op de Toekomst’ en later het MCKS (Multidisciplinair Centrum voor Kerk en Samenleving) op de economie bezonnen. Daar kwam uiteindelijk het gedachtegoed van de ‘Economie van het genoeg’ uit voort, met als bekendste uitkomst het al genoemde boekje Genoeg van teveel, Genoeg van te weinig. Ook deed Goudzwaard mee aan de gesprekken die de Nederlandse Raad van Kerken voerde met de kerken in de DDR in de jaren 70 en 80 en maakte hij deel uit van de delegatie van de Raad van Kerken die begin jaren 80 in debat ging met de directies van Shell, Unilever, Philips en DSM over hun maatschappelijke verantwoordelijkheid (als Nederlandse uitvoering van een programma van de Wereldraad van Kerken). Goudzwaard was vele jaren lid, en van 1992 tot 1999 voorzitter, van de Sectie Sociale Vragen van de Raad van Kerken. Dat was een tijd van een veelheid aan activiteiten zoals rond armoede in Nederland (De Arme Kant) en de thematiek van de landbouw, resulterend in rapporten die zowel in de kerken als in de politiek aandacht kregen.
Wereldraad van Kerken
Ook in de internationale oecumene was Goudzwaard actief. Toen De Lange verhinderd was om naar een bijeenkomst van de CCPD (de commissie van de Wereldraad van Kerken die zich bezighield met ontwikkelingsvragen) te gaan, vroeg hij Goudzwaard in zijn plaats te gaan en dat was het begin van een lange reeks werkzaamheden van Goudzwaard in het kader van de Wereldraad. Hij raakte bevriend met Julio de Santa Ana, staflid van de CCPD, bekend door zijn werk in het project ‘de Kerk en de Armen’. Goudzwaard ontwikkelde zich tot één van de economen op wie de staf van de Wereldraad kon terugvallen bij de reflectie en actie rond economische thema’s. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 2002 toen de Wereldraad hem vroeg om mee te helpen aan het voorbereiden en voeren van gesprekken met het IMF en de Wereldbank, vooral over hun beleid ten opzichte van de Derde Wereld. Het leidde tot een drietal gesprekken, in Genève en Washington, die werden voorgezeten door Goudzwaard. Ook speelde Goudzwaard een belangrijke rol in de reeks bijeenkomsten die de Wereldraad van Kerken, de WARC (World Alliance of Reformed Churches), de LWF (Lutheran World Federation) en de CEC (Conference of European Churches) organiseerden in verschillende continenten over kerk en economie. Goudzwaard was bovendien nauw betrokken bij de reflectie die in de WARC plaatsvond over de economie als een zaak van belijden. Dat reflectieproces leidde uiteindelijk tot de ook in Nederland veel besproken Accra-verklaring, die zich zeer kritisch, in belijdende termen, uitsprak over de hedendaagse economie, vooral in het licht van de wereldarmoede en de excessieve verrijking alsmede de ecologische crisis. In al deze bijeenkomsten was Goudzwaard een zeer gewaardeerd ‘drafter’, opsteller van documenten als uitkomst van de discussies, juist omdat hij zo bedreven was in de reflectie over economische thema’s en zo’n goed luisteraar.
Gedachtegoed bewaren
In de laatste jaren woonde Goudzwaard in Zuid-Afrika, het land van zijn tweede vrouw, met wie hij huwde na het overlijden van zijn eerste vrouw. Enkele jaren geleden keerde hij terug naar Nederland, toen ook zijn tweede vrouw was overleden. Zijn gezondheid was minder geworden, en hij kon daardoor publiekelijk niet meer van zich laten horen. Maar wie hem sprak, kwam weer onder de indruk van zijn bekommernis om gerechtigheid en duurzaamheid. En, moet daar helaas aan worden toegevoegd, van zijn teleurstelling dat de kerken daarin niet de stimulerende rol spelen waar hij op hoopte. Bob Goudzwaard verdient het om gelezen, herlezen en nagevolgd te worden. Daarom is het goed te weten dat een paar dagen vóór zijn overlijden de Bob Goudzwaard Stichting is opgericht die als doelstelling heeft het stimuleren van een duurzame en rechtvaardige economie door het gedachtegoed van Bob Goudzwaard te bewaren en uit te dragen. En dat er momenteel gewerkt wordt aan zijn biografie, die in 2026 zal verschijnen.
Greetje Witte-Rang
Herman Noordegraaf
Foto: De Roerom