Op 14 februari jongstleden overleed prof. dr. Marius van Leeuwen, van 2007 tot 2015 vicevoorzitter van de Raad van Kerken in Nederland. Peter Nissen schreef het volgende ter nagedachtenis:
Een aimabele theoloog is heengegaan: professor Marius van Leeuwen. Hij was de zachtmoedigheid zelve, de vleesgeworden synthese tussen theologie en pastoraat, de oecumenische bruggenbouwer bij uitstek.
Predikant en hoogleraar
De remonstrantse predikantszoon Theodoor Marius van Leeuwen werd op 24 september 1947 geboren in Delft. Hij studeerde theologie in Leiden, deed in 1972 zijn doctoraalexamen en legde in 1973 het proponentsexamen af, dat hem toegang gaf tot het predikantschap binnen de Remonstrantse Broederschap. Hij werkte enkele jaren in het Woodbrookershuis in Barchem en was vervolgens gemeentepredikant, van 1978 tot 1981 in Lochem-Zutphen en van 1981 tot 1993 in Utrecht. Intussen werkte hij aan zijn proefschrift over de filosoof Paul Ricoeur, ‘The Surplus of Meaning. Ontology and Eschatology in the Philosophy of Paul Ricoeur’, dat hij op 27 augustus 1981 in Leiden verdedigde. Drie jaar na zijn promotie werd hij naast zijn predikantschap bijzonder hoogleraar in Utrecht vanwege het ‘Haags Genootschap’. In 1992 werd hij benoemd tot opvolger van Elze Jan Kuiper als hoogleraar aan het Remonstrants Seminarium, dat toen nog aan de Universiteit Leiden was verbonden. Hij bleef er twintig jaar, tot zijn emeritaat in 2012, en hij was de laatste Leidse hoogleraar van de remonstranten, want inmiddels had de universiteit de theologie afgeschaft, zodat de predikantsopleiding van de Broederschap naar de VU moest verhuizen. Bij zijn afscheid boden leerlingen, vrienden en collega’s hem de bundel ‘Kerk en buitenwereld. Opstellen over de kerk in de samenleving’ aan.
Allround theoloog
Marius van Leeuwen was een allround theoloog. Hij was enerzijds een kenner van de eigen traditie en van de theologie van Jacobus Arminius, zoals bleek rond de herdenking van het vierde eeuwfeest van het overlijden van Arminius in 2009, maar hij had daarnaast ook een grote kennis van leven en leer van de brede christenheid. Verschillende van zijn boeken getuigen daarvan. Zijn boek ‘Van horen zeggen’ uit 1997 blijft een goede eerste kennismaking met de Bijbel. Het bereikte in verschillende drukken een groot publiek en verscheen in 2009 zelfs als Rainbow-pocket. Van vergelijkbare aard is zijn boek over de grote liturgische feesten, ‘Van feest tot feest’ uit 2004. “De boodschap die ik vooral wil uitdragen, is dat er voor de moderne mens veel waardevols zit in het goede, oude christelijke geloof,” zo zei hij in 2010 in een interview met het dagblad Trouw. Zijn boeken zijn er het bewijs van.
Bruggenbouwer
Marius van Leeuwen was ook actief in de oecumenische beweging. Hij nam deel aan de assemblees van de Wereldraad van Kerken in Harare (1998) en Porto Allegre (2006). Van 2007 tot 2015 was hij vicevoorzitter van de Raad van Kerken in Nederland, een positie die altijd wordt toegekend aan een vertegenwoordiger van een van de kleinere lidkerken. Geïnspireerd door het oecumenische Limarapport pleitte hij binnen de Remonstrantse Broederschap voor een opwaardering van de liturgie en de viering van het avondmaal, een pleidooi dat tot zijn verdriet weinig navolging kreeg. In de oecumenische beweging zocht hij nooit de voorgrond. Hij was een bruggenbouwer op de achtergrond, getuigend van een oprechte belangstelling en een groot respect voor de verschillende kerkelijke tradities, en altijd vriendelijk en innemend.
Moge zijn gedachtenis ons tot zegen zijn.
- Lees hier het In Memoriam op de website van de Remonstanten