Na dagen bewolking breekt de zon door als de Remonstranten aanzetten voor de kerkdienst op de 3e advent. Gelijk met het zonlicht dat achter de wolken vandaan komt, wordt het licht van de Paaskaars aangestoken en vervolgens de 3 adventskaarsen. ‘Rond het licht dat leven doet, groeten wij elkaar met vrede’, zingen de Haagse Remonstranten. Op deze korte dagen, in deze duistere tijd willen de Remonstranten ook een ander beeld tonen; ‘wie in voor- of tegenspoed zegen zoekt, mag binnentreden, bij de Heer zijn wij hier thuis, kind aan huis’.
In haar pelgrimage langs de lidkerken van de Raad van Kerken is algemeen secretaris ds. Christien Crouwel in Den Haag voor een ontmoeting met de Remonstranten. In de kerk aan de lange Laan van Meerdervoort hebben zich zo’n veertig Remonstranten verzameld onder het gehoor van dominee Leonie van Staveren. Behalve reizend predikant die in vele Remonstrantse gemeenten voorgaat, is Van Staveren ook werkzaam als pastor van Arminius, de landelijke jongerengemeente van de Remonstranten die zich vandaag in Den Haag verenigt voor de kerstlunch, hetgeen verklaart waarom sommige bezoekers met tassen brood de kerk binnenkomen.
Een mooie dienst in het lichte en met oog voor details gebouwde kerkje. Dominee Van Staveren houdt ons op deze 3e advent voor dat licht aan kracht wint als we ook het donker in ons toelaten, en cantor-organist Hans Jacobi gaat de gemeente uitnodigend voor om te voorkomen dat we de wijs kwijt raken bij het lied ‘Waar de mensen dwalen in het donker’.
Moedig voorwaarts
Bij de koffie vertelt Michiel van Rooijen, oud-voorzitter van de Haagse Remonstranten, aan Christien Crouwel dat de Remonstranten, in welke omvang ook, moedig voorwaarts moeten gaan: ‘we moeten het Licht willen zien, open staan voor nieuwe ontwikkelingen’, vertelt Van Rooijen.
Terwijl de koffiekopjes verdwijnen, komen de jongeren van Arminius met hun etenswaren naar de zaal, de tafel wordt gedekt, de kaarsen geplaatst, tijd voor een kerstlunch onder het toeziend oog van prachtig geschilderde portretten van de Remonstrantse voorvaderen Johannes Wttenbogaert en Jacobus Arminius. Maar eerst heeft Christien Crouwel nog enkele vragen voor Leonie van Staveren en Harm Bult, de penningmeester van Arminius.
God ontstaat tussen mensen
Wat is nou typisch remonstrants, wil Christien Crouwel weten. Of anders gezegd: Waar worden jullie blij van?
Harm Bult: ‘Heel kort samengevat, dat we met elkaar zijn en met elkaar het gesprek hebben. God ontstaat voor ons tussen de mensen. En daar gaat het voor mij om. Voor sommige mensen is het goddelijke wat dichterbij, voor anderen wat verderaf. Door dat met elkaar te bespreken, dat bindt ons. Iedereen kan daarin zijn eigen weg vinden.’
Leonie van Staveren wijst erop dat hoe je zou kunnen geloven door een aantal remonstrantse predikanten is verwoord in een door hen in 2006 opgestelde geloofsbelijdenis. ‘Dit zou de taal kunnen zijn die bij jou aansluit, maar ook niet meer dan dat. Het wil ter inspiratie zijn, maar het is niet zo dat je bij het kruisje moet tekenen. Zeker bij jongeren is er de uitnodiging om zelf woorden aan het geloof te geven of beelden of misschien wel muziek. Kan je zoeken naar een tijdelijke verwoording voor dit moment, van zo zit ik er nu in als het gaat om mijn geloof. En dat mag zich ontwikkelen, het kan zijn dat je er over vier jaar anders over denkt, of dat je vaststelt dat je het best mooi hebt gezegd.’
Harm: ‘Zelf heb ik nog geen belijdenis gedaan, maar ik heb wel steeds meer het gevoel dat ik het wil doen. Ik vind het nog lastig in welke vorm, om precies te zeggen waar het op staat. De reis op zichzelf is ook al waardevol, misschien ben ik niet naar iets op zoek, maar ben ik gewoon onderweg…’
Als Christien Crouwel van Harm wil weten hoe hij bij de Remonstranten terecht is gekomen, volgt een hedendaagse openbaring: ‘Ik heb letterlijk gewoon gegoogeld op meest progressieve kerk’, verklaart Harm.
‘Nou, wat de vormgeving van onze kerkdiensten betreft zijn we als Remonstranten helemaal niet zo progressief,’ repliceert Leonie. ‘Wat betreft de liederen en de liturgie zou het een gewone dienst in veel protestantse kerken kunnen zijn.’
Het inhoudelijke, daar gaat het mij om, vertelt Harm, de vorm is voor mij wat meer ondergeschikt. Hij vindt het belangrijk dat iedereen welkom is, dat iedereen zijn eigen weg hier kan vinden. De traditie ervaart Harm juist als iets zeer waardevols. ‘Dat interreligieuze vind ik mooi, dat kan ook interkerkelijk zijn, maar dat is voor mij waardevol. De Remonstranten zijn best traditioneel, maar Arminius vaart er wat tussendoor.’ Leonie: ‘Ik denk dat de kracht erin zit dat bij elke activiteit nieuwe mensen aansluiten, bijvoorbeeld bij zo’n jongerenreis dit jaar naar Suriname. Er zijn steeds zij-aansluiters die we blijven zien en die met ons meevieren.’
Elke kerk kent zijn schatten, wat is de schat van de Remonstranten? Leonie hoeft niet naar woorden te zoeken. ‘De ruimte om zaken in twijfel te trekken, zodat je vervolgens uit die vrije positie op zoek kan gaan naar wat er wel aan geloof, aan betekenis, aan houvast in het leven is.’
Deze predikant komt uit een niet-kerkelijk nest. ‘Mijn moeder was katholiek, heeft mijn broer nog laten dopen, maar dacht bij mij, nou laat maar zitten. We deden er thuis niets mee, maar ik vind het wel interessant. Ik ben een Alpha-cursus gaan doen, die was heel gedegen en super interessant maar ik voelde al snel, dit jasje zit te strak. Via een vriendin kwam ik bij de Remonstranten in Rotterdam, daar was een predikant die er ook op wees dat het goed is om de verhalen eens om te draaien, om een beetje om te denken, maar ik dacht vooral, wat een ruimte, wat fijn. Ik vond de vorm met dat orgel oer-ouderwets, maar die inhoud, die ruimte….! En dat orgel waardeer ik inmiddels meer, al is dat gaandeweg gegaan.’
Ook Harm heeft katholieke wortels: ‘Mijn moeder was katholiek en mijn opa zong in een gregoriaans koor en juist dat gregoriaans vind ik mooi en bijzonder.’
Als we komen te spreken over maatschappelijke betrokkenheid is Harm duidelijk: ‘Voor mij is belangrijk dat dat geloof in de samenleving staat, dat de dingen die we doen impact hebben. We zijn bezig met het organiseren van een bijzondere kerkdienst, een milieudienst, waarbij de verbinding willen leggen tussen het spirituele en het klimaatvraagstuk. We hebben als Arminius meegeholpen met natuurbeheer. De jongerenreis naar Suriname waar we hebben gesproken over het slavernijverleden is ook een goed voorbeeld. Als jongeren willen we onderdeel zijn van die maatschappelijke discussie over de gevolgen van dat slavernijverleden.’
Wat je ziet bij de Remonstranten, vult Leonie aan, is dat de jongere generatie vaak veel meer is van: handen uit de mouwen, ik wil concreet iets doen. ‘Bij een reis naar Roemenië zijn ze in een kindertehuis gaan klussen. Ik denk dat volwassenen eerder bijdragen in bijvoorbeeld bestuurlijke zaken.’
Vloeiende scheidslijnen
De Remonstranten worden kleiner in aantal. Zien jullie jezelf ooit samengaan met bijvoorbeeld de Protestantse Kerk, wil Christien Crouwel weten.
Leonie van Staveren: ‘Je ziet nu al dat er lokaal samenwerking is. Kijk bijvoorbeeld naar de Vrijburg in Amsterdam, daar is onlangs een remonstrantse predikant PKN-dominee geworden. Je ziet steeds meer dat die scheidslijn niet meer zo boeit. Ik voel me misschien een beetje remonstrants, het is een mooie club met een mooie geschiedenis, maar dat betekent niet dat ik niet protestant ben. Ik zing in het koor van de PKN-gemeenten in Rotterdam, mijn vrouw is lid van de protestantse gemeente in Dordrecht, ons maakt het onderscheid eigenlijk niet meer uit. Wij bezoeken ook kloosters, want je kunt je inspiratie overal halen, overal aan meedoen. En aan wie je uiteindelijk je lidmaatschapsbijdrage betaalt, daar denk je één keer per jaar over na, en dan denk je nog even, o wat lastig nu. Ik zou het mooi vinden als de scheidslijnen nog meer in elkaar overvloeien, dat lokale gemeenschappen belangrijker worden.’
Harmen Bult kan zich daar in vinden. ‘Het gaat niet alleen over het geloof, maar ook over vanuit je geloof in het leven staan’.
De kerstlunch staat klaar, de kaarsen worden aangestoken, brood en soep gedeeld, het gesprek tussen de jonge Remonstranten kan beginnen.
Tekst en foto’s: Teun-Jan Tabak
Teun-Jan Tabak is journalistiek ambassadeur van de Raad van Kerken