Een gang vol rollators, die had Mona van den Berg bij andere opvangvoorzieningen niet gezien. Voor haar boek ‘Ongedocumenteerd en op leeftijd’ fotografeerde ze op diverse plekken in het land oudere asielzoekers en andere vreemdelingen zonder papieren – onder meer in Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en in Groningen in het INLIA Gasthuis. Het fotoboek maakt een gemarginaliseerde, kwetsbare groep mensen zichtbaar.
Het zijn mensen die hier vaak al meer dan tien, twintig of zelfs dertig jaar zijn. Afgewezen asielzoekers, bejaarde arbeidsmigranten. Doordat ze geen (geldige) identiteitspapieren hebben, zijn ze veroordeeld tot een leven zonder rechten, zonder uitzicht. Van den Berg maakte foto’s van mensen in diverse opvangvoorzieningen én daarbuiten. Want er is ook een groep die zelfs helemaal geen toevluchtsoord heeft. Haar foto’s geven al die mensen letterlijk een gezicht.
Het werken met (niet-gedocumenteerde) asielzoekers en vluchtelingen is niet nieuw voor Van den Berg. Niet alleen fotografeerde ze vluchtelingen van het Midden-Oosten tot Curaçao, ze werkte eerder ook als asieladvocate. Maar inmiddels is ze al zo’n twintig jaar fotografe, voor onder meer Trouw, de Volkskrant en NRC.
3de prijs Zilveren Camera
Een jaar werkte ze aan het nieuwe boek. De fotoserie werd onderscheiden met de 3de prijs van de Zilveren Camera voor Nederlandse fotojournalistiek en documentaire fotografie. “Voor de groeiende groep ongedocumenteerden die ouder wordt, is het leven zonder rechten vaak een zware last”, vermeldt de uitgave van de Zilveren Camera.
“Met het klimmen der jaren verzwakt hun gezondheid. Nu ze ouder en vaker ziek zijn wordt het leven zonder papieren steeds lastiger. Een groep waarover wordt gezwegen. Geen recht op een menswaardige oude dag, met een blijvend dak boven het hoofd, een uitkering of AOW, en goede lichamelijke en psychische zorg”, vervolgt de uitgave.
Hoogbejaard en ernstig ziek
INLIA herkent dat helaas maar al te goed; de benedenverdieping van het Gasthuis Groningen is vrijwel alleen door (hoog)bejaarden en ernstig zieken bezet. Mona van den Berg zag het: “INLIA vangt veel echt oude mensen op, met veel medische klachten ook.” Niet voor niets is een van de foto’s die van een kastplankje vol medicijndoosjes en -potjes.
Hoe ervaart ze het, zo’n reportage maken? Haar boosheid wordt erdoor aangewakkerd, vertelt Van den Berg: “Boosheid over het systeem waarin deze mensen gevangen zitten. Ik vind het belangrijk de onmenselijkheid van dat systeem zichtbaar te maken.” Activistisch(er) wordt ze ervan, maar ze heeft niet de illusie dat haar werk het systeem zal veranderen.
Gezien worden
Ze wil in ieder geval laten zien wat er aan de hand is. Laten zien hoe precair de situatie van deze groep ouderen is. En: wat ze doet maakt wel verschil voor de mensen zelf, merkt ze: “De mensen die ik in beeld breng, voelen zich gezien. En dat is wat we allemaal willen, toch? Gezien worden? Zeker als je in zo’n situatie verkeert.”
Gezien voelen ze zich zeker, de bejaarde asielzoekers in nood die Van den Berg in het INLIA Gasthuis Groningen fotografeerde. Zodra het fotoboek ter sprake komt, lichten ogen op en verschijnen er glimlachen. Bij Gopaal (82) en zijn vrouw Revathy (73) uit Sri Lanka bijvoorbeeld. 25 jaar geleden zijn ze voor de burgeroorlog daar gevlucht.
Zij heeft nu onder meer hartklachten en astma – op een van de foto’s staat ze met haar inhalator – Gopaal heeft Parkinson. Hij is vaak verdrietig en onthoudt heel weinig meer. Vraag hem niet welke dag van de week het is, welke maand of zelfs welk jaar. “Mijn geheugen is niks meer”, zegt hij droevig. Maar begin over de fotosessie met Van den Berg en hij weet het nog. De mooiste foto? Natuurlijk die van hem en zijn vrouw samen in de gang, allebei achter hun rollator.
Hartelijke ontvangst
De 76-jarige Foma en zijn 66-jarige Rita komen uit Azerbeidzjan (hij) en Armenië (zij). Wie de politieke situatie in beide voormalige Sovjetrepublieken kent, weet dat het echtpaar niet samen in een van beide landen terecht kan. Zo zitten ze hier al decennia klem. Ze hebben een waslijst aan medische klachten, de foto van het plankje vol medicijnen komt van hun kamer. Een kamer die, hoe klein ook, gezellig is gemaakt met de weinige middelen die Foma en Rita hebben.
Een kamer waar je bovendien allerhartelijkst welkom wordt geheten. Beiden bieden diverse keren koffie aan. Nu geen koffie? Dan moet je ervoor terugkomen! Ook de fotografe zal hier niet kunnen zijn vertrokken zonder iets te nuttigen. Rita is, gelovig als ze is, bijzonder blij met de foto van haar biddend bij een afbeelding met een Armeens gebed. Maar de mooiste foto is toch die van haar en Foma samen, hij met zijn arm om haar schouders, beiden de ogen gesloten. Ze zitten klem, maar ze hebben elkaar.