Een kwart eeuw tussen wal en schip

‘Ik kan niet zeggen dat het helemaal goed gaat’, zegt Rahimullah Daqiq. Het is een understatement, want de Afghaanse dichter, schrijver en vertaler leeft al 25 jaar in onzekerheid. Hij mag niet blijven en kan niet weg: een kwart eeuw tussen wal en schip. En dat blijft voorlopig zo, na een recente gerechtelijke uitspraak.
 
De rechtbank in Groningen heeft het beroep van Daqiq tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond verklaard. Zo blijft hij nog steeds uitgesloten van alles wat een mens normaal kan doen; een werkkring vinden, een woning betrekken, opnieuw studeren, promoveren eventueel, (her)trouwen. Wie niet legaal hier is, bestaat officieel niet en in werkelijkheid slechts in de marge.

Iets goeds doen

We schreven eerder over hem, in augustus 2017. Hij zat toen al 9 jaar in de opvang bij INLIA en zei: Je wil je leven betekenis geven, iets goeds doen. Hij had het gevonden ook: de voormalige directeur van het provinciale bureau landhervormingen was dichter, schrijver en vertaler geworden. Hij had net ‘De wereld van Sofie’ vertaald, het bekende boek over westerse filosofie. Dankzij hem konden de Afghanen erover lezen, tot de Taliban weer aan de macht kwamen.
 
Daqiq vluchtte in 1997 al voor de gewelddadige machtsovername van die groep. Maar omdat hij ambtenaar was onder het bewind daarvóór, zegt de IND dat hij eerder mogelijk medeplichtig was aan mensenrechtenschendingen. Hij is daarvoor echter nooit strafrechtelijk vervolgd. En heeft zijn onschuld dus ook niet aan kunnen tonen. Maar ondertussen kan hij geen kant op. Hij kreeg in 2013 een inreisverbod voor Nederland, hoewel hij al hier was en nergens heen kon, en de IND tegelijkertijd erkende dat hij gevaar liep bij terugkeer naar Afghanistan.
 
In het artikel uit 2017 zegt hij daarover: Ik mag niet hier blijven, ik kan niet terug, ik mag niet naar een derde land. Waar moet ik heen? De hemel? Onder de grond? Je kunt een verdenking hebben, dat kan een aantal jaren duren, maar twintig jaar? Wanneer houdt het op? Wie mensenrechten schendt, hoort berecht te worden. (…) Als je mij verdenkt, moet je mij vervolgen.

Tienjarenbeleid

Daqiq stapte dit jaar opnieuw naar de rechter om een verblijfsvergunning. Meer precies: hij vroeg om opheffing van het inreisverbod en toepassing van het tienjarenbeleid voor zogeheten ‘1F-ers’; vernoemd naar artikel 1F uit het vluchtelingenverdrag waarin staat dat iemand wordt uitgesloten van asiel als er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid.
 
Maar ook 1F-ers mogen Nederland niet uitgezet worden als ze daarmee risico lopen op foltering of onmenselijke behandeling. Dat bepaalt artikel 3 van het EVRM, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het tienjarenbeleid behelst dat een 1F-er die al tien jaar niet kan worden uitgezet vanwege het risico op foltering, alsnog een vergunning kan krijgen.
 
Je zou denken: dat is hier van toepassing. Daqiq zit immers al een kwart eeuw in die positie. En de IND erkende in 2017 al jaren dat hij gevaar zou lopen bij terugkeer. Daqiq hoopte dat de rechters naar hun geweten zouden luisteren, zei hij. Maar de rechtbank wees het verzoek af. Het tienjarenbeleid zou niet van toepassing zijn.

Afghanistan veilig?

Want van april 2019 tot augustus 2021 – tot de Taliban weer aan de macht kwamen – zou het volgens de Groninger rechters veilig zijn geweest om terug te keren naar Afghanistan. Daqiq had toen terug gekund, vindt de rechtbank; bijgevolg gaat de tienjarenperiode pas weer tellen vanaf 2021. Komt u in 2031 maar weer terug.
 
Frappant is dat de Afghaanse minister van Migratie in april 2019 – aan het begin van die periode dus – juist opriep geen mensen uit te zetten naar Afghanistan: het was niet veilig. Dat dit zo was, werd in augustus 2021 wel duidelijk. Als Daqiq in die periode was teruggekeerd, had hij voor zijn leven moeten vrezen. Zeker als hij er nu nog had gezeten, onder het Taliban-regime.
 
Had hij zijn leven in 2019 in de waagschaal moeten stellen door terug te keren? En wat had hij moeten doen na de machtsovername? Waar had hij naartoe moeten vluchten? De Engelsen hebben een uitdrukking voor dit soort uitspraken: From the safest places come the bravest words. Vanaf de veiligste plekken, komen de dapperste woorden.

Dode letter

Volgens de betrokken jurist van INLIA is het duidelijk onterecht dat er gesteld wordt dat het van april 2019 tot augustus 2021 veilig was en er dus geen art. 3 EVRM belemmering was voor Daqiq. Integendeel: die belemmering geldt al 25 jaar en omdat hij vanwege art. 1F ook geen asiel krijgt, valt hij al die tijd al tussen de wal en het schip. Het tienjaren-beleid was bedoeld om een einde te maken aan dit soort situaties, maar blijkt ook in dit geval weer een dode letter, stelt de jurist.
 
Zijn boeken – 17 inmiddels – maken Daqiq tot een doelwit. Hij blijft niettemin schrijven, doelwit is hij toch al. Zijn laatste boek gaat over twee meisjes die aan de universiteit studeren, totdat de Taliban dit verbieden. De studentes raken in psychische nood door dat verbod. De Taliban zullen dat boek misschien willen verbranden, zegt hij zachtjes. De uitgever is bevreesd.
 
Maar Daqiq schrijft door. Hij is alweer bezig met een nieuw boek. Schrijven is tenminste iets waarvoor je geen verblijfsvergunning nodig hebt. En – zoals hij in 2017 al zei: Wat belangrijk is, is dat je wat bijdraagt aan de wereld. En dit is wat ik kan bijdragen.

Foto: boeken van Daqiq