Wat een voorrecht om deze week weer direct in contact te staan met heel verschillende delen van de wereldkerk. De vergadering van de Conferentie van Europese Kerken is een plek waar veel mensen elkaar treffen die zich met passie inzetten voor de kerk. Allen op hun eigen plek willen zij gestalte geven aan waar zij zich door God toe geroepen voelen. De ontdekking van prachtige kerkmuziek in Estland, het ervaren van de diaconale gedrevenheid van kleine Protestantse kerken in Italië, het uitwisselen met Zweedse kerkleiders over wat het vraagt om kerk te zijn in deze tijd: het is allemaal bijvangst van zo’n vergadering. Alleen al die bijvangst maakt een vergadering als deze voor mij geslaagd.
De hoofdbestanddelen van de vergadering bestaan grotendeels uit plenaire besprekingen over de toekomst van Europa vanuit kerkelijk perspectief, waarop inleiders hun visie geven. Eén van die sprekers is Rowan Williams, voormalig aartsbisschop van Canterbury.
In kerkelijk taalgebruik is ‘zegen’ eigenlijk een mooier woord dan voorrecht. En dat woord ‘zegen’ gebruikt Rowan Williams als kernwoord in zijn verhaal. Wat betekent het om gezegend te zijn? En hoe zijn kerken tot zegen?
Williams probeert allereerst de zaligsprekingen in onze tijd te verstaan: Gezegend zijn zij die niet hongeren naar meer veiligheid voor zichzelf, maar naar gerechtigheid voor allen; zij die vol meeleven zijn, en niet bang om gewond te raken; zij die weten dat ze het leven niet zomaar naar hun hand kunnen zetten, maar dat ze alleen in relatie tot God en tot hun medemensen tot hun recht komen.
Visioen van het goede leven
Williams schrijft met die zegeningen in gedachten een prachtige rol aan de kerk in de samenleving toe. Kerken zijn gemeenschappen van mensen die samenkomen omdat ze zich door God geroepen weten om in hoop, geloof en liefde samen te komen. In de kerk wordt de Schrift gelezen en de Bijbel vertelt een verhaal van hoop en genade. Je wordt er steeds opnieuw uitgenodigd om je op het goede voor alles en allen te richten, ook al weet je dat je ook fouten maakt. In de kerk klinkt het visioen van het goede leven. Te midden van de diepste nood viert de kerk verzoening en opstanding. Dat geeft het leven van kerkgangers moed en richting.
Aan Williams merk je hoe hij spreekt vanuit de Engelse context, waarin de kerk heel vanzelfsprekend deel uitmaakt van de samenleving. In veel Europese landen is dat, net als in Nederland, minder vanzelfsprekend. Toch inspireert zijn verhaal me. Ik herken wat hij zegt uit eigen ervaring. Hoe vaak word ik niet juist in een kerkdienst geraakt bij het zingen van een lied of het horen van een gebed. En juist in die brede context van de wereldkerk is het me al zo vaak overkomen dat ik iemand hoor vertellen over een Bijbeltekst en dat ik tot in al mijn vezels ervaar: ‘Dit is precies waarom ik me thuis voel in de kerk, hoe ik me gedragen voel en hoe ik in het leven wil staan.’ Vrijwel altijd heeft dat te maken met de grondtoon die ik bij Williams ook proef: ‘God ziet het geheel en is met ons onderweg naar het goede voor alles en allen.’ Ik geniet ervan dat hij zich zo frank en vrij uitspreekt over de kerk.
Nooit eenvoudig
De weerbarstigheid van deze prachtige boodschap blijft tegelijkertijd ook voelbaar, zelfs in deze vergadering van Europese kerken. Onder het gehoor van Williams zitten vertegenwoordigers van Oekraïense kerken die er niet eens goed in slagen om elkaar te vertrouwen, ook al veroordeelt ieder van hen het grove geweld van Poetin en verlangt ieder van hen naar vrede in een niet-Russisch Oekraïne. Er zijn aanwezigen die graag een bijeenkomst rond LGBTIQ+-vragen willen beleggen, zij stuiten op de nodige tegenstribbelingen. Eenvoudig wordt het nooit, ook niet in de kerk. We zijn, als mensen en als kerkelijke gemeenschappen, zeker niet perfect.
Gezegend tot zegen
Wat Williams echter laat zien is hoe het verhaal van recht, verzoening en eenheid tegenwicht kan bieden aan zoveel andere verhalen die een mens in de greep kunnen krijgen. ‘Theologisch leven’, zoals hij het noemt, biedt tegenwicht aan al die succesverhalen in de samenleving van mensen die het goede uitsluitend aan zichzelf toeschrijven. Het biedt tegenwicht aan al die verhalen die je ronduit somber zouden kunnen maken. Onverschilligheid voor of uitzichtloosheid door de klimaatcrisis zijn voor Williams beiden onbestaanbaar, ook al onderstreept hij met klem hoe ernstig de klimaatcrisis is. Juist in de diepste nood is dat wat de kerk te bieden heeft van onschatbare waarde. In de kerk weten we van de gebrokenheid. We weten dat we leven van genade. We weten juist in de gebrokenheid dat we telkens opnieuw geroepen zijn om ons te richten op verzoening, met de schepping en met elkaar.
Wat een zegen om weer een stukje van de wereldkerk mee te maken. In alle gebrokenheid. Zoals we dat op zoveel plaatsen kunnen meemaken met elkaar. We kunnen vieren dat we gezegende mensen zijn. Gezegende mensen die anderen tot zegen kunnen zijn.
Karin van den Broeke is programmaleider van Kerk in Actie voor de Protestantse Kerk in Nederland. Zij maakt deel uit van het Executive Committee van de Wereldraad van Kerken.
Foto: Albin Hillert/CEC