Weet u nog; die veertig mannen in de crisisopvang in de Laarkerk? Die sliepen in de vergaderkamers en de soos, waren blij onderdak te zijn, namen de vrijwilligers het werk uit handen door zelf te koken, dweilen en schrobben én poetsten 25.000 stoeltjes op de TT-tribunes in Assen. Die groep zit nu in het Wapen van Vries, bij uitbaters Herma en Gerard. Het is een hechte club geworden.
Herma en Gerard Spaargaren van het Wapen van Vries werken al jarenlang in wat vroeger de horeca werd genoemd en tegenwoordig de ‘hospitality’ heet; de sector die draait om gastvrijheid. Van voetbalkantine tot hotel, van manege tot restaurant: ze hebben het allemaal gedaan. Want werken met gasten is het mooiste wat er is, volgens Herma en Gerard. ‘Of ze nu Henk of Piet heten of Mohammed’, zegt Herma.
Het is maar goed dat ze van hun werk houden, want Herma en Gerard wonen zelf ook in het hotel. Op een van de kamers. De kok ook trouwens. Ze zijn dus altijd beschikbaar voor een praatje, vragen, hulp, wat dan ook. En daar wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. ‘Ze komen heel veel bij ons’, zegt Gerard met een glimlach.
Dat het echtpaar en de kok er ’s nachts ook zijn, is handig: zijn ze gelijk ter plekke mocht er een noodgeval zijn. (Of ‘gedoe’, zoals sommigen in het dorp vreesden.) Bij de start was er bij enkele mensen boosheid over de korte termijn waarop omwonenden werden geïnformeerd. Herma hoopt dat diegenen beseffen dat de nood aan de man was. Mensen lagen buiten, in weer en wind, zonder sanitaire voorzieningen en zonder medische zorg (waarover ze later nog een boekje open doet).
‘Maak ‘ns een praatje’
Nog meer hoopt Herma dat de mensen die boos of verontrust waren over de komst van asielzoekers eens een praatje maken met de mannen. ‘Dan merk je vanzelf dat ze net als jij en ik en ieder ander zijn. Er is een beeld ‘donkere mannen: overlast’; onzin. Daardoor zie je niet eens meer dat dit mensen zijn. Daar moeten we echt mee ophouden.’
Ze haast zich te benadrukken dat veel buren positief tegenover de opvang stonden. ‘Ik hoop dat we dat ‘olievlekje’ kunnen uitbreiden, met positieve ervaringen.’ In dat verband kwam het verschrikkelijk slecht uit dat er door het COA recent ineens twee Algerijnse mannen in het hotel werden geplaatst. Die gedroegen zich vervelend tegen de andere gasten en leken onder invloed. Drugs en drank zijn streng verboden door het hotel en INLIA. Er is voor gezorgd dat de twee nog diezelfde dag naar Ter Apel werden gebracht.
INLIA sloot een contract met het hotel om er voor een langere periode mensen op te kunnen vangen in het kader van de crisisopvang die de stichting op verzoek van het Rijk organiseert. Die vindt veelal in kerken plaats, maar voor kerken is het ingewikkeld om maandenlang een grotere groep op te vangen. Een aantal weken vergt al heel wat inzet van vrijwilligers en kerkruimtes worden vaak al druk gebruikt. En het Rijk heeft nog steeds een groot tekort aan opvangplaatsen. Het contract met het Wapen van Vries kwam dus als geroepen.
Kamers delen
De gasten moeten hun kamers hier met z’n vijven of drieën delen. Een paar kamers zijn zo klein dat ze daarin slechts met z’n tweeën bivakkeren: luxe! De laatste kamer beneden is in gebruik als kantoor van INLIA. De INLIA-medewerkers coördineren de contacten met de IND, het COA en de kerken, de vrijwilligerslessen Nederlands (daar is grote belangstelling voor) en andere activiteiten of uitjes.
Mensen hebben ritme en structuur nodig, weten ook Gerard en Herma. Ze legden contact met de sportschool in het dorp; de mannen kunnen daar nu dagelijks terecht. Er wordt gretig gebruik van gemaakt. Net als van de fietsen van het hotel. ‘En ze fietsen hard, joh! Je moet ze echt manen tot rustiger fietsen’, lacht Gerard, ‘Er is er al wel eens eentje over de kop geslagen. Lag ‘ie in de berm. Ambulance erbij. Wij ons zorgen maken – ook over hoe dat moest met de ziektekosten, trouwens! Maar het liep allemaal los.’
Je maakt wat mee als hotelier. Hebben ze bijvoorbeeld een jongen met familie in Nederland, helpen ze hem een ov-kaart aan te schaffen, heeft ‘ie niet begrepen dat hij ook moest inchecken bij de NS. Worden ze gebeld door een conducteur ‘Ik heb hier een zwartrijder en hij heeft geen identiteitskaart bij zich, maar wel uw telefoonnummer’. Zij uitleggen. Het kwam goed; de jongen kreeg geen boete.
Voor de dood weggesleept
Acht nationaliteiten zitten er. En het mooie is: in de loop van de weken bleek het echt een vriendengroep. Een van de gasten beaamt het: ‘Komt omdat we samen in de Laarkerk zaten.’
Toen er eind oktober een nieuwe gast bij kwam, stond de hele club buiten om hem te verwelkomen. ‘Die jongen hebben we voor de dood weggesleept’, vertelt Herma.
‘Je zag aan z’n koppie dat hij zóveel pijn had. Dat joch had zeven maanden gelopen. Had zijn schoenen helemaal kapot gelopen. Zijn voeten waren blauw, de pus liep eruit, de ontsteking was helemaal naar binnen geslagen. Hij moet zo ongelooflijk veel pijn hebben gehad’, ze schudt haar hoofd. Herma haalde verband en schakelde een verpleegkundige uit Zuidlaren in. ‘Die zei later ook: dit was kantje boord.’
Na een intensief behandeltraject is de jongen uit Syrië er weer bovenop. ‘Hij helpt veel mee in de keuken. En hij fietst. Ach, het is zo’n leuk joch.’ Herma valt even stil. Bedachtzaam: ‘Je moet ook niet alles willen weten, over wat ze allemaal hebben meegemaakt. In hun land en op de vlucht. Ze hebben afgrijselijke dingen meegemaakt en gezien.’
Wijkagent
Soms merk je daar ineens wat van. Bijvoorbeeld wanneer de wijkagent een kop koffie komt halen. Een boom van een kerel in uniform. ‘De mannen schrokken zich dood, joh.’ In veel landen waar asielzoekers vandaan komen, heb je van geüniformeerde mannen immers veel te vrezen. Herma en Gerard legden snel uit: ‘Theo is een vriend.’ De opluchting was bijna tastbaar.
Ondertussen is het tijd voor de lunch. Een paar mannen helpen in het restaurant met het verschuiven en dekken van de tafels. Gezellig. Gerards oog valt op een grote, ingelijste foto; hij haalt hem van de muur: een groepsfoto. ‘Dat wilden ze graag: iedereen samen op de foto, met ons, vóór het hotel. Mooi hè?’
Nu maar hopen dat het olievlekje inderdaad steeds groter wordt.