Een delegatie van de Raad van Kerken is van 14 tot 21 november in Israël en Palestina voor ontmoetingen met vertegenwoordigers van kerken en kerkelijke organisaties. De reis gebeurt op uitnodiging van kerken in Israël en Palestina, die in 2019 een bezoek aan de Raad van Kerken in Nederland brachten. De delegatie van de Raad bestaat uit de volgende personen: Geert van Dartel, ds. Christien Crouwel, dr. Rene de Reuver, ir. Kees Nieuwerth en pater Roland Putman ofm. |
Om 15:00 uur zijn we deze dinsdagmiddag uitgenodigd door de High Committee of Church Affairs (de Commissie voor de Kerken) van de Palestijnse Autoriteit. Aan een wat ongemakkelijk formeel aanvoelende sjieke dinertafel worden we ontvangen door dr. Khouloud Daibes, Amira Hanania, dr Bishara Awad, Yousef Hodaly (orthodox), dr. Samir Hazboun (universiteit Bethlehem) en andere stafleden. Na een gebed door dr.Hazboun, wordt ons duidelijk gemaakt hoe belangrijk de aanwezigheid van christenen voor Palestina is.
Jaarlijks bezoeken drie miljoen mensen Palestina waarvan 60% pelgrims. Met 42 kerken, vijf universiteiten, enkele ministerposten en 40% van de organisaties en 60 hotels spelen christenen (1% van de Palestijnse bevolking!) een belangrijke rol in het dagelijks leven in Palestina. Zij vertelt dat ook president Abbas het economische -en sociale belang van christenen voor Palestina erkent en waardeert.
Het roept bij ons de vraag op waarom – als christenen zo belangrijk zijn – dan toch zoveel vooral jonge Palestijnse christenen het land verlaten. Als antwoord krijgen we te horen dat veel meer jongeren afstuderen dan dat er banen voor hen zijn. Het aan – of bij je werk komen wordt ook nog extra bemoeilijkt door de muur, en alle aparte maatregelen die Israël de Palestijnen oplegt. Veel jongeren verliezen hierdoor het geloof in een toekomst voor hen in Palestina.
Delen in eenheid?
In het gesprek met de commissie komt vooral naar voren hoe belangrijk het is om verhalen te delen van wat aan onrecht in Palestina gebeurt. Zelf benoemen ze dat onomwonden: apartheid. Als deze kwalificatie internationaal gedeeld zou worden, dan is misschien ook hier mogelijk wat destijds in Zuid-Afrika gebeurde: de bevrijding uit onderdrukking door internationale druk. Onze gesprekspartners hopen dat dit de weg vrijmaakt naar een onafhankelijke Palestijnse staat.
Wij vragen of het toewerken naar een gezamenlijke staat, waarin iedereen qua rechten gelijkwaardig is, niet een betere weg is om uit de huidige verdeeldheid te geraken. Hierop volgt als antwoord dat dát echt een impossible dream is. De tijd ontbreekt om hier nog over door te praten, maar een dag later krijgen we nog wel een appje van dr. Daibes dat ze het gesprek en onze openheid zeer gewaardeerd heeft.
Onderling praten we, ondanks de vele intensieve indrukken van die dag, nog met elkaar door over het gesprek, en met name over het belang om juist te werken aan een gelijkwaardig samenleven van alle mensen in Israël/Palestina. Hiervoor moet het onrecht benoemd worden, en in het land zelf meer aandacht zijn voor elkaars geschiedenis. Ook dient men elkaars kwaliteiten te respecteren. Het land is groot(s) genoeg, om nog de 200.000 stateloze Palestijnen in Libanon weer een plek te geven en tegelijk een land te blijven waar alle joden die dat willen een plek kunnen vinden.
EAPPI
0m 19:00 stipt komen Julia en Liesbeth van EAPPI binnenstappen, samen met Toine van Teeffelen van de Arab Educational Institute in hun kielzog. Christien heeft de bankstellen in de gang al verschoven om wat informeel bij elkaar te kunnen zitten. Het oorspronkelijke plan om uit eten te gaan, laten we vanwege de late en stevige zakenlunch maar varen. Voor onze gasten zetten we de vier flesjes wijn die we uit de wijngaard van Daoud Nassar hebben meegekregen op tafel met zeven glazen, zodat onze gasten niet alleen hoeven te drinken.
Toine spreekt vanuit zijn ervaring als echtgenoot van een Palestijnse vrouw. Hij is onder meer actief in het onderwijs, waar hij jongeren tussen 14 en 17 een godsdienstige vorming geeft. In zowel katholieke als openbare scholen zijn er aparte leerkrachten, zodat moslims en christenen les in hun eigen godsdienst kunnen krijgen. Bijzondere aandacht gaat uit naar extra vorming, door onder andere excursies naar heilige plekken, waar ze met elkaar delen verhalen delen, in woorden of in een spel. Door dit met en van elkaar leren groeit wederzijds vertrouwen en verbondenheid.
Omslag
Liesbeth is bijna drie maanden als vrijwilligster werkzaam bij EAPPI en gaat volgende week terug naar Nederland. Jaren geleden raakte ze door de lessen van Rabbijn Yehuda Ashkanazi bevlogen door het joodse geloof en Israël. Maar tijdens een reis naar Israël werd ze geconfronteerd met het onmenselijke gezicht van de bezetting en raakte ze op heel andere wijze op Israël betrokken. Hierdoor heeft ze het contact met enkele van haar joodse vrienden verloren, soms zelfs zonder een enkel gesprek met hen over wat ze had meegemaakt.
Julia moet nog beginnen, maar heeft al wat meegelopen. Het EAPPI-team in Jeruzalem bestaat uit acht personen, verdeeld over twee groepen. Men gaat telkens met minimaal twee personen op pad. Het kan zijn dat je kinderen naar school begeleidt, of toezicht houdt als de kinderen uit school komen. Zoals we zelf al gehoord hadden in Hebron, staan er vaak zwaarbewapende soldaten op het schoolplein. Ook zelf hebben we die ochtend in Hebron gezien hoe kleine kinderen zelfs worden afgeblaft. Julia heeft inmiddels ook al bij checkpoints gestaan om waar te nemen en daarmee te bevorderen dat volwassenen en kinderen netjes worden behandeld. Zelf werd ze tot nu toe vriendelijk bejegend, maar soms gebeurt het dat als EAPPI-medewerkers hun hesje aanhebben, ze verzocht worden weg te gaan.
Ontheemd
Liesbeth vertelt dat er gemiddeld elke dag twee huizen van Palestijnen worden gesloopt. Zo worden in een wijk in Oost-Jeruzalem 200 huizen met sloop bedreigd. Als reden wordt aangevoerd dat er ooit joodse mensen hebben gewoond. Dikwijls spannen kolonisten rechtszaken aan tegen Palestijnse bewoners, die geen advocaat kunnen betalen, en dan dreigt de sloop. De sloop wordt vaak niet aangekondigd, en bij thuiskomst is je huis met alle huisraad dan al vernield. Liesbeth vertelt ons over een meisje dat elke dag met haar knuffel naar school komt, omdat ze bang is, die onder het puin te verliezen.
Ook op andere manieren worden mensen op grove wijze geïntimideerd en uit hun huizen gepest, bijvoorbeeld door vernielingen en nachtelijke invallen. Het gebeurt regelmatig dat in het holst van de nacht een groep gewapende soldaten de deuren intrapt, de huisraad overhoop haalt of vernielt en volwassenen en kinderen uit bed haalt. Toine voegt toe dat hij en zijn buren dat ook hebben meegemaakt. Alleen aan hem kwamen de soldaten hun verontschuldigingen aanbieden. Deze ‘raids’ vinden willekeurig plaats en zijn een normaal onderdeel van de militaire opleiding. Soms wordt een huis twee maal achter elkaar binnengevallen. Een bewoner reageerde na zo’n tweede inval lakoniek dat ze gelukkig de kapotte lampen van de eerste inval nog niet vervangen had…. Toine reageert hierop door te vertellen dat één van zijn programma’s het samen zingen op scholen is. Zingen helpt om traumatische ervaringen te verwerken.
Gasleiding
Op onze vraag aan Liesbeth of ze niet bang is voor de soldaten, geeft ze aan niet voor hen, maar wel voor de kolonisten bang te zijn. Die schieten vaak willekeurig en soms zelfs op de Israelische soldaten. Overvallen en vernielingen in dorpen, winkels of boomgaarden zijn geen uitzondering. Zo was ze naar een Palestijns dorpje gegaan dat door kolonisten was overvallen. De bewoners hadden zich met stenen geweerd. Toen het leger kwam, werden niet de kolonisten maar de bewoners beschoten. Binnen één vierkante meter vond ze later zowel rubberkogels, hulzen als een gasgranaat.
Ook op school en in de vluchtelingenkampen werkt het leger met gasgranaten. Er zijn daardoor veel kinderen met ademhalingsproblemen. Toine merkt op hoe een kolonist een gasleiding van een huis had doorgesneden en daarbij zelfs had opgemerkt: ‘Ik heb gehoord dat gas goed werkt!’
Terwijl dit allemaal verteld wordt en ik meeschrijf, krijg ik het akelige gevoel allerlei uitzonderlijke gruwelijkheden te zitten verzamelen om op te kunnen nemen in deze blog. Het dringt amper tot mij door hoe vreselijk al die afzonderlijke verhalen zijn. Hoe kunnen mensen dit elkaar aandoen? Wat is hier nog menselijk aan, en hoe kan het weer humaner worden?
Empowerment
Gelukkig horen we ook andere verhalen die avond. Zo vertelt Toine dat zijn vrouw naar dorpjes gaat om de vrouwen daar Engels te leren, computerles te geven en wat landbouwvaardigheden bij te brengen. Zo kunnen ze hun leven meer in eigen hand nemen. De mannen vertrekken soms al om drie uur ‘s ochtends naar hun werk, vanwege de lange wachttijden bij de checkpoints, en komen ‘s avonds laat weer thuis. Dat betekent dat vrouwen meestal het hele leven in een dorp runnen. Liesbeth voegt toe dat vrouwen zien wat nodig is: water, elektriciteit en onderwijs. Als ze weten wat ze willen, kunnen ze gericht daaraan werken en hun doelen halen. En als e elektriciteitsdraden worden doorgeknipt, en de waterreservoirs lek geschoten – of dat nu door kolonisten of soldaten is – dan weten ze die ook weer op te lappen. Toine vult aan dat hij ook groepjes vrouwen begeleidt en ondersteunt om hun mening te uiten over wat ze zien en meemaken. Voor hem is het duidelijk: Bij de vrouwen ligt de kennis, het incasseringsvermogen en de mogelijkheid om steeds meer die toekomst te bepalen.
Na deze indrukwekkende verhalen nemen we afscheid van Liesbeth, Julia en Toine. We bedanken ze voor de inspiratie die doorklinkt in hun getuigenissen en de lichtpuntjes die zij voor de Palestijnse bevolking zijn en die ook ons bemoedigen.
Roland Putman ofm
Foto: Sloop van een Palestijns huis | fotograaf: Ryan Rodrick Beiler