De Liturgische Kring viert haar honderdjarig bestaan! Met dankbaarheid mogen we terugkijken op een eeuw waarin predikanten zich erom hebben beijverd dat de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken, en later de Protestantse Kerk in Nederland, aansluiting zou vinden bij de liturgische traditie van de Ene Kerk. Het boek van Mieke Breij beschrijft de redenen voor deze dankbaarheid in een bijna vierhonderd bladzijden dik boek, dat het resultaat is van zorgvuldig onderzoek.
Het boek geeft inderdaad een gedetailleerd overzicht van de liturgische vernieuwing in de protestantse kerken in Nederland gedurende de laatste eeuw. Daarbij wordt haar betekenis voor de oecumene niet vergeten. De lezer leert hoe de Liturgische Kring van invloed is geweest, niet alleen door de initiatieven die de groep organiseerde, maar evenzeer door de eigen initiatieven van individuele leden. Het maakte dat de ideeën die leefden binnen de Kring werden uitgedragen naar de Hervormde en de gereformeerde Kerken. Maar ook werkten ze aanstekelijk op andere organisaties, zoals bv. de Van der Leeuw Stichting die sinds de jaren vijftig duidelijk de leiding neemt op belangrijke aspecten van de liturgische vernieuwing, zoals bv. de liturgische muziek. De Stichting biedt overigens ook actieve ondersteuning bij de reflectie die in de kerken plaatsvindt, onder andere door het mogelijk maken van de publicatie van liturgisch materiaal, bijvoorbeeld het Liedboek der Kerken van 1973 en het begeleidend materiaal.
Het boek biedt heel wat interessante documentatie: niet alleen nog nooit gepubliceerde afbeeldingen van personen, evenementen, kerkgebouwen en – interieurs maar ook verscheidene orden van dienst die door leden van de liturgische bij diverse, en soms historische, gelegenheden werden uitgewerkt. Bovendien citeert de auteur vaak uitgebreid uit originele documenten zoals brieven, preken, nota’s, (pers-)verslagen, waardoor ze de lezer in rechtstreeks contact brengt met de geschiedenis en haar actoren. Maar ook de beknopte biografieën van alle hoofdrolspelers mogen daarbij niet onvermeld worden gelaten. Sommige belangrijke documenten zijn in extenso als bijlage opgenomen. De rijke documentatie maakt het boek meteen ook tot een naslagwerk.
Authentieke liturgie in de traditie van de Ene Kerk van de eerste eeuwen.
Wat opvalt in de geschiedenis van de Liturgische Kring is dat liturgie nooit als een geïsoleerd fenomeen gezien wordt. Het wordt dan ook niet op een eiland bedreven maar midden de realiteit van een kerk die geroepen is in de wereld het heil te vieren en God lof te brengen. Liturgie, als aspect van het leven van (gelovige) mensen, wordt altijd betrokken alle andere aspecten, waarbij de persoonlijke innerlijke beleving de bron voor een gelovige gedrevenheid vormt. De samenleving, de cultuur, de diaconie, het vormingswerk, de catechese: de pioniers van de liturgische kring nemen ze alle even serieus en betrekken ze in hun streven naar een authentieke liturgie. Opvallend is de aandacht die in dat verband uitgaat naar jonge mensen waarvoor bijzondere diensten worden georganiseerd en zelfs jeugdkapellen’ worden gebouwd! Maar ook de wijze waarop vrouwen als vanzelfsprekend betrokken worden bij de liturgische beweging verdient bijzondere vermelding, ook al vormen ze tot op vandaag een minderheid onder de leden.
Als vanzelfsprekend halen de liturgen inspiratie bij de kerk van de eerste eeuwen omdat ze daarin juist een authenticiteit menen te ontdekken die nodig is om de liturgie én de kerk te vernieuwen. Beide hebben met elkaar te maken om niet te zeggen dat ze in hun optiek wezenlijk met elkaar verbonden zijn. Dat blijkt onder andere uit de actieve betrokkenheid bij de totstandkoming van een nieuwe kerkorde die in 1951 wordt ingevoerd. Naarmate er meer diversiteit komt onder de leden van de Liturgische Kring ontstaat er echter ook meer discussie ontstaan over de gewenste ordening van de kerk. De discussie, vanaf de jaren vijftig, over de ‘evangelisch-katholieke’ identiteit van de kerk, waarbij uitdrukkelijk ook de vraag naar bv. het bisschopsambt gesteld wordt, illustreert een en ander. Meer recent krijgt men eveneens oog van de joodse invloeden op de christelijke liturgie.
In de Eerste Kerk leren de pioniers dat de kerk wezenlijk ‘katholiek’ is en die katholiciteit zien ze uitgedrukt in de liturgie. De katholiciteit drukt zich uit in de liturgie en verwijst naar het gemeenschapskarakter van de kerk en naar de verbondenheid die wezenlijk is voor de kerk. De liturgie is voor de leden van de Liturgische Kring voor alles een vieren van en door de gemeenschap, met een duidelijke en vooral dienende rol van de voorganger. De liturgie drukt de identiteit van de kerk uit (‘De Kerk is wat ze viert’!). Die identiteit bestaat erin ‘gemeenschap van heiligen’ te zijn.
De vernieuwing van het kerklied en het belang van de samenzang is een ander thema dat uitdrukkelijk de aandacht vroeg. Organisten en koorleiders hebben een cruciale rol in dat verband en worden uitdrukkelijk als liturgische actoren benoemd. Zoals bekend heeft Van der Leeuw daartoe het nodige bijgedragen door zijn publicaties, die dan ook in boek uitvoerig aan de orde komen. Toch was Van der Leeuw niet helemaal gelukkig met het gezangboek van 1938,, ook al was daarin al duidelijk de invloed van de Liturgische Kring vast te stellen, zoals de indeling naar het kerkelijk jaar en de keuze voor de klassieke bestanddelen van de eredienst.
Ook het kerkinterieur kreeg de nodige aandacht. Een hoofdstuk van het jubileumboek is eraan gewijd. Het vertelt hoe de leden van de Liturgische Kring zich beijverden om in hun kerken letterlijk ruimte te scheppen voor de liturgie en de inrichting ervan een uitdrukking te laten zijn van hun theologisch zelfverstaan waarin de sacramenten een centrale plaats innemen. Reeds in het in 1934 door de Kring uitgegeven ‘Handboek voor de eredienst’ kan men een artikel vinden over de kerkinrichting. Dat de ideeën ook weerklank vonden in de kerk blijkt b v. uit de publicatie ‘Protestantse Kerkbouw’ door de studiekring ‘Eredienst en kerkbouw’ van de Hervormde Kerk uit 1946 en uit het rapport ‘Beginselen van kerkbouw’ uit 1954. Maar dat in dat verband ook de nodige controverse ontstond, zal niemand verbazen.
De Liturgische Kring in het theologisch en kerkelijk debat
Dat vernieuwingspogingen door de Liturgische Kring stootten inderdaad ook op veel weerstand. Dat is begrijpelijk in de context van een kerk die dan al zoekende is naar haar missie voor mens en wereld. Het conflict tussen van der Leeuw en Noordmans bv. wordt tot in detail behandeld. De invloed van de Verlichting mag in het protestantisme niet onderschat worden. Zowel wat betreft de nadruk op het individu als een soort van openbaringsobjectivisme à la Karl Barth zijn daarvan de tekenen. Het kon niet anders dan dat de meer mystieke insteek van de liturgisch geïnspireerde ‘katholieke’ protestanten van de liturgische op veel onbegrip konden rekenen. Maar dat was trouwens ook het geval voor hun relatie met de ‘vrijzinnigen’ die evenmin raad wisten met de meer mystieke benadering van de liturgen die door hen vaak als te ‘orthodox’ werd gezien. De liturgische kwam dus al snel tussen beide knel te zitten: de orthodoxen aan de ene kant die hen ‘Roomse trekken’ verweten en de vrijzinnigen aan de andere kant die veel moeite hadden met de ‘mystieke benadering’ door de Kring. Men is er duidelijk in geslaagd het kerkelijk beleid m.b.t.de liturgie wel degelijk te beïnvloeden, ook al blijkt uit verschillende kerkelijke documenten dat men ook veel compromissen heeft moeten sluiten en veel realistisch water bij de liturgische wijn heeft moeten doen. Dat blijkt bv. uit het ‘Dienstboek-in Ontwerp’ dat in 1955 verschijnt. Interessant is het om vast te stellen dat uiteindelijk einde van de jaren vijftig ook binnen de Gereformeerde Kerken een liturgische werkgroep actief wordt, waarmee de Liturgische Kring op zijn beurt ook de verbinding zoekt. Vele lijnen lijken samen te komen in de realisatie van het nieuwe Dienstboek van de Protestantse Kerk. dat in twee delen, resp. in 1998 en 2004 gepubliceerd kan worden. Deze uitgaven mogen gezien worden als het product van decennialange reflectie en samenwerking tussen theologen, dichters en musici die samen maar een doel hadden: een authentieke liturgie die gevoed wordt door Bijbelse en vroegchristelijke wortels en duidelijk een bijdrage zou zijn aan de oecumenische ontwikkelingen op dit gebied.
Dat er spanning is tussen de actuele pastorale eisen en de trouw aan de vroegkerkelijke traditie wordt door de Liturgische Kring gezien als een belangrijke uitdaging waarvan de inzet de authenticiteit van de liturgie is. Het is inspirerend om te lezen hoe men die spanning actief ter hand wist te nemen. Dat blijkt bv. nog uit de meest recente publicatie van de Kring: ‘Vieren met visie’ uit het voorjaar van dit jaar. De tekst ervan is opgenomen in de bijlagen van het boek. Maar ook de spanning met de kerkelijke ontwikkelingen blijven voortduren. Zo publiceerde de Liturgische Kring in 2016 zijn kritiek op het visiedocument van de Protestantse Kerk in Nederland ‘Kerk : waar een Woord is, is een Weg.’ (Ook opgenomen als bijlage.)
De Kring als platform
De reflectie die binnen de Kring heeft plaatsgevonden is trouwens indrukwekkend. Het valt op hoe groot het aantal publicaties is dat door (leden van) de liturgische kring het licht zag. Ze worden alle min of meer uitgebreid besproken. Een lijst van alle publicaties van de Kring zelf is opgenomen als bijlage. Dat de reflectie verder gaat blijkt uit het overzicht van de onderwerpen die in de loop van de laatste twintig jaar aan bod kwamen in de Kring. Het blijkt dat men nog niets verloren is van de brede benadering die het denken over de liturgie verdient en die ervoor zorgt dat ook de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen daarin worden meegenomen. En ook nu blijkt dat de diversiteit onder de leden van de Liturgische Kring nog steeds groot is wat tot uiting komt in heel verschillende stellingnamen. De discussie is nooit ten einde en dat is wellicht ook de kracht van de Kring als een platform waar men elkaar kan ontmoeten en verrijken.
Op de laatste bladzijde prijkt als een uitroepteken de doelstelling van de Kring: ‘Onder het motto Onderzoek alles, behoud het goede (1 Tess. 5:21-22) blijft het voor de honderd jaar geleden opgerichte Liturgische Kring anno 2021 een uitdaging hoe oude en nieuwe vormen van liturgie kunnen worden verbonden met de cultuur en de mensen in het hier en nu.’ (p. 348) Ook na honderd jaar is zo’n Kring duidelijk meer dan nodig!
Dr. Joris Vercammen
Mieke Breij, De kerk is wat ze viert. 100 jaar Liturgische Kring in vogelvlucht. Utrecht, Kokboekencentrum Uitgevers, 2001, 383 bladzijden.