Repliek op een storm van kritiek

Geert van Dartel, voorzitter van de Raad, gaat in op de storm van kritiek die de Raad de afgelopen weken te verduren kreeg n.a.v. de steunbetuiging aan een brief van de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken in het Midden-Oosten aan minister Blok.

In de afgelopen weken stak er een storm op, die in de geschiedenis van de Raad van Kerken in Nederland ongekend is. Aanleiding was de steunbetuiging van de Raad van Kerken aan de brief van de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken in het Midden-Oosten. De intentie van de Raad was en is om de noodkreet van de kerken uit het Heilige Land expliciet onder de aandacht te brengen van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken. Als de voornemens van de Israëlische regering, om een groot deel van de Westelijke Jordaanoever onder zijn soevereiniteit te brengen, doorgezet worden, betekent dat het einde van de tweestaten-oplossing en een slag voor het vredesproces. Unilaterale stappen van Israël zijn een schending van het internationaal recht en van overeenkomsten die Israel met de Europese Unie heeft gesloten. Een politieke oplossing kan alleen maar tot stand komen onder erkenning van de principes van het internationaal recht en op basis van politieke onderhandelingen met erkenning van de rechten van beide partijen.

Kritiek

Dit had de Raad van Kerken nooit mogen zeggen, zo betoogde een keur aan critici van christelijke en joodse signatuur in columns op allerlei platformen. Door de organisatie Christenen voor Israel werd een heuse campagne opgezet om de lidkerken van de Raad van Kerken te bewegen zich van de steunbetuiging aan de brief van de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken van het Midden-Oosten te distantiëren. Daartoe werd de steunbetuiging van de Raad geframed als een oproep tot het heffen van sancties tegen de staat Israël. Vrijwel iedereen nam het over. Het punt van het internationaal recht werd gebagatelliseerd, over de noodkreet van de Kerken uit Israël en Palestina geen woord.

De kwestie heeft de Raad van Kerken zeer beziggehouden. Procedureel en inhoudelijk hebben we de steunbetuiging aan de brief van de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken van het Midden-Oosten in de plenaire raadsvergadering geëvalueerd en daarover publiekelijk – vanwege alle ophef – verantwoording afgelegd op de website. Ook schreven we een vervolgbrief aan minister Blok om met eigen woorden duidelijk te maken wat onze bekommernis is: het verlangen dat er opnieuw stappen gezet worden naar onderhandelingen over vrede. De Raad opteert voor het kader van het internationaal recht, opdat mensen en bevolkingsgroepen met en naast elkaar kunnen leven. Het behoort echter niet tot de competentie van de Raad van Kerken in Nederland om op te roepen tot het heffen van sancties of het opleggen van strafmaatregelen tegen Israel. Wie de brief wil lezen, kan deze opvragen bij het secretariaat.

Open brief Christenen voor Israel

Christenen voor Israel schrijft op zijn website triomfantelijk over de gevoerde campagne en bedankt de achterban voor de vele reacties die van belang waren voor het gesprek met de Raad van Kerken en de lidkerken. Op 25 juni publiceert Christenen voor Israel zelf een open brief aan minister Blok waarin de minister ‘namens veel christenen die zich verbonden weten met de staat Israel en het Joodse volk’, wordt opgeroepen zich bij de Europese Unie in te zetten voor goede handelsrelaties met Israël, ook als Israël na 1 juli mocht besluiten de gebieden op de Westelijke Jordaanoever onder Israëlische soevereiniteit te plaatsen.

Twee argumenten worden daarbij naar voren gebracht: het Bijbelse visioen dat het herstel van Jeruzalem en Israël een voorbode is van de vrede die deze wereld zal vervullen én het gegeven dat Israël in het Midden-Oosten de enige democratische staat is waar mensenrechten en minderhedenrechten worden gerespecteerd. In alle andere landen in de regio is het daarmee bar slecht gesteld.

Met de grote betrokkenheid op en inzet voor Israël en het Joodse volk kan ik een heel eind meegaan. Het bestaansrecht van de staat Israël en de noodzaak om voor de veiligheid van zijn burgers te zorgen staan buiten kijf. Maar is het met een beroep op een Bijbels visioen toegestaan onrecht te legitimeren? Want dat zou het unilateraal plaatsen van deze gebieden onder de soevereiniteit van de staat Israël conform het internationaal recht zijn. Helpt het Israël werkelijk als het geconfronteerd zou worden met een veroordeling door de VN of volledig afhankelijk is van de verhoudingen binnen de veiligheidsraad om die veroordeling te voorkomen?

Is hier niet sprake van slechte theologie die in politiek opzicht noodlottig kan uitpakken? In het verleden heeft de Raad van Kerken zich indringend bezig gehouden met de verhouding tot het Joodse volk en de staat Israël. In 1981 leidde dat tot de verklaring van de Raad van Kerken betreffende het hardnekkige antisemitisme, bestemd voor christenen en kerken in Nederland. Nog steeds van belang mede vanwege de bijbels-theologische uitgangspunten in deze tekst.

Zou Israël er niet veel meer mee gebaat zijn als het zijn kracht inzet om vrede niet alleen met de Palestijnen, maar ook met de nabuurstaten na te streven? Zie ook in het Nederlands Dagblad van vandaag het fragment uit “De laatste lezing. Hoe het verder moet met Israël” van Amos Oz (1939-2018), waarin hij zegt dat iedereen in Israël diep in zijn hart eigenlijk wel weet dar er naast een Joodse ook een Palestijnse staat moet komen.

Verlangen naar recht en vrede voor allen

In de geteisterde regio van het Midden-Oosten is Israël een sterke staat met een democratische traditie en een functionerend politiek systeem. Israël kan een voorbeeld zijn voor andere landen mits het land in staat is vrede te sluiten. Maar zal Israël een democratie en rechtsstaat blijven als de vlucht naar voren gekozen wordt en unilateraal gebieden onder de soevereiniteit gebracht worden, buren en vrienden dichtbij en veraf van zich vervreemdend?

De steunbetuiging van de Raad van Kerken in Nederland aan de brief van de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken van het Midden-Oosten, kreeg het de afgelopen weken zwaar te verduren. Ik ben benieuwd of dezelfde columnisten nu ook in de pen klimmen om hun mening te geven over de open brief van Christenen voor Israel aan minister Blok. Hun zwijgen zal als instemming worden verstaan.

Als Raad van Kerken zijn we ons er terdege van bewust dat wij de problemen in het Midden-Oosten niet kunnen oplossen. Maar we kunnen ook niet de noodkreet van christenen uit de landen in het Midden-Oosten zomaar terzijde leggen. Wel kunnen we er aan bijdragen dat het gesprek hierover in Nederland op een integere manier gevoerd wordt. Niet door onjuiste feiten en frames in columns maar klakkeloos over te nemen. Niet door haatmails te sturen. Maar door in dat gesprek in het oog te houden waar het uiteindelijk om gaat: Het vinden van wegen die leiden naar recht en vrede voor allen. 

Geert van Dartel, voorzitter van de Raad van Kerken in Nederland