Minister Blok stuurde een brief over het Nederlandse beleid inzake kernwapens naar aanleiding van de verklaring die de Raad van Kerken opstelde tegen de nieuwe kernwapenwedloop. De reactie van minister Blok geeft mij een dubbel gevoel.
De minister bevestigt nogmaals dat de Nederlandse regering ‘zich zal blijven inzetten voor een kernwapenvrije wereld’ en geeft een aantal voorbeelden van actieve Nederlandse deelname aan overleg in internationaal verband. Goed ook dat de minister schrijft dat ‘wij ons bewust zijn van de humanitaire en andere gevolgen van de inzet van kernwapens’. Dit zouden we dan internationaal ook duidelijker naar voren moeten brengen. Immers – zoals ook Fred van Iersel reeds opmerkte – leidt dit nog niet tot concrete stappen om tot uitvoering van artikel VI van het Non Proliferatie Verdrag (NPV) over te gaan: namelijk de verplichting tot alomvattende en verifieerbare uitbanning van kernwapens door middel van internationale onderhandelingen.
NAVO-bondgenootschappelijke verplichtingen
Bovendien stelt de minister in reactie op het voorstel van de Raad dat Nederland als lidstaat van de VN het Verdrag tot een Verbod op Kernwapens (TPNW) ondertekent, Nederland dit niet kan doen. Daarbij beroept hij zich op de ‘NAVO-bondgenootschappelijke verplichtingen’ die dit onmogelijk zouden maken.
De woorden nucleaire wapens of kernwapens staan echter nergens in het Noord Atlantische Verdrag. Het NAVO-verdrag spreekt zich helemaal niet uit over welke wapens er ingezet zouden moeten/kunnen worden bij de verdediging van het gemeenschappelijk grondgebied. Dus staat het lidstaten vrij om op dat vlak eigen keuzes te maken. Zo hebben Denemarken, Noorwegen en Spanje kenbaar gemaakt dat zij geen kernwapens toelaten op hun grondgebied in vredestijd. IJsland en Litouwen gaan nog een stap verder en hebben verklaard dat zij de inzet van kernwapens niet toestaan, zelfs niet in conflictsituaties.
De minister verwijst echter naar de strategie – documenten van het NAVO bondgenootschap en in het bijzonder naar de uitspraak dat kernwapens ‘zolang zij bestaan deel uit zullen maken van de strategie’. Echter in diezelfde strategie staat ook dat voorwaarden geschapen moeten worden voor een wereld zonder kernwapens! Dat laatste is volledig in overeenstemming met het NPV. Dat strategiedocument – in tegenstelling tot het Noord Atlantisch Verdrag zelf – is echter geen juridisch bindend, maar een politiek document en staat ondertekening van het TPNW niet in de weg.
De minister heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat er inderdaad geen juridische belemmeringen zouden zijn voor Nederland om het Verdrag tot een Verbod op Kernwapens (TPNW) te ondertekenen.
Concrete stappen mogelijk
Waarom doen we dat dan niet? Kennelijk omdat dat verdrag wel gepaard gaat met de verplichting af te zien van de productie, de inzet en de medewerking aan de inzet van kernwapens. Dat is – naar de mening van de Minister – strijdig met de (politieke) strategie van de NAVO. Ondertekening van het TPNW staat echter samenwerking en allianties (NAVO) met andere staten, ook kernwapenstaten, niet in de weg. Alleen vereist het wel een eigen kernwapenvrije koers. Gelet op bovenstaande is het namelijk heel wel denkbaar dat Nederland zou besluiten af te zien van de ‘bescherming’ door de ‘atoomparaplu’ van de Verenigde Staten. Dit zou de verplichtingen voortvloeiend uit het Noord Atlantisch Verdrag geen geweld aan doen. Het zou ook inhouden dat Nederland concreet de stap zet om de Verenigde Staten te vragen hun kernwapens van Nederlands grondgebied (Volkel) te verwijderen. Zeker nu er sprake is van ‘modernisering’ van deze wapens (de nieuwe kernwapenwedloop), hetgeen helemaal in strijd is met het NPV, waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd.
De minister acht het TPNW geen effectief instrument voor algehele kernontwapening. Daar kan tegenover gezet worden dat het TPNW als het ware rechtstreeks voortvloeit uit artikel VI van het NPV. De minister stelt ook dat het TPNW geen brede steun zou hebben. Maar het werd door maar liefst 122 lidstaten van de VN aangenomen en zodra 50 lidstaten het hebben geratificeerd wordt het van kracht. Inmiddels hebben al 38 lidstaten het verdrag geratificeerd, waaronder ook het Vaticaan. In zijn verklaring tegen de nieuwe kernwapenwedloop bepleit de Raad van Kerken dat Nederland als lidstaat van de VN het voorbeeld van die landen volgt en het TPNW ondertekent. Dat zou pas echt ‘inzet voor een kernwapenvrije wereld’ zijn!
Kees Nieuwerth is vicevoorzitter van de Raad en lid van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers)
- Lees de brief van minister Blok over nucleaire ontwapening
- Verklaring Raad van Kerken tegen nieuwe kernwapenwedloop
Reactie Edy Korthals Altes, oud-voorzitter sectie Internationale Zaken van de Raad:
“De zo fraai lopende zinnen van Minister Blok over de positieve instelling van Nederland verhullen een gruwelijke werkelijkheid. Er is nu een ongekende voorbereiding op oorlog gaande. Het internationale klimaat is verziekt. Juist Nederland zou nu aan de vooravond van de hernieuwde wapenwedloop krachtig stelling moeten nemen tegen de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens op Nederlands grondgebied: dat kan wanneer én het UN Verdrag Tegen Kernwapens (ICAN) getekend wordt én door duidelijk te maken dat er een nieuwe situatie is ontstaan inzake Volkel door de voorgenomen modernisering. Vooral na de publicatie van de Amerikaanse top secret documenten, die recentelijk gepubliceerd werden, waaruit blijkt dat Nederland geen enkele zeggenschap heeft over de inzet van Amerikaanse kernwapens. Nederlanders moeten goed weten, dat nu Nederlandse militairen met Nederlandse vliegtuigen de Amerikaanse kernwapens zouden moeten inzetten op bevel van een president, die niet bij iedereen vertrouwen wekt. Ook ligt hier een politiek zeer gevoelig probleem: is deze geheime afspraak met de VS niet in strijd met de grondwet? Blok’s bloemrijke woorden over onze vreedzame intenties verhullen de ijzeren hand die erachter zit. De minister gaat voorbij aan het feit dat ondertekening van het UN-Verdrag Tegen Kernwapens een sterk positief signaal zou afgeven.”