In een periode dat Europa zucht onder een migratiecrisis en Nederlandse politici hardop overwegen een grens te stellen aan het aantal nieuwkomers dat ons land jaarlijks kan opnemen, zet de Gebedsweek voor de Eenheid (19-26 januari) dit jaar in op de buitengewoon vriendelijke ontvangst van schipbreukelingen op het eiland Malta. Schipbreukelingen uit de 1e eeuw wel te verstaan, waaronder de apostel Paulus, die op weg naar Rome strandden voor de kust van Malta en ternauwernood in leven bleven. De teksten voor de Gebedsweek voor de Eenheid werden dit keer voorbereid door een oecumenische werkgroep van de Kerken op Malta.
In het spannende verhaal uit Handelingen 27,1-28,10 is het aan Paulus, een gevangene, te danken dat de hele bemanning de schipbreuk overleeft en veilig aan land komt. En zodra ze aan land zijn en nog maar net ontdekt hebben hoe het eiland heet, ondervinden ze de buitengewone vriendelijkheid van de plaatselijke bevolking: “ze verwelkomden ons en staken een vuur aan omdat het was gaan regenen en het koud was” (Hand. 28,3 – NBV). Paulus boezemt ook bij de plaatselijke bevolking ontzag in. Hij is nog niet ontsnapt aan de zee, of hij wordt al gebeten door een adder en ook dat deert hem niet. Bijzondere man, die Paulus, dachten ze, hij moet wel een god zijn. En even later in het verhaal geneest Paulus door gebed en handoplegging de vader van de gouverneur van het eiland. Dankzij al die goede daden had hij er vast en zeker kunnen blijven, ware het niet, dat Paulus zelf verder wilde naar Rome om voor de keizer te verschijnen…
Spiegel
De Maltezers zijn trots op dit verhaal. En dat is te begrijpen. Zonder Malta had Paulus Rome nooit bereikt. Maar het is niet zozeer vanwege Paulus dat dit verhaal tot uitgangspunt is genomen. Het dient als spiegel voor ons, hoe wij met nieuwkomers omgaan. Het speciale, spetterende lied dat voor deze Gebedsweek is geschreven en dat in het Nederlands is vertaald door Gert Landman, maakt dat helemaal duidelijk:
“Blijf niet stilstaan,
maar ga er op uit
naar de mensen om je heen.
Door Zijn liefde zijn wij gevoed,
Zijn genade is ons genoeg,
dat Hij ons aanneemt
is een bron van kracht en leven.
Hij trekt zich ons lot aan
overal en altijd.”
Het lied is een aanmoediging tot vriendelijkheid en gastvrijheid jegens de mensen om ons heen. Die vriendelijkheid is geen uitvinding van onszelf, maar wordt gevoed door de liefde van Christus. Bezongen wordt dat wij uit Gods genade mogen leven, dat dat een bron is van kracht en leven. Door die betrachte vriendelijkheid en gastvrijheid verandert de wereld.
Wie zal zich aangesproken voelen door dit lied? Zeker degenen, die de Gebedsweek voor de Eenheid vieren en dit lied uit volle borst zullen meezingen. Er gaat een sterk appèl van uit dat je voelt als je het zingt. Maar meer in het bijzonder denk ik aan de mensen die zich op Lesbos, Lampedusa of in Nederland elke dag bekommeren om migranten en vluchtelingen. Zij zijn echt in beweging gekomen en doen wat ze kunnen met buitengewone vriendelijkheid. Maar hoe zouden de mensen het zingen die hier aangeland zijn en soms op een ijzige muur stoten? Kunnen zij na de ontberingen die ze hebben doorstaan buitengewone vriendelijkheid opbrengen? En kan die vriendelijkheid ijzige muren doen smelten? Misschien hebben zij alleen nog hoop dat God zich hun lot aantrekt.
Wisseling van perspectief
Het is zinvol om bij dit brandende onderwerp perspectiefwisselingen toe te laten. Maltezers zijn trots op hun schipbreukeling Paulus. Juist in de maanden dat de gebedsweek wordt gepromoot, lopen de spanningen in Malta hoog op vanwege de massale demonstraties tegen de corruptie en het machtsmisbruik op het eiland. Ook zijn er berichten dat Malta vandaag de dag helemaal niet zo vriendelijk is voor bootvluchtelingen en asielzoekers. Vanuit enkele plaatselijke raden van kerken werden er kritische vragen gesteld aan het adres van het secretariaat van de Raad van Kerken in Nederland: Kunnen we wel met dit Maltese materiaal aan de slag, zonder ook concreet de situatie op Malta te benoemen? Terechte vragen, die echter gemakkelijk de aandacht kunnen afleiden van de uitdaging om onszelf die spiegel voor te houden van het verhaal uit Handelingen en ons de vraag te stellen: waar staan wij in deze kwestie? Treden we de vreemdeling in ons midden open, gastvrij en vriendelijk tegemoet of zijn we eerder voorzichtig en misschien zelfs bang dat nieuwkomers onze vrede, vrijheid en voorspoed in gevaar zullen brengen? Wat is, als we eerlijk zijn tegen onszelf, de bron van ons leven en waardoor worden we gevoed? De meditatieve teksten van de Gebedsweek voor de Eenheid bieden volop handreikingen om deze week hierover na te denken en te bidden. Hopelijk wordt het op tal van plaatsen in ons land een spetterende Gebedsweek.
De teksten voor de Gebedsweek voor de Eenheid kunt u hier vinden.
Geert van Dartel
Voorzitter van de Raad van Kerken in Nederland