Op 30 januari 2019 eindigde in de Haagse Bethelkapel een non-stop kerkdienst van 97 dagen, die als doel had een veilige plek te bieden aan het met uitzetting bedreigde gezin Tamrazyan.
Precies een jaar later, op 30 januari 2020, vond op dezelfde plek de presentatie plaats van het boek ‘Dat wonderlijke kerkasiel’. Christien Crouwel, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, nam het boek in ontvangst en sprak daarbij de volgende woorden.
“Geachte aanwezigen, dappere doorzetters, hulpvaardige hoeders van humaniteit,
In aansluiting op de goede woorden van Karel Jungheim namens PKN en Kerk in Actie, wil ook ik namens de Raad van Kerken in Nederland u bedanken voor de uitnodiging hier het boekje ‘Dat wonderlijke kerkasiel’ in ontvangst te mogen nemen.
Het is van vele kanten al duidelijk geworden en gemaakt hoe bijzonder het kerkasiel hier in de Bethelkapel is geweest, dat resulteerde in het kinderpardon en de definitieve toezegging aan het gezin Tamrazyan om hier in Nederland te mogen blijven. Die gemeenschappelijke inspanning heeft velen verwonderd, geraakt en bemoedigd! ‘Als dit kerk is, dan is er voor die kerk misschien wel meer hoop en toekomst dan we dachten’, zo klonk het van verschillende kanten.
Ook de Raad van Kerken Nederland, die wonderlijke gemeenschap van 18 kerken en kerkgenootschappen, met een totale achterban van 5,5 miljoen geregistreerde leden, heeft dit bijzondere kerkasiel met grote belangstelling gevolgd. Want de Raad heeft een lange geschiedenis met deze thematiek.
‘Overwegingen rond kerkasiel’
In 2004 brachten we een brochure uit met als titel ‘Overwegingen rond kerkasiel’. Die overwegingen waren er met het oog op de vele plaatselijke kerken en geloofsgemeenschappen die bij de Raad aanklopten om advies. ‘We zouden kerkasiel willen verlenen, maar mogen we dat eigenlijk wel? Wat betekent dat juridisch en organisatorisch, wie moeten we daarbij inschakelen? Wat staat ons te wachten?’
Die brochure uit 2004 bouwde voort op een nog weer ouder document uit 1999, dat op zijn beurt weer refereerde aan situaties in de jaren zeventig, tachtig en negentig.
Hoewel door de jaren heen situaties en wetgeving telkens veranderden, is het uitgangspunt van de Raad omtrent kerkasiel, zoals in die brochure verwoord, niet veranderd. Dat uitgangspunt was en is de erkenning van de vrijheid die iedere kerk en geloofsgemeenschap heeft om in uiterste nood kerkasiel te verlenen.
Ik wil in het kort enkele van de overwegingen uit het document van 1999 aanstippen, die de Raad daarbij meegaf.
- Kerkasiel dient alleen plaats te vinden als er sprake is van een fundamentele bedreiging of fundamenteel onrecht die het geheel van een mensenleven raakt.
- Kerkasiel dient in principe een tijdelijk karakter te dragen en dient zeer selectief gebruikt te worden, en alleen als bij de verleners van het asiel reële verwachtingen bestaan dat een verblijfstitel, hier of elders, alsnog te bereiken valt.
- Kerken dienen af te wegen of ze het asiel echt kunnen dragen. ‘De morele verantwoordelijkheid voor de mensen die men opneemt, dient afgewogen te worden tegen de menskracht de middelen en het enthousiasme die men voor de langere termijn kan mobiliseren’
- De verantwoordelijkheid ligt daarbij bij de lokale geloofsgemeenschap
De brochure van 2004 voegde daar het volgende aan toe:
Doorgaande eredienst
‘De Raad van Kerken is zich ervan bewust dat kerkasiel een beladen kwestie is. Moeten de kerk en haar leden immers de macht van het bevoegd gezag niet respecteren? Voor alle duidelijkheid moet worden opgemerkt dat een geloofsgemeenschap of een persoon die onderdak beidt aan vreemdelingen die met uitzetting bedreigd worden, geen strafbare handeling pleegt. Wel gaat men in tegen hetgeen het bevoegd gezag verlangt. Er is dus geen sprake van burgerlijke ongehoorzaamheid. Strafbaar is wel een geloofsgemeenschap of een particulier persoon die onderdak verleent zonder de autoriteiten in te lichten. Het bevoegd gezag kan te allen tijde het kerkgebouw binnenkomen om deze vreemdelingen op te halen tenzij er een eredienst gaande is, waarvoor minimaal twee mensen aanwezig moeten zijn.’
Het is de grote verdienste van u, bevlogen en volhardende leden van de Protestantse Kerk Den Haag, STEK en vele anderen, die laatste wettelijke bepaling zeer serieus te hebben genomen in het Bethelse kerkasiel. Een 97 dagen en nachten durende eredienst, met minimaal twee aanwezigen…
Daad van geloof
Maar het ging u er daarbij uiteindelijk niet om om ‘door de mazen van de wet’ te gaan. Het ging u niet om een of andere handige truc. In tegendeel. Ik heb het geboden kerkasiel verstaan als een zeer waarachtige daad van geloof, als antwoord op de oproep die opklinkt uit de Schriften om elkaars naasten te zijn. Dat indringende appel dat al gedaan wordt in de eerste hoofdstukken van Genesis, als God aan Kaïn vraagt: ‘Waar is je broer?’
Dat is geen neutrale vraag, maar een vraag die om rekenschap vraagt en die ook aan ons gesteld wordt. Aan u en mij persoonlijk, maar ook aan ons als samenleving. Hoe gaan wij om met de mooie, vaak ook zo moeilijke verantwoordelijkheid die wij hebben elkaars naaste en helper te zijn?
Hoe gaan wij om met de mooie, vaak ook zo moeilijke verantwoordelijkheid die wij hebben elkaars naaste, elkaars helper te zijn?
En hoe geven wij dat vorm in onze wet- en regelgeving? Hoe kunnen wij daarin de humaniteit borgen?
Dit zijn de essentiële vragen, die ons meegegeven worden vanuit de bron van ons geloof: Het bijbelse getuigenis van een God die omziet naar weduwe, wees en vreemdeling en dat ook van ons vraagt.
Zoals sommigen van u weten heeft de Raad in november een brochure uitgebracht waarin dit bijbels-theologisch fundament wordt uitgewerkt en de sociaal-ethische vragen die dit oproept inzake het vluchtelingenbeleid aan de orde komen. ‘Geloven voorbij grenzen’ heet de brochure, en het doet me deugd te kunnen meedelen dat het volgende week in herdruk gaat.
Blik naar de toekomst
Wat de toekomst betreft: Het lijkt me aan de tijd om de brochure van de Raad over Kerkasiel weer eens een frisse update te geven. De impuls die Bethel heeft gegeven verplicht ons daartoe.
Daarnaast blijft de onzekere en onveilige situatie voor de talloze vluchtelingen in en buiten Nederland ons als kerken uitdagen permanent een vinger aan de pols te houden. De Raad organiseert daarom op 11 maart aanstaande in Dudok, hier in Den Haag, een debat met politici over deze zaken. Zo willen we, indachtig de weduwe uit het evangelie van Lucas, die belet bleef vragen bij een rechter tot ze gehoord werd, blijven kloppen – tot het klopt.”
Christien Crouwel
Algemeen secretaris Raad van Kerken