De nieuwe wending in de jarenlange oorlog in Syrië vervult velen in Nederland met grote zorgen. De troepen van de Verenigde Staten trokken zich plotseling terug uit Noord-Syrië. Turkije viel vervolgens dit gebied binnen en voert nu oorlog tegen de Koerdische milities die aan de zijde van de Verenigde Staten tegen de strijders van Islamitische Staat (IS) vochten. En die Turkse oorlog wordt – nota bene – gevoerd onder het motto Vredesbron.
Een grote stroom vluchtelingen is inmiddels op gang gekomen naar zuidelijker gebieden in Syrië en het buurland Irak, velen onder hen vluchten nu voor de tweede of derde keer! Onder hen uiteraard vele moslims, maar ook de reeds eerder door de oorlog en IS in het nauw gedreven Aramese en Syrisch-orthodoxe christenen en Yezidi’s.
Dit alles is zeer zorgwekkend. Zeker ook voor de Aramese en Syrisch-orthodoxe gemeenschap hier in Nederland, van wie velen familieleden hebben in het betrokken gebied. Inmiddels is er een vijfdaags staakt-het-vuren overeengekomen.
Dit neemt echter onze zorgen bepaald niet weg.
Turkije blijft immers openlijk stellen dat het doel van de inval is om de Koerden uit het Syrische grondgebied tegen de zuidgrens van Turkije te verdrijven en daar Arabisch-Syrische vluchtelingen, die hun toevlucht zochten in Turkije, te vestigen, en dat in wat ontegenzeglijk Koerdisch gebied is. De Koerden zullen zich daartegen blijven verzetten. Het Syrische leger van president Assad is, met ruggensteun van Rusland, nu ook het – in de afgelopen periode min of meer autonome Koerdische gebied – binnengetrokken. Nog meer spanning, nog meer strijd.
De internationale gemeenschap zou druk moeten uitoefenen en zich meer moeten inspannen om deze zorgwekkende ontwikkelingen, dit nieuwe front in deze ellendige oorlog, te keren. Bovendien zou de internationale gemeenschap zich meer kunnen inspannen (va de Verenigde Naties?) om de oorlog in heel Syrië te beëindigen.
Misschien zouden de Verenigde Naties zich bovendien naar aanleiding van deze nieuwe crisis ook nog eens kunnen buigen over een dieperliggende oorzaak. Namelijk het onrecht dat het volk van de Koerden is aangedaan na de Eerste Wereldoorlog bij de toenmalige verdeling van de ‘mandaatgebieden’. Hierdoor is een volk met een eigen identiteit, geschiedenis, taal en cultuur, verdeeld geraakt over vier verschillende staten: Turkije, Syrië, Irak en Iran – een blijvende bron van spanningen en strijd.
In de komende moderamenvergadering van de Raad van Kerken zal dit actuele onderwerp dan ook geagendeerd worden.
Kees Nieuwerth, vicevoorzitter.