Over de onverminderde waarde van de doopverklaring voor de gemeenschap van kerken en de verklaring van toenadering aangaande de doop sprak Geert van Dartel, lid van de plenaire Raad namens de Rooms-Katholieke Kerk en secretaris van de Katholieke Vereniging voor Oecumene op een bijeenkomst in Pingjun. Deze bijeenkomst op dinsdag 28 mei was georganiseerd door de provinciale raden van kerken en bisdom Groningen-Leeuwarden.
“Hoewel de ondertekening van deze verklaring, die na een proces van zoeken en tasten tot stand kwam, al zeven jaar geleden plaatsvond, is deze kernachtige tekst onverminderd van waarde voor de gemeenschap van kerken in ons land die de oecumenische samenwerking in ons land draagt. Daarom is het goed dat we van tijd tot tijd teksten zoals deze in herinnering roepen, zodat ze niet in de vergetelheid raken. Op 29 mei 2012 werd er nog een tweede tekst ondertekend, een verklaring van toenadering. Deze tekst werd ondertekend door de negen reeds genoemde kerken én door de Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ADS) en de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE).”
In zijn lezing ging Van Dartel in op het proces dat tot deze teksten heeft geleid. Daarna vatte hij beide verklaringen samen en gaf hij een toelichting bij de dialoog die gaande is tussen katholieken en dopersen. Als laatste ging hij in op de betekenis van de doop in ons leven en ook in zijn eigen leven.
Van Dartel: “Het is belangrijk dat in de verkondiging steeds weer gewezen wordt op de bijzondere betekenis van de doop .. De brochure van de Raad besluit met een aantal gespreksvragen. Met deze vragen kun je op verschillende manieren aan de slag gaan. Je kunt er een debat over organiseren, maar dat lijkt me niet zo vruchtbaar. Ik zou ze gebruiken als een handreiking om geloofsverhalen met elkaar uit te wisselen. Meer dan ooit hebben we aanstekelijke geloofsverhalen nodig.
Laat ik proberen een begin te maken met wat voorbeelden uit mijn eigen leven.
Ik ben gedoopt op 27 mei 1956, een dag na mijn geboorte, in de paterskerk, de kerk van de Karmelieten, in Oss. Ik werd ten doop gehouden door mijn peettante. Mijn moeder lag thuis in het kraambed. Ik ben opgegroeid in een katholiek gezin met liefde voor geloof en Kerk. De crisis van geloof en kerk heb ik vanaf het einde van de jaren zestig diep gevoeld. Vanuit persoonlijke interesse ben ik in 1974 theologie gaan studeren. Door de jaren heen is mijn geloofsleven verdiept en de band met de Kerk hechter geworden. Soms is dat eenzaam, soms moeilijk – het imago van onze kerk is niet goed – maar ik ben fier op mijn geloof en kerk.
Ik ben blij dat onze kinderen gedoopt zijn in 1984 en 1988. Onze zoon werd gedoopt in het kerkje in Macharen bij Megen door mijn oom, die daar pastoor was. Onze dochter door een goede vriend, een pater karmeliet in de Jozefkerk in Oss. Het waren belangrijke familiemomenten en geen vieringen midden in de gemeenschap van de parochie. Voor mijn kinderen heeft het katholieke geloof niet diezelfde betekenis en lading als voor mij.
Vorig jaar werd op de 1e Paasdag onze kleinzoon gedoopt in de Jozefkerk in Oss. Het was een bijzondere ervaring. Onze zoon was daarvoor met zijn gezin vanuit München naar Oss gekomen. Zijn vrouw, onze schoondochter, komt uit een gereformeerd gezin in Grijpskerk. De doop van ons kleinkind bracht Groningers en Brabanders, protestanten en katholieken samen. De doop is een prachtig ritueel dat zegenrijk is, blij maakt, verbindt over grenzen heen en in geloof voltrokken wordt tot het geluk van de dopeling, de familie en de kerkgemeenschap.
Dit jaar was ik met de Paaswake in de Jozefkerk. De geloofsbelijdenis en de hernieuwing van de doopbeloften raakten me diep. Ik besefte opnieuw wat het betekent om vanuit het geloof in de verrezen Heer te leven. Dat geeft vreugde en energie. De doop is de toegangspoort tot het christelijk leven.
Koester uw doop, leef vanuit uw doop met Christus en laat anderen delen in wat dat in u uitwerkt!”
Voor de gehele lezing: klik hier