Kerkproeverij, de manifestatie waarbij lokale kerken iedereen uitnodigen om eens een kerkdienst bij te wonen, lijkt een blijvertje. Tijdens de 425e vergadering van Raad van Kerken woensdag 14 november, stemden de afgevaardigden van de kerken in om in 2019 de derde editie van de Kerkproeverij te organiseren. Dit jaar waren er 350 kerken die begin september aan de buurtbewoners duidelijk maakten dat iedereen welkom is. Dat waren er iets minder dan in 2017, maar de stuurgroep die Kerkproeverij samen met de omroepen KRO-NCRV en EO gestalte geeft, heeft de indruk dat niet alle kerken zich bij de website aanmelden. Voorzitter Wim Altink van het kernteam benadrukte nog maar eens bij de kerken dat het niet de bedoeling is om bij Kerkproeverij de kerkdienst met ‘toeters en bellen’ op te tuigen. Het doel is mensen bij een wekelijkse dienst te betrekken, dat je als christelijke gemeenschap een houding om uit te nodigen weet te ontwikkelen. En of die Kerkproeverij nu aansluit bij de landelijke actie begin september of op een zondag later in het jaar, is aan de plaatselijke kerk(en). De lidkerken van de Raad, maar ook de andere kerken en geloofsgenootschappen die meewerken aan de Kerkproeverij zijn blij met het initiatief, maar zo bleek, extra geld voor de landelijke actie zit er niet in.
Geloofsvervolging, hoe als Raad van Kerken om te gaan met berichten over christenen die omwille van hun geloof worden vervolgd? Geloofsvervolging komt helaas zo vaak voor dat het niet effectief is om elke keer als kerken je stem verheffen als het zich voordoet. Voorzitter Jan-Peter Schouten van de beraadgroep Interreligieuze ontmoeting van de Raad riep op om tot reactie bij vervolging van alle geloofsgroeperingen en deze niet te beperken tot alleen christenen. De Raad zou kunnen wijzen op vrijheid van godsdienst, handhaving van de rechtsstaat en mensenrechten. Verschillende sprekers benadrukten dat de Raad met het spreken over geloofsvervolging goed in de gaten moet houden wat zij met dat spreken wil bereiken en vooraf met mensen die vervolgd worden of hun vertegenwoordigers moet overleggen hoe kerken in Nederland hen het beste kunnen helpen. Het moderamen gaat in vervolg op de bespreking in de raad een richtlijn opstellen die ertoe bijdraagt dat het spreken van de Raad in deze een betekenisvol en effectief wapen wordt.
Ook vond een gedachtewisseling plaats over het Kerkasiel aan het gezin Tamrazyan in de protestantse Bethelkerk Den Haag. Yke Luinenburg, de protestantse afgevaardigde, vertelde dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) met deze acties het verwijt krijgt politiek bezig te zijn, maar voor de PKN vloeit het voort uit de pastorale en diaconale verantwoordelijkheid. Ook andere afgevaardigden brachten hun overwegingen in. Onder meer vanuit de Rooms-Katholieke Kerk klonk het geluid dat men kerkasiel niet het geschikte middel vindt om de problematiek van de circa 400 kinderen van vluchtelingen die Nederland uitgezet dreigen te worden aan de orde te stellen. Wij dienen de rechtsorde te respecteren. Maar zijn ook geroepen een appel op de overheid te doen indien deze de menselijke waardigheid schendt. De rooms-katholieke, maar ook andere afgevaardigden hechtten in de kwestie rond deze kinderen in bijzondere mate aan de hun waardigheid en rechten. Een oproep aan de regering achtte o.a. bisschop Van den Hende dan ook alleszins gerechtvaardigd: ‘Het gaat om kwetsbare kinderen waar maatwerk voor nodig is. Het is zaak dat de regering dit beseft en respecteert.’ Daar kon de Raad mee instemmen. Het moderamen buigt zich over het vinden van een passende manier om in deze zin een appel te doen op de regering.
Opgemerkt werd nog dat de Raad meer verantwoordelijkheden heeft, zo staat er nog een afspraak gepland met bewindslieden van Justitie Grapperhaus en Harbers over opvang van Syrische vluchtelingen in ons land.
Afgelopen tijd kwam ook het thema ‘misbruik in de kerk’ weer volop in de aandacht. Besloten werd dat de Raad van Kerken wederom met dit thema aan de slag gaat, in vervolg op 2014, toen op initiatief van de Raad van Kerken door ruim 20 kerken is uitgesproken dat ze zich sterk maken voor een veilige leef- en werkomgeving binnen de kerk. In een schrijven aan de kerken wil de Raad aandacht vragen voor de slachtoffers, maar ook voor de daders en vooral ook voor preventie en veiligheid in de kerken.
Behalve over kerkelijke en maatschappelijke onderwerpen boog de Raad zich ook over de ‘echte’ oecumene. Hoe zien de afzonderlijke kerken het ambt van de voorganger in de ‘andere’ kerk. Op tafel het rapport ‘The Church’ van de Wereldraad, het derde hoofdstuk over het gewijde ambt. De verschillende visies op het ambt en de wijding daarvan ja of de nee bleken te groot om op een ochtend de revue te laten passeren. Gedogen we elkaar of proberen we elkaar te begrijpen, zo wilde voorzitter Gudde van de Raad de discussie losmaken, maar verschillende afgevaardigden wezen, met veel eerbied voor de visie van de ander, toch vooral op hun eigen historie.
Het ambt van de voorganger, zoveel werd wel duidelijk, vertelt veel over de eigen visie op hoe je kerk wilt zijn. In de katholieke en orthodoxe tradities kennen we het drievoudig ambt van bisschop, priester en diaken. De gereformeerde traditie kent ouderling, diaken en predikant, terwijl andere kerken/geloofsgenootschappen de bij anderen zo strikt beschreven taken gezamenlijk en in onderlinge samenspraak oppakken. De sacramentele visie op het ambt staat tegenover of naast de functionele visie. Is er sprake van leven en laten leven of gaat het gesprek werkelijk gevoerd worden? De afgevaardigden naar de Raad kiezen met overtuiging voor gesprek. Een nieuwe ronde die duidelijk moet maken of de verschillen naar elkaar toe te buigen zijn. Het oecumenisch gesprek wordt voortgezet.