Nieuw theologisch paradigma

De pelgrimage van gerechtigheid en vrede is het oecumenische paradigma van onze tijd. Dat schrijft Ioan Sauca in de bundel ‘Walking together’, dat alle leden van het Centraal Comité dezer dagen ontvangen hebben. De uitgave, die verschijnt onder redactie van Susan Durber (voorzitter Faith and Order) en Fernando Enns (doopsgezind hoogleraar) biedt theologische reflecties over de pelgrimage. Ioan Sauca, directeur van het instituut in Bossey, laat zien hoe de pelgrimage vanuit de orthodoxe theologie verduidelijkt kan worden.

Sauca spreekt van een nieuw paradigma voor de theologie. De eerste assemblee van de Wereldraad in 1948 te Amsterdam ging er vanuit dat de kerken bij elkaar wilden blijven. De focus was op zoeken, vinden en overeenstemming zoeken over theologische verklaringen. Maar tijdens de laatste assemblee in Boesan is er een nieuwe insteek gekozen. De kerken willen samen in beweging zijn en drukken dat uit met de term ‘Pelgrimage van gerechtigheid en vrede’. Het gaat om een verandering van een status-quo stabiliteit en een sluitend theologisch systeem naar een dynamische gezamenlijke beweging voorwaarts.

De keus voor een pelgrimage roept enkele dilemma’s op, zegt Sauca. Rooms-katholieke en orthodoxe theologen denken bij een pelgrimage onmiddellijk aan een tocht naar een heilige plaats. Een protestant zal minder feitelijk denken en ziet een pelgrimage als een spirituele weg. Uiteindelijk kiest Sauca een theologisch-bijbelse weg, aansluitend bij een bijbels begrip als ‘koninkrijk van God’. 

Sauca legt uit dat het geen neutrale route is die men gaat. Het is een pelgrimage van gerechtigheid en vrede. ‘Van’ benoemt een gezamenlijk uitgangspunt. Het is geen pelgrimage ‘naar’ of ‘ten dienste van’. Het is een tocht waartoe God ons oproept om te gaan. Onderweg zal men ervaren dat de eenheid gaandeweg dichterbij komt. Gerechtigheid en vrede zijn daartoe al gegeven als conceptuele geschenken van God aan de wereld. ‘We worden pelgrims op weg naar Gods Koninkrijk’.

Vanuit orthodox standpunt zijn er talloze theologische, spirituele en liturgische lijnen te trekken vanuit de pelgrimage. Sauca gaat daarbij naar orthodox gebruik te rade bij de vroege kerk en de kerkvaders. De pelgrimage heeft te maken met de identiteit van God zelf. God is perichoretisch aanwezig, zeggen kerkvaders als Gregorius van Nazianze en Johannes van Damascus. Perichorese is de metafoor die de samenhang geeft van de drie personen van God, waarbij de ene persoon indringt op de andere persoon. De theologen spreken ook wel van een dans van God. De drie personen zijn al dansend met elkaar verbonden. Sauca: ‘De existentie is een reis en een reageren samen in alle manifestaties van Gods oikonomia ten dienste van de wereld, maar altijd met een kenotische bescheidenheid, wijzend op de ander en de ander bevestigend’.

Sauca laat vervolgens zien hoe het reizen in elk van de personen van God is aan te wijzen. De Vader is meestal benoemd als de Schepper. De Zoon reist in zijn incarnatie naar de wereld. ‘De daad van de redding in en door Christus vond niet automatisch plaats (…). Integendeel, het is een gezamenlijke ‘reis’ van de gevallen mensheid en de schepping van God in de ene persoon van Christus’. De beweging van de Heilige Geest is ook een manifestatie van ontwikkeling.

In de liturgie keert deze beweging terug. Letterlijk. Zelfs mensen die moeilijk ter been zijn worden uitgenodigd om bij bepaalde liturgische onderdelen te gaan staan. Het manifesteert de reis die de pelgrim maakt naar het Koninkrijk, aldus Sauca. De reis is ook te zien in het dragen van het evangelie van het altaar in het midden van de gemeenschap. Het illustreert Gods reis door de wereld via de incarnatie van Christus. Het deelnemen aan de eucharistie is een andere climax van de liturgische reis.

De reis is niet afgelopen als de liturgie ten einde loopt. De reis gaat verder. Sauca spreekt van ‘epektasis’’ in navolging van Gregorius van Nyssa en Johannes Climacus. Epektasis is letterlijk ‘het streven’, het gaat om de heiliging, ontwikkeling, vooruitgang. De reis in de liturgie gaat verder met een reis door het leven.

Sauca wijst er aan het einde van zijn bijdrage op, dat de reis niet alleen is bedoeld voor de gelovigen, hoewel het de gelovigen zijn die de eucharistische gemeenschap vormen. De catechumenen mochten deelnemen aan een deel van de liturgie. Zo mag je iedereen van goede wil zien als medereiziger. Sauca noemt diverse bijbelse figuren die niet bij Israël horen, en toch een belangrijke rol in de heilsgeschiedenis spelen. Hij herinnert onder meer aan de Samaritaanse en de Kananese vrouw, Nebukadnezar en Cyrus, de koning uit Perzië, die zelfs ‘de gezalfde koning’ wordt genoemd (Jes. 45: 1-6).

Sauca vervolgt: ‘De eerste apologeten en de vroege Vaders, die moesten spreken over een christelijke identiteit als een minderheid in een multi-religieuze omgeving, formuleerden de theologie van Gods aanwezigheid in de hele wereld en onder alle mensen door de concepten van de logos spermatikos en de logoi van de schepping’. Hiëronymus is één van de kerkvaders die de woorden gebruikt als een manier om bruggen te bouwen tussen het christendom en de heidense omgeving, die zich onder meer door de Griekse filosofie liet beïnvloeden. Orthodoxe missiologen zagen de logoi spermatikos als pedagogen naar Christus. ‘Om deze reden hebben orthodoxe missionarissen als ze het evangelie brachten altijd eerst gekeken naar tekenen van het koninkrijk op een bepaalde plaats en in een cultuur’. ‘De boodschap van het evangelie kwam als een vervulling en niet als een radicale vervanging van iets anders in een spiritueel vacuüm’.

‘God heeft een plan met de wereld, en met ons of zonder ons, zal hij dat plan ooit realiseren. Gerechtigheid en vrede zijn realiteiten die regeren in de wereld die God heeft gepland; mensen en de schepping zullen op een goede dag tot eenheid worden gebracht, als God in Christus alles in allen zal zijn’.

Foto: 
1. Ioan Sauca
2. Omslag van de bundel