Een delegatie van de Raad van Kerken had op donderdag 24 mei een gesprek met staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Mark Harbers, verantwoordelijk voor asiel- en migratie. Het was een open gesprek ter uitwisseling en kennismaking. De heer Harbers uitte waardering voor het werk van de kerken en kerkelijke vrijwilligers. De inzet van de staatssecretaris om asielzoekers in een vroeg stadium te activeren en te begeleiden was een belangrijk punt van overeenstemming. Tegelijk blijken er in de praktijk nog veel stappen gezet te moeten worden.
Activering van asielzoekers en statushouders was een hoofdonderwerp van gesprek. Er was consensus over de noodzaak om asielzoekers met uitzicht op een verblijfsstatus zo snel mogelijk aan een traject te laten deelnemen, gericht op het leren van de Nederlandse taal en het vinden van betaald werk. De delegatie gaf aan dat de kerken hier van harte een rol in willen spelen. Ook voor asielzoekers die geen uitzicht hebben op een verblijfsstatus is het belangrijk dat zij niet stilzitten, zo zei de staatssecretaris. Dat sluit aan bij ervaringen van de kerken: Ook voor hen die niet kunnen blijven is het belangrijk de tijd zinvol te besteden en bijvoorbeeld met een diploma terug te keren naar het land van herkomst.
Ondanks de goede bedoelingen zijn er op dit moment nog belemmeringen om goede activering mogelijk te maken. Als voorbeelden werden genoemd: het verbod op vrijwilligerswerk, onderwijs en stages voor mensen zonder verblijfsvergunning en de hoge boetes die daarbij worden gegeven. Daarnaast wordt in een aantal centra geen gebruik gemaakt van het aanbod van vrijwilligers met een kerkelijke achterban.
De delegatie benadrukte dat er diverse goede voorbeelden zijn van samenwerking met de kerken. Zo is er de commissie Plaisier die adviseert over asielzoekers met een bekeringsverhaal. De staatssecretaris gaf aan voor het zomerreces met aanbevelingen te komen naar aanleiding van de motie Groothuizen c.s. die onder andere vraagt om het versterken van de rol van kerkelijke deskundigen bij de beoordeling van asielaanvragen van bekeerlingen.
Een ander voorbeeld van goede samenwerking is de pilot die het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) uitvoerde samen met het OJCM (het overlegorgaan Joden, Christenen, Moslims), waar de Raad van Kerken ook deel van uitmaakt. Pilots waarin de genoemde religies zich inspanden om de asielzoekers wegwijs te maken in belangrijke waarden in de Nederlandse samenleving, en het religieuze landschap daarin. Ook het CIO, het contactorgaan tussen kerken en de Overheid, was daarbij betrokken. Op grond van een zeer positieve evaluatie zal het COA dit project nu in meerdere opvanglocaties gaan opzetten.
In dit kader bracht de delegatie naar voren dat de idee van “neutraliteit” van de staat tegenover religies dan ook niet opgevat moet worden als: er is geen ruimte voor religies in overheidsprojecten. Wel betekent dit begrip dat de ene religie niet voorgetrokken wordt ten opzichte van een andere.
Tot slot wees de delegatie op de negatieve gevolgen van vreemdelingendetentie voor de in bewaring gestelde personen, speciaal de groep onder hen die Nederland wel willen maar niet kunnen verlaten door gebrek aan medewerking van de landen van herkomst. De staatssecretaris gaf aan vreemdelingendetentie als een uiterste maatregel te zien, die soms onvermijdelijk is. Hij benadrukte dat iedereen die uitgeprocedeerd is en terug wil dat ook kan. Vanuit de Raad werd een aantal situaties genoemd waarin dit niet het geval is. Voorbeelden daarvan zullen aan de staatssecretaris ter hand worden gesteld. Feit is dat het aantal gevallen van deze vorm van administratieve detentie (met een strafrechtelijk regime) is toegenomen. De Raad pleit voor zeer terughoudende toepassing en een menswaardig regime. In alle gevallen moet er begeleiding zijn naar een zinvolle toekomst , ook als deze niet in Nederland ligt.
Harbers nodigde de Raad uit hem ook in de toekomst via de Directie Migratiebeleid, ook vertegenwoordigd bij het gesprek, op de hoogte te houden van ervaringen in de praktijk.
De delegatie van de Raad bestond uit: Dirk Gudde, voorzitter van de Raad; Fred van Iersel, voorzitter van de Beraadgroep Samenlevingsvragen; en Jan van der Kolk en Karel Jungheim, van de Werkgroep Vluchtelingen.
Foto: staatssecretaris Harbers (foto Rijksoverheid)