De verhalen beginnen los te komen rond vijftig jaar Raad van Kerken. Deze week had Woord en Dienst een heel nummer gewijd aan de oecumene en zaterdag, 21 april, heeft het Reformatorisch Dagblad een dubbelpagina gebracht in de bijlage onder de titel ‘Vijftig jaar Raad van Kerken heeft geleid tot betere contacten tussen kerken’.
Er is winst te benoemen na vijftig jaar, zegt voorzitter drs. Dirk Gudde tegen Klaas van der Zwaag van het RD. ‘De winst is dat kerken elkaar steeds beter hebben leren kennen en dat de contacten verstevigd zijn’. Gudde wijst allereerst op de vele informele contacten die er dankzij de regelmatige bijeenkomsten van de Raad zijn ontstaan tussen de diverse vertegenwoordigers van de kerken. ‘We hebben elkaars telefoonnummers voor het uitwisselen van alles wat ons bezighoudt, van geloofszaken tot maatschappelijke thema’s. De oorspronkelijke gedachte dat de raad een verbond of fellowship van kerken zou moeten worden, is realiteit geworden’.
Het is de volwassen insteek die ds. Klaas van der Kamp benoemt in Woord en Dienst, een oecumenisch tijdschrift. Lange tijd hebben de oecumenici van het eerste uur gedacht dat het ideaal van een verenigde kerk zich binnen één generatie zou verwezenlijken. ‘Dat vergezicht is zeker nodig, maar tegelijkertijd moet er rekening mee gehouden worden dat kerken wellicht nog generaties langs naast elkaar blijven bestaan’. De oecumene krijgt een ander karakter: ‘Zakelijk, nuchter en onmisbaar als je als kerk zichtbaar wilt zijn’.
Klaas van der Zwaag wil weten of daarmee de Raad van Kerken de zichtbare eenheid opgeeft. Van der Kamp ontkent dat: ‘Nee, we geven het ideaal van zichtbare eenheid van kerken niet op. Het zou al te gemakkelijk zijn als je zoiets doet. Dan blijf je hangen in virtuele eenheid, onzichtbare eenheid. En dan maak je je er als kerk wel heel gemakkelijk van af. Je hebt een ideaal nodig om een perspectief voor ogen te hebben. Je kunt daarbij denken aan de metafoor van het bouwen van een schip. Als je een schip wilt bouwen, moet je mensen niet alleen voorrekenen hoeveel spijkers er nodig zijn, maar je moet praten over vergezichten en havens ver voorbij de horizon’.
Het optimisme in de jaren zestig is heel goed geweest, vindt Gudde. ‘Het heeft kerken bij elkaar gebracht, al had voor sommigen de eenheid er veel sneller moeten zijn. We voelen de kriebel dat we er nog niet zijn. We hebben elkaar in het begrip pelgrimage gevonden: als kerken zijn we samen op weg, op weg ergens naartoe. Pelgrimage is een spiritueel proces, tegelijkertijd gaat het over deze wereld, waarin vrede en gerechtigheid belangrijke thema’s zijn’.
Gudde heeft een verklaring voor de continue aandacht voor maatschappelijke thema’s, zoals gebleken is in het project ”De arme kant van Nederland”. ‘Dat paste in een tijd waarin het maatschappelijk activisme de boventoon voerde. Toch zijn de thema’s als armoede en vluchtelingen, de zwakken in de samenleving, ouderen in hun laatste levensfase, gebleven. Dat kwam niet in mindering op bezinning op geloofszaken die vanaf het begin aan de orde zijn geweest maar die niet zo gauw in de pers kwamen. Wat dat laatste betreft is de dooperkenning tussen de grote kerken in de jaren zestig, in 2012 nog uitgebreid met vele andere kerken, een van de hoogtepunten in de geschiedenis van de raad geweest’.
Gudde is blij dat de Raad van Kerken verbreed is na vijftig jaar. Hij wijst op de uitbreiding met de orthodoxe kerken, de Nieuw-Apostolische Kerk en de Verenigde Pinkstergemeenten. Het verder gaande overleg met MissieNederland toont de goede relatie met de evangelische stroming. En voor het contact met de drie G-kerken is een speciale werkgroep opgericht die mogelijkheden voor meer afstemming verkent. Hij benoemt in het RD resultaten zoals de onderlinge dooperkenning die in Heiloo is getekend.
De laatste jaren zijn er nationaal en internationaal allerlei oecumenische initiatieven ontstaan, die de eenheid en katholiciteit onder christenen benadrukken. De Wereldraad van Kerken publiceerde in 2013 het document ‘The Church, Towards a Common Vision’, waarin de verschillende kerkvisies naast elkaar worden gezet. De plenaire Raad bespreekt de diverse hoofdstukken in een poging de eenheid verder fundament te geven. Nieuw initiatief sinds vorig jaar is Kerkproeverij, een missionair project waarin kerken en kerkgangers buitenstaanders actief uitnodigen voor de kerkdienst. Vorig jaar leverde dat zo’n 1500 kerkgangers op.
Het Reformatorisch Dagblad heeft enkele ingezette kadertjes waarin de leden worden genoemd en waarin de geschiedenis een plek krijgt (klik hier). De redactie heeft daarbij onder meer gebruik kunnen maken van een overzicht dat dr. Margriet Gosker speciaal voor het jubileum heeft geschreven, wat ook op deze website beschikbaar zal komen.
Verwacht dat er nog wel meer artikelen naar buiten zullen komen rond het jubileum. De EO neemt in het kader van Het Vermoeden een gesprek op met de algemeen secretaris, waarin beelden van de geschiedenis zijn opgenomen. De omroep zal er een promo/trailer bij maken die tijdens de jubileumviering in de Joriskerk in Amersfoort te zien zal zijn op 21 mei.
Foto: Dirk Gudde bij vertrek op het Zusterplein (EBG, archieffoto)