Het was een unieke bijeenkomst, historisch gezien. De diaconale werkers en bestuurders die woensdag 7 maart in het St. Janscentrum in Den Bosch ontmoetten, kenden wel enkele collegae aan tafel, maar niemand kende iedereen. Want de kolom van ‘diaconale arbeiders’ bestaat op landelijk niveau niet. De bijeenkomst was georganiseerd door de Raad van Kerken in Nederland om te peilen in hoeverre daar verandering in moet komen.
Het was een voorzichtige verkenning. Sommige werkers stelden zich terughoudend op en meenden dat het geen toeval is dat dwarsverbindingen op landelijk niveau ontbreken. Blijkbaar krijgt het te gauw een eigen institutioneel gewicht met alle verplichtingen die daarbij horen. Anderen zochten naar een mogelijke ontmoetingsplek op landelijk niveau, zodat je van elkaar kunt leren en bij zaken als een vrijwilligerstraining gebruik kunt maken van elkaars expertise.
Op dit moment zijn er twee landelijke afstemmingpunten, zo legde Hub Crijns uit, bekend van onder meer de landelijke organisatie Schuldhulpmaatje en het Knooppunt Kerken voor Armoede. Je hebt aan rooms-katholieke zijde een multilateraal beraad voor landelijk diaconaal werk. Aan protestantse zijde is een afstemming van consulenten te vinden in het dipla, een afkorting voor het diaconaal platform. Verder zijn er themagewijs allerlei organisaties die zich op landelijk niveau bewegen; van vredesorganisatie Pax tot de werkgroep Vluchtelingen en van het knooppunt Kerken en Armoede tot de georganiseerde verbanden van maatschappelijk activeringswerk en migrantenorganisaties (SKIN).
Derk Jan Poel lichtte een onderzoek toe over diaconale platforms op lokaal niveau. Er zijn er inmiddels zo’n 120. Daarvan is het doel, dat ze zich gezamenlijk begeven in het krachtenveld van het publieke domein. Zijn onderzoek was voor de Raad van Kerken één van de aanleidingen om dit brede overleg met 25 mensen te organiseren. Het maakt namelijk duidelijk dat er lokaal coalities zijn, die je landelijk niet geïntegreerd terug vindt.
Eén van de werkers in het zuiden merkte op, dat je ondanks het ontbreken van een koepel, toch wel vaak naar elkaar weet te verwijzen. En op plaatselijk niveau is er vaak wel een koepel van een raad van kerken, die een deel van het diaconale werk kunnen helpen vertegenwoordigen. Een andere werker gaf aan een geïntegreerde website nuttig te vinden, waar verwijzingen en materiaal bij elkaar zijn gezet. Nu is het vaak lang zoeken tot je geschikte bronnen en personen gevonden hebt. Aan de andere kant is zo’n website ook weer gauw gedateerd, vulde een andere deelnemer aan.
De grotere kerken schuwen een te sterke extra structuur die tijd vraagt zonder mogelijk corresponderend rendement op te leveren, zo lijkt het, terwijl kleinere kerken iets eerder geneigd zijn om te wijzen op het belang van onderlinge support.
Uiteindelijk werd een lijn uitgezet, waarbij het bestaande knooppunt Kerken en Armoede iets breder de vragen oppakt dan alleen die van armoede. Daardoor is er zoiets als een diaconale brievenbus. De Raad van Kerken kan vervolgens zo eens per anderhalf jaar vragen om een bestaande vergadering van dipla of het multilateraal platform open te stellen voor een bredere achterban van het diaconaat. Op die manier voorkom je extra vergadercircuits, maar ontwikkel je wel iets van een landelijk ‘keurmerk’ of landelijk ‘station’, waar je enige afstemming kunt zoeken.
Foto’s:
1. Hub Crijns in gesprek met bisschop Gerard de Korte, referent voor sociale zaken binnen de RKK en gastheer van het diaconaal multilateraal beraad.
2. Blik op de ronde tafel waar het overleg gevoerd werd met op de voorgrond prof. dr. Jozef Wissink.
3. De Nieuw-Apostolische Kerk is één van de jongste leden van de Raad van Kerken in Nederland; de kerk had Hans Kamstra afgevaardigd, die vertelde hoe positief hij de aanwezigheid van een lokaal platform had ervaren en de meerwaarde van onderling overleg.
4. Dirk Gudde, voorzitter van de vergadering en voorzitter van de Raad in gesprek met Gerdine Westland van de Protestantse Kerk / KerkinActie.
5. Derk Jan Poel, auteur van het rapport ‘Netwerken verbinden’, een onderzoek naar diaconale platformen in Nederland gericht op ondersteuning en kennisdeling. Het rapport laat zien dat plaatselijke platforms op drie manieren gezamenlijk opereren: ze leren van elkaar, ze trekken gemeenschappelijk op in de samenleving en ze werken gezamenlijk richting de overheid. Op de vraag van de voorzitter of men de vorming van dergelijke platforms stimuleert, reageerde Dirk Jan terughoudend. Op de vraag waar men op dit moment ondersteuning vindt, gaven verschillende aanwezigen het antwoord, dat men dat naar bevind van zaken invult. Het rapport laat zien hoe enige afstemming een meerwaarde kan hebben, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van een digitale vraagbaak. Hub Crijns gaf tijdens de vergadering aan, dat het fonds vanuit het oude DISK hier financieel support aan geeft. Dirk Jan links is in gesprek met de afgevaardigden van het Leger des Heils: Henny Barink en Bert Onstwedder.