Ingetogen, met zorg zoekend naar woorden, maar toch ook wel duidelijk een mening formulerend. Zo spraken de afgevaardigden van de lidkerken die in de Raad van Kerken verenigd zijn, woensdag 14 februari over de thematiek van de vierde levensfase, ook wel getypeerd als de laatste levensfase.
Het draait allemaal om de publieke debat over wat het voltooid leven is gaan heten. Een debat dat wordt aangejaagd door initiatieven van verenigingen waarmee mensen poeders of drankjes in huis kunnen halen om op een zelf gewenst tijdstip een einde aan het leven te kunnen maken. Een debat dat wordt aangevuurd door enkele politieke partijen, maar ook door het 2e kabinet Rutte bij monde van de minister Schippers en Van der Steur, die bij wet willen regelen dat de overheid mensen die hun leven voltooid achten, op steun van de overheid mogen rekenen bij het overlijden. Er dient volgens deze bewindslieden recht te worden gedaan aan de wens en hulpvraag van mensen die hun leven voltooid achten. Zo’n verzoek om hulp van mensen die ondraaglijk en uitzichtloos zonder medische grondslag lijden, kan volgens de voormalige VVD-bewindslieden een legitiem verzoek zijn.
Welke bijdrage willen en kunnen kerken aan dit publieke debat geven. Alleen maar zeggen, nee dat kan niet, maakt dat je niet wordt gehoord. De Raad heeft de afgelopen jaren verschillende gesprekken over deze kwestie gevoerd, intern als Raad, maar ook met ‘experts’ uit het pastoraat, de zorg, de medische wereld. Er is een werkbezoek gebracht aan verpleeghuis HilverZorg in Hilversum waar uitvoerig is gesproken hoe vanuit zorg, medici en pastoraat wordt omgegaan met mensen die aangeven het einde van het leven te willen bespoedigen. Op basis van al deze ervaringen heeft de Raad nu een tijdschrift samengesteld, dat dinsdag 20 februari aan de pers wordt gepresenteerd en daarna breder wordt verzonden, waarin de verschillende accenten vanuit de kerken worden aangegeven. Daarin wordt uitvoerig verhaald over de vierde levensfase, waarbij mensen in het leven zicht hebben op hun eigen kwetsbaarheid en eindigheid.
Joris Vercammen, oud-katholiek aartsbisschop van Utrecht, leidt een taakgroep die zich voor de Raad over het thema heeft gebogen. Vercammen vertelde de Raad woensdag dat het doel van de bezinning en het tijdschrift is om de kerk een stem te geven in het publieke debat over de laatste levensfase. Het doel van de bezinning was niet om de kerken in deze achter één standpunt te verenigen, want dat is niet realistisch. Vercammen: ‘Wel is belangrijk dat kerken over deze thematiek het gesprek voeren en samen optrekken in het publieke debat. Wij zullen ertoe moeten bijdragen dat er meer ‘geestelijke zuurstof’ in het debat komt, dan kunnen we in het gesprek verder komen.’
De leden van de Raad spraken in kleine groepjes over herkenning en zorg rond de vierde of laatste levensfase. Uit de veelheid aan reacties na afloop van dit beraad sprak grote betrokkenheid bij dit thema:
Er bestaat grote huiver om vanuit de kerk actief betrokken te raken bij het beëindigen van het leven; onbegrijpelijk dat dit zou kunnen; het is toch alleen aan God die weet wanneer je heengaat, en, grote onrust over de plannen zoals verwoord door politici en ministers in het vorige kabinet. Maar ook: als mensen in geweten dat besluit genomen hebben moeten we daar als kerk op liefdevolle wijze bij zijn; eenzaamheid als probleem daar zouden we als kerken mogelijk meer aan kunnen doen; er is veel te zeggen ook over de waarde van de ouderdom, en aandacht voor het feit dat er door mensen ook wordt genoten in die laatste levensfase. Begin in het pastoraat het gesprek over het levenseinde bijtijds, was een hartenkreet. Het einde van het leven vraagt ook van de kerk maatwerk, er is niet één oplossing. Ook werd gesignaleerd dat er onder ouderen angst kan heersen voor het standpunt van de kerk als het gaat om een taboe op het voortijdig beëindigen van het leven en dat mensen zich dan niet durven uit te spreken. Luisteren, daar gaat het om, spreek geen oordeel uit, maar wees mensen ook in deze nabij. Kerken, de Raad van Kerken, doen er goed aan om in het debat over deze vragen, het belang van de morele overtuiging van de kerk onder de aandacht te brengen.
Huiver is er ook voor de culturele vanzelfsprekendheid die kan groeien als hulp bij het voortijdig willen beëindigen van het leven eenmaal bij wet geregeld is. Dan geeft ook deze wet rechten, die je kunt opeisen, en plichten die je kunt afdwingen, maar ook zal na verloop van jaren de schroom minder worden om het voortijdig beëindigen van het leven ter sprake te brengen en toe te passen.
In een betoog ter afronding wees aartsbisschop Vercammen erop dat, alhoewel de autonomie tegenwoordig op een voetstuk wordt gezet, mensen afhankelijk zijn van elkaar, ook in deze zaak. Vercammen sprak de vrees uit dat mocht zo’n wet er ooit komen de druk op ouderen zal toenemen, dan groeien we naar een samenleving die ouderendom niet meer op waarde weet te schatten. ‘Elk leven, maar ook elk levenseinde is anders. Met onze morele uitgangspunten zullen we als kerken en vanuit de kerken het gesprek hierover voortzetten ook om de ander te naderen,’ aldus Vercammen.
Volgende week verschijnt het tijdschrift ‘Vragen bij de laatste Levensfase’, met onder andere een bijbels-theologische oriëntatie van Erik Borgman, Nederlandse leken-dominicaan en hoogleraar theologie van de religie, in het bijzonder het christendom, aan de Universiteit van Tilburg; een ethische oriëntatie van Theo Boer, UD ethiek Protestantse Theologische Universiteit, Groningen en Lindeboom hoog- leraar Ethiek van de zorg, Theologische Universiteit Kampen; een pastorale oriëntatie van Marinus van den Berg pastor onder meer in hospice Cadenza in Rotterdam, en een praktische evaluatie van Nienke Nieuwenhuizen specialist ouderengeneeskunde en voorzitter Verenso (vereniging van specialisten ouderengeneeskunde).
Teun-Jan Tabak
Foto’s:
1. Jannie Nijwening steekt de kaars aan voorafgaand aan de openingsviering
2. Joris Vercammen maakt aantekeningen tijdens het plenaire deel over de vierde levensfase
3. In kleinere groep, vlnr.: Jeanette Galjaard, Joop Albers, Geert van Dartel, Jasja Nottelman, Jannie Nijwening
4. Staarmoment voorafgaand aan de openingsviering
5. Twee adviseurs: Margriet Gosker en Harry Mintjes
6. In kleinere groep, vlnr.: Wessel Verdonk, Jeanne van Hal, Jan Albert Visscher, Sonja van de Meulen, Machiel Jonker
7. In kleinere groep, vlnr: Edwin Diersmann, Joris Vercammen, Samuël Dogan, Theodoor van der Voort