Het fenomeen van de weggeefkastjes kent een nieuwe variant: de ‘voedselkast’. In deze kast zet men geen boeken, speelgoed of kleding wat men ter hergebruik aanbiedt aan buurtbewoners, maar levensmiddelen. Men pakt wat men nodig heeft. Zo wordt bijgedragen aan armoedebestrijding in de wijk.
In De Stentor verscheen op 30 oktober jl. een artikel over Caroline Visser, initiatiefneemster van de ‘voedselkastjes’. In Zeewolde is zij gestart met het neerzetten van een kast waarin buurtbewoners overgebleven voedsel uit hun voorraadkasten kunnen neerzetten. Ze had niet verwacht dat het project zo veel aandacht zou krijgen. Na een week zat de kast vol met levensmiddelen. Er zijn al plannen voor het neerzetten van een tweede kastje in Zeewolde.
Het initiatief is een uitkomst voor mensen die onder de armoedegrens leven en niet bij de voedselbank terecht kunnen. Deze groep die tussen wal en schip valt, blijft ondanks de groeiende economie aanzienlijk. In februari jl. publiceerde het CBS de cijfers dat in 2015 het aantal huishoudens dat vier jaar of langer van een inkomen onder de lage-inkomensgrens moest rondkomen, toenam van 27 duizend tot 221 duizend (bron: CBS, 2017). De Raad van Kerken streeft met het Knooppunt Kerken en Armoede naar de versterking en verbinding van diaconale inzet van lokale kerken en geloofsgemeenschappen tegen armoede (bron: Raad van Kerken, 2014). De weggeefkastjes in Zeewolde laten zien dat er ook vanuit burgerinitiatieven mooie diaconale projecten ontstaan. Vanuit hedendaagse ideeën omtrent duurzaamheid en ‘consuminderen’ groeit de populariteit van hergebruik van goederen onder een brede groep mensen. Dit biedt mogelijkheden voor de verbinding van verschillende groepen mensen in de samenleving.
Het artikel uit De Stentor gaat niet in op de vraag in hoeverre de Voedsel- en Warenwet in het initiatief meegenomen is.