Van de onlangs afgesloten internationale dialoog Rome-Utrecht zijn vijf teksten gepubliceerd waarin punten van differentiatie worden besproken tussen de Oud-Katholieke en Rooms-Katholieke kerk. De positie van Maria in de dogma’s, vrouwen in het ambt en de rol van de paus worden hierin onder andere behandeld.
Afgelopen maandag kwamen de stukken ter sprake bij de beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap (BGKG) bij de Raad van Kerken in Amersfoort. De beraadgroep BGKG fungeert als de theologische denktank van de Raad en concentreert zich op de voortgaande bezinning op de weg naar gemeenschap (koinonia) tussen de kerken en op de aard van de eenheid die ze zoeken (bron). Pastoor Wietse van der Velde, lid van de beraadgroep en tevens lid van de dialoogcommissie heeft de stukken ingebracht.
De beraadgroep BGKG buigt zich de komende periode over de vraag naar het oecumenische belang van een bespreking van een dergelijke bilaterale dialoog. Zo kunnen vragen naar bijvoorbeeld de legitimiteit van vrouwen in het ambt ook relevant zijn voor andere kerkgenootschappen. De beraadgroep zal hier in een volgende bespreking mee verder gaan.
Vertegenwoordigers van het Vaticaan en de internationale bisschoppenconferentie van de Oud-Katholieke Kerk ontmoeten elkaar sinds 2004 in de IRAD (Internationale Rooms-Oud-Katholieke Dialoogcommissie). In de gesprekken komen een aantal thema’s naar voren, waarover verschillende opvattingen bestaan, zoals het primaatschap van de paus versus de rechten van de ‘lokale kerk’ (bisdom) en de toelating van de vrouw tot het ambt. Het blijkt echter niet eenvoudig te zijn tot concrete regelingen te komen met betrekking tot de wederzijdse toelating tot de sacramenten en de overgang van geestelijken van de ene naar de andere kerk.
Foto:
De beraadgroep in gesprek, v.l.n.r. Wim Dekker, Margriet Gosker, Jurjen Zeilstra, Leo Koffeman, Dick Akerboom en Klaas van der Kamp; niet in beeld: Beatrice Jongkind en Daniëlle Leder