De verschillende visies op avondmaal, zowel de protestantse als de rooms-katholieke, zijn best verenigbaar. Dat zegt Henk Bakker, hoogleraar baptistische en evangelische theologie aan de Vrije Universiteit, maandag 30 oktober in een interview met het Nederlands Dagblad. De krant had hem geïnterviewd in het kader van een reeks artikelen over de Reformatie.
‘Als je ruimte laat voor die varianten in uitleg, dan kunnen de verschillen in beleving naast elkaar bestaan’, aldus de hoogleraar. De krant legt uit, dat de Baptisten zelf in eigen kring ook ruimte laten voor een eigen visie op de avondmaalsleer. Sommige leden leggen nadruk op de gedachtenis aan Christus, anderen ervaren juist dat Christus tijdens een avondmaalsdienst meer aanwezig is dan anders.
Het is bekend dat er in de Reformatie verschillend naar de eucharistie werd gekeken. Luther geloofde dat brood en wijn echt veranderden in lichaam en bloed van Christus. Hij staat in zijn visie zeer dichtbij de Rooms-Katholieke en Orthodoxe Kerken. Zwingli spreekt van een symbolische overeenkomst en Calvijn zit er met een ‘sacramentele overeenkomst’ net tussenin.
De Raad van Kerken heeft vorig jaar een tijdschrift uitgebracht, waarin een verkenning is opgenomen van diverse geloofsbelevingen in Nederland. Daaruit bleek dat de vijf visies op eucharistie in alle kerken evenredig voorkomen, dat zijn: gedachtenis van Christus, dankzegging van de Vader, aanroeping van de Heilige Geest, gemeenschap van de heiligen, en voorafschaduwing van de maaltijd in Gods Koninkrijk.
De opmerkingen van Bakker zijn interessant, omdat de Unie van Baptisten tot nu toe geen aansluiting zoekt bij de Raad van Kerken in Nederland. Bakker zelf pleit nu in het Nederlands Dagblad voor royale oecumenische relaties. Er hoeft wat hem betreft geen eenheid te zijn tussen christenen in absolute zin om bijvoorbeeld toch al wel samen het heilig avondmaal te kunnen vieren. Bakker: ‘Eenheid tussen christenen heeft bijna automatisch als eindstation dat je samen bij God aan tafel zit. We lopen vooruit op de maaltijd bij God in het koninkrijk. Dat is heel bijbels. Ik hoop dat dit in onze tijd al gebeurt’. Bakker sluit ook aan bij de uitgangspunten van de Raad, dat je als kerken vanuit je eigen achtergrond bijdraagt aan de fellowship. ‘Je komt juist tot gemeenschap als je iets inbrengt dat anders is’, zegt Bakker, ‘dat is een verijking. Samenwerking moet geen staafmixeroecumene zijn’.
Bakker waarschuwt mensen voor zoiets als een ‘geestelijke smetvrees’. Hij legt uit in het ND: ‘Mensen met geestelijke smetvrees zijn bang besmet te raken door contacten met mensen uit een andere kerk. Dat is middeleeuws. Raak ik besmet als ik samen met iemand van een andere kerk zing of avondmaal vier? Is de hele kerkzaal besmet als daar een ketter zit? God zegt: je kunt niet besmet worden door wat je mond in gaat, maar alleen door wat je mond uit komt. Ook Jezus was niet bang. Hij raakte melaatsen en doden aan’.
De hoogleraar gaat ook in op de manier waarop hij zelf het avondmaal beleeft. ‘Als je de beker en de schaal doorgeeft aan degene naast je, zeg daar dan bij: “Dit is het lichaam van Christus.” Dan voel je de lijfelijkheid. Je proeft de wijn, draagt de beker, en geeft die door. Dat alles duurt maar een paar seconden, maar de Heilige Geest gebruikt die tijd. Juist op die momenten ervaren mensen iets. Je vertelt uit eigen mond het verhaal van het evangelie: dit is het bloed van Christus, voor jou vergoten.’