‘We hebben de neiging om de exclusieve teksten van een andere religie sterker in beeld te brengen dan de teksten waarin andere religies zich meer inclusief uiten. A Common Word, waarin 138 moslimgeleerden zich uitspreken, slaagt er in teksten die breed geaccepteerd zijn ten volle te laten klinken’. Woorden van een dergelijke strekking klonken woensdag 11 oktober in de beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting.
Harry Mintjes hield een inleiding over het document dat op 13 oktober precies tien jaar geleden naar buiten werd gebracht. Het was de reactie van moslimgeleerden op een toespraak van paus Benedictus in Regensburg. Het werd destijds positief ontvangen, en wordt wel gezien als één van de eerste toonaangevende teksten die van moslimzijde naar buiten zijn gebracht om het vreedzame contact met christenen te onderbouwen. De tekst laat zien hoe het dubbele liefdegebod van Christus (U zult de Here, uw God, liefhebben… en uw naaste als uzelf) in andere bewoordingen ook een centrale notie laat zien van de islam. Beide religies vinden de basis daarvoor in het geloof in de ene God.
Harry Mintjes vertelde dat de brief tien jaar geleden veel reacties heeft opgeleverd. De Wereldraad reageerde. Diverse landelijke raden van kerken haakten in, zoals de Raad van Kerken in Denemarken. En nog vorig jaar was er een gesprek van de pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog met de Jordaanse denktank Royal Institute for Interfaith Studies, waarbij hierop werd aangesloten en paus Franciscus sprak van een ‘gemeenschappelijke vader’ en ‘we zijn samen broeders. De slotverklaring sprak van een ‘solide basis voor vreedzaam en vruchtbaar samenleven’.
Hoewel de tekst inmiddels precies tien jaar oud is, toonde Harry Mintjes zich nog steeds enthousiast over de strekking. ‘Je zou het met Nostra Aetate kunnen vergelijken. Dat was destijds een doorbraak, doordat de Rooms-Katholieke Kerk daarbij voor het eerst publiek respect verwoordde voor het heilige in andere godsdiensten. Ook in dit document vind je een nieuw geluid. Het laat zien hoe er in moslimkring met respect naar de Bijbel gekeken wordt op een manier die christenen recht probeert te doen’. Vaak zie je een omgekeerde beweging, dat mensen minderheidsstandpunten karikaturaal naar voren halen, maar die houding wordt in A Common Word overstegen.
De tekst geeft een antwoord aan paus Benedictus en gaat tegelijk in op interne discussies binnen de islam. Er zijn mensen die ook daar al te gemakkelijk medegelovigen die niet van de eigen richting zijn als ‘ongelovig’ betitelen. De tekst laat zien, dat die weg doodloopt.
Er zijn verschillende punten bediscussieerd na het verschijnen van de tekst. Critici van christelijke zijde meenden dat je de liefde die Christus predikt niet zonder meer gelijk mag stellen met de liefde waarover de moslimgeleerden in A Common Word spreken. Er komen spannende teksten aan de orde, zoals de teksten in Mattheüs en Markus waar Jezus spreekt over ‘Wie niet voor me is, is tegen Mij’ en ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons’. Het is zaak daar op de context te letten. De eerste tekst is gericht tegen de demonen. Er is geen compromis met demonen nodig. De tweede tekst is gericht tot mensen in de omgeving van de discipelen die in staat zijn wonderen te verrichten van genezing zonder dat ze bij de officiële aanhang van Jezus behoren. Het moge duidelijk zijn, dat die laatste tekst spannend is als je de inhoud gaat toepassen op deze tijd en je de vraag stelt hoe je als christen aankijkt tegen mensen die net als jij op basis van het evangelie het goede zoeken voor mensen.
De beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting heeft het gesprek afgerond met de conclusie dat men samen met het moderamen van de Raad van Kerken de mogelijkheden wil verkennen om A Common Word verder in gesprek te brengen in de Nederlandse situatie. De leden gaven aan dat zo’n discussie weliswaar een abstract intellectueel karakter kan krijgen, maar zo’n gesprek kan daarmee wel helpen om mensen een referentiekader te bieden voor gezamenlijk handelen. ‘Theologie stelt vaak trage vragen’, vatte Jan Peter Schouten het gesprek samen. ‘Je kan er niet altijd van uit gaan dat een gesprek direct tot veranderingen leidt, maar het kan wel helpen om mensen wezenlijk verder te helpen’.
Foto’s:
1. Harry Mintjes
2. Jan Peter Schouten