Wellicht kunnen wij onze rituelen aanpassen aan de huidige tijd. Het is niet meer zo dat er geen symbolen en rituelen zijn, maar ze zweven wat rond, zonder een zingevings- of een religieus kader. Is dat niet iets voor vrijzinnigen om op zich te nemen?
Dat schrijft algemeen secretaris Wies Houweling in het blad Ruimte van Vrijzinnigen Nederland. Ze geeft daarmee impliciet een vervolg aan de uitgave ‘Rituelen onderweg’ van de Raad van Kerken, waarin suggesties werden aangereikt voor het begeleiden van de hele levensweg van mensen met oude en nieuwe rituelen.
Wies Houweling zet voor haar kerk in op het actief zoeken naar nieuwe rituelen die aansluiten bij modern levensbesef. Ze geeft diverse voorbeelden in haar artikel. Ze noemt het kunstwerk van Damian Hirst, dat in 2008 te bezichtigen was in het Rijksmuseum: ‘For the Love of God’, een schedel ingelegd met diamanten. Het fascineerde mensen en liet dood en rijkdom, verval en eeuwigheid zien. ‘Dit zijn symbolen die vele mensen in de samenleving aanspreken en na laten denken over hun eigen leven, rijkdom, sterfelijkheid, wat kun je meenemen? Wat is nu echt belangrijk in het leven? De kitscherigheid van het hele kunstwerk droeg bij aan de verdieping. Deze schedel is een symbool dat in alle religies begrijpelijk is, zeker in onze samenleving’.
Ze noemt ook het voorbeeld van het labyrint. Jonatan Bartling vertelde over zo’n labyrint in de uitgave van de Raad. Wies Houweling stelt vast dat je tot haar eigen verbazing een dergelijk looppatroon op steeds meer plekken tegenkomt. ‘Het werkt blijkbaar, spreekt aan en het is eenvoudig te doen’. Ze noemt het voorbeeld van de Woudkapel in Bilthoven, waar een labyrint in de tuin te vinden is. ‘Je hoeft er niet eens veel bij te zeggen. Labyrinten spreken voor zich, zoals elk goed ritueel’.
Wies Houweling benoemt ook een voorbeeld uit de internationale gemeenschap van vrijzinnigen. Het is ontstaan bij de Unitariërs in Tsjechië. Iedereen neemt een bloem mee naar een viering. Bij de aanvang wordt de bloem bij andere bloemen op een vaas gezet. Alle meegebrachte bloemen vormen samen een boeket dat staat voor de pluriformiteit van de gemeenschap. Aan het slot van de viering wordt iedereen uitgenodigd om een bloem mee naar huis te nemen, een andere dan de meegebrachte.
Wies Houweling sluit af met een oproep: ‘Traditionele religie mag minder worden, maar niet de behoefte bij mensen aan symbolen en rituelen. Vrijzinnigen zijn gewend met symbolen en rituelen om te gaan, zou het niet een taak zijn om die te ondersteunen in de samenleving en te kijken waar wij aan kunnen sluiten in plaats van oude rituelen te blijven hertalen en vertalen?’