Pastores hebben behoefte om hun leiderschapskwaliteiten verder te ontwikkelen. Ze realiseren zich dat deze post-christelijke samenleving om andere vaardigheden vraagt dan de kwaliteiten die oudere voorgangers aan de dag moesten leggen. Ze zoeken evenwel naar een uitbouw ten dienste van de eigen kring en niet naar kwaliteiten die hen in het publieke domein steviger grond onder de voeten geven.
Dat blijkt uit onderzoek van Annemarie Foppen. Zij volgt een researchmaster Theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze heeft onderzoek gedaan naar het verlangde leiderschap in de kerken. Ze heeft daarvoor negen interviews gehouden met sleutelfiguren verantwoordelijk voor training en nascholen van kerkelijke leiders. Het gaat om mensen uit de Rooms-Katholieke Kerk, de Remonstrantse Broederschap, de Oud-Katholieke Kerk, de Unie van Baptistengemeenten en de Protestantse Kerk. De gesprekspartners waren: Jodien van Ark, Henk Bakker, Jack Barentsen, Anke Bisschops, Bert Dicou, Wout Huizing, Elza Kuijk, Arnold Smeets, Joris Vercammen en Theo Witkamp.
Annemarie Foppen schrijft over het onderzoek in TussenRuimte, het blad van de Nederlandse Zendingsraad. Het blad heeft een themanummer gebracht over het religieus leiderschap in het publieke domein. We leven in een unieke tijd, stelt Foppen in het artikel. ‘Voor het eerst sinds duizend jaar zijn we beland in een cultuurfase waarin het christendom niet langer ‘hoort’ of ‘moet’’. Kerkelijke leiders (je moet dan denken aan pastoors, dominees, priesters, kortom: iedereen die op een bepaald niveau leiding geeft aan het kerkelijke leven) hebben te maken met gemeenschappen die zowel intern als extern veranderen. ‘Lukt het kerkelijke leiders om te voldoen aan de verwachtingen vanuit de eigen gemeenschap en tegelijk uitdagingen op te pakken die ontstaan in een seculiere context?’, stelt Annemarie Foppen als vraag.
Foppen brengt de ondersteuningsbehoefte van pastores in beeld. Ze komt tot de conclusie dat de geïnterviewde begeleiders aandringen op meer persoonlijke reflectie. Doordenking en zelfinzicht zijn sleutel voor geschikt kerkelijk leiderschap. Er is vraag naar algemene leiderschapsvaardigheden en minder naar klassieke, theologische vaardigheden. Je moet dan denken aan vaardigheden nodig voor het leiden van een kerkelijke organisatie. Leidinggevenden in de kerk stuitten op vragen als: Hoe ga je om met conflicten? En hoe stuur je vrijwilligers aan?
De kerkelijke experts hebben minder behoefte aan ondersteuning voor de rol van geestelijken in het publieke domein. Ze richten zich op de persoonlijke dimensie van het leiderschap. De algemene leiderschapsvaardigheden moeten toenemen (groepsdynamica, conflicthantering, identiteitsvorming, communicatie), verlangens naar klassieke theologische vaardigheden (preken, exegetiseren) komen in het onderzoek minder als aandachtspunt naar voren.
Annemarie Foppen stelt: ‘De externe uitdaging van een seculiere samenleving lijkt voor kerkelijk leiderschap bij velen weinig directe urgentie te hebben: het zwaartepunt van de ondersteuning ligt niet op het publieke domein, maar op persoonlijk leiderschap’. En: ‘Toch worden er wel degelijk behoeftes waargenomen bij predikanten om de huidige maatschappij te doordenken om vervolgens als kerk present te kunnen zijn in het publieke domein. Dit geeft tegelijkertijd aan dat het kerkelijk leiderschap zich nog in de beginfase van dit proces bevindt’.
Foto’s: databank Raad van Kerken associatief gekozen