De formatie van een nieuw kabinet is nog in volle gang. Maar intussen bereiden velen zich voor op de volgende verkiezingen, die van de gemeenteraden komend voorjaar, 21 maart 2018.
Deze datum zou een mooie gelegenheid kunnen zijn om ook voor vluchtelingen een nieuwe lente te laten aanbreken. Gemeentes spelen immers een hele belangrijke rol bij verwelkomen en begeleiden en integreren van nieuwkomers. Het is dus nu het moment met lokale politieke partijen om naar hun programma’s te kijken en daarin stevige voornemens op te nemen voor wat wij vaak ‘nieuwkomers’ noemen.
De afgelopen jaren was bijvoorbeeld vaak in het nieuws hoe gemeentes opvang regelen, ook voor zogenaamde ‘uitgeprocedeerden’. Veel gemeentes sloten enkele jaren geleden hun noodopvang omdat het Rijk die zou verzorgen. Daar is bar weinig van terechtgekomen. En nu is het dus aan de gemeentes om met een stevige opvang, met goede begeleiding, door te gaan of deze opnieuw te starten. Zodat mensen opnieuw perspectief kunnen krijgen op een menswaardig bestaan. In Nederland of elders.
Enkele jaren geleden is het taalonderwijs voor nieuwkomers geprivatiseerd. Het is de enige vorm van onderwijs die in Nederland aan de markt is overgelaten. Nu denk ik bij een markt voor vluchtelingen toch eerst aan mensensmokkelaars en vooral mensenhandelaren. Maar uitgerekend vluchtelingen moeten hun weg zien te vinden in de ‘taalmarkt’. Dat gaat wel eens goed, maar niet zo vaak. Gelukkig zijn er op gemeentelijk niveau velen, vooral vrijwilligers, die daarbij ondersteuning geven. Ook deze vrijwilligers kunnen wel een steun in de rug van hun gemeente gebruiken.
De inburgering ligt helemaal op het terrein van de gemeentes. Met hulp van Vluchtelingenwerk en veel vrijwilligers zetten velen zich daarvoor in, in de eerste plaats natuurlijk de nieuwkomers zelf. Goede inburgering, zonder bureaucratische belemmeringen of eisen, zijn daarbij essentieel. Van gemeentes moet verwacht worden dat ze dit krachtig ondersteunen. En van politieke partijen, dat ze daarover eisen in hun programma’s opnemen.
Belangrijk bij de inburgering is voor velen de gezinshereniging. Echte inburgering kan vaak pas beginnen als er een veilige situatie is ontstaan voor het hele gezin. Pas dan is er voldoende ruimte om bezig te zijn met de nieuwe toekomst. Gezinshereniging is een fundamenteel recht. Dat zou zich ook moeten uiten in het door de overheid betalen van de daarmee verbonden kosten. Zowel de leges als de kosten van overkomst. Nu wordt ook dat aan ‘de markt’ overgelaten, vaak armlastige diaconieën.
En zoals vaak met mensen in achterstandsituaties moeten alle overheden zich in hun communicatie en het beleid daarachter zeer goed verplaatsen in de mensen die met die communicatie moeten worden bereikt. Waarin de mensen ook niet worden weggezet als ‘kostenposten’ (daar zijn helaas veel voorbeelden van) maar als volwaardige mensen met wie we graag een nieuwe toekomst opbouwen.
Jan van der Kolk juli 2017,
voorzitter van de projectgroep Vluchtelingen