De patriarch van de Syrisch-Orthodoxe Kerk, Moran Mor Ignatius Aphrem II heeft deze week een bezoek gebracht aan het kantoor van de Europese Raad van Kerken (CEC) in Brussel. Hij was in de Belgische hoofdstad voor een internationale conferentie van het Europese parlement waarin de toekomst van het christendom in Irak aan de orde kwam. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om ook enkele prominente leden van de Europese Kerkenconferentie te ontmoeten, onder wie algemeen secretaris Heikki Huttunen en zijn collega Elizabeta Kitanovic (mensenrechtendeskundige).
De patriarch stelde in het gesprek met de CEC zijn zorg aan de orde over de Syrisch-Orthodoxe Kerk, die overigens ook prominent lid is van de Nederlandse Raad van Kerken. Hoewel de wortels van de kerk in het huidige Syrië, Irak en Turkije liggen, is de gemeenschap in een moderne diaspora verspreid over de hele wereld en zijn er grote gemeenschappen in de Verenigde Staten en het noorden en westen van Europa. Er is ook een grote gemeenschap te vinden in India.
Grove schendingen van de mensenrechten ten tijde van de burgeroorlog in Syrië en Irak hebben tot zorgelijke omstandigheden geleid, waardoor talloze mensen zelfs de elementaire zaken van huisvesting, voldoende voedsel en onderwijs missen. De Syrisch-Orthodoxe Kerk alleen al (en er zijn diverse andere kerken in de regio) heeft gezien hoe tachtig van haar kerken in puin zijn geschoten. De kerk met vijf miljoen mensen staat voor grote uitdagingen om de traditie overeind te houden en de rijkdom van liturgie en theologie over te dragen aan een jonge generatie.
De Syrisch-Orthodoxe Kerk ervaart ook in Nederland hoe moeilijk het is middelen te verzamelen om aan wederopbouw te werken. Nogal wat Nederlandse kerken werken samen in grote internationale organisaties en het is lastig voor een kleine kerk als de Syrisch-Orthodoxe Kerk om concreet op de locaties die dat nodig hebben hulp te ontvangen. Merkwaardig genoeg kan het zelfs in het nadeel werken dat men een puur christelijke achtergrond heeft, omdat hulporganisaties willen voorkomen dat men beticht wordt van selectieve steun aan confessionele groepen in Syrië en Irak.
Het Europese Parlement bracht onder de noemer ‘Een Toekomst voor Christenen in Irak’ parlementariërs en vertegenwoordigers van non-gouvernementele organisaties, vertegenwoordigers van religies en locale stamraden bij elkaar. Ze spraken drie dagen over de mogelijkheden de Nineve-vallei opnieuw in te richten, dat is een regio waar christenen en andere religieuze minderheden veel geweld hebben ervaren en vervolging omwille van hun geloof. Het christendom is weliswaar in heel de regio aanwezig, maar de concentratie van kerken in deze regio is relatief sterk.
De Europese Kerkenconferentie (CEC) heeft zijn solidariteit verwoord met de christenen in de regio. De CEC bestaat uit 115 kerken met een orthodoxe, protestantse, anglicaanse en oud-katholieke achtergrond. De CEC is opgericht in 1959.
Foto: De patriarch staat in het midden, rechts van hem (vanuit de kijker) Heikki Huttunen (hij komt 25 oktober naar Nederland), helemaal links Elizabeta Kitanovic (foto CEC)