Orthodoxe meerwaarde

Kennis volgens orthodox inzicht is allereerst een intuïtieve kennis. En als je je deze kennis eigen hebt gemaakt kan je zoeken naar een verwoording van het geheim waarvan je deelgenoot bent geworden. Het hart komt eerst; en is allereerst – net als in de Bijbel – een zetel van voelen en vervolgens van het denken. Met die benadering gaat de orthodoxie precies in op de vragen, en misschien moet je zelfs wel spreken van de leegte, waar de moderne, westerse mens mee rondloopt. Media en wetenschap praten ons aan dat we allereerst rationeel moeten zijn; maar dat zijn wij mensen helemaal niet. Je merkt bij de theologische faculteit dat niet alleen orthodoxe theologen dit inzicht hebben, maar ook docenten uit bijvoorbeeld de gereformeerde gezindte. Voor de orthodoxie gaat het dan ook om de mystagogie en de eucharistie; het geheim van de Godskennis en de ervaring daarvan deelgenoot te mogen zijn.

Het refter was maandag 12 juni goed gevuld bij de Raad van Kerken met een kleine twintig personen. De beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap had een gezamenlijk overleg uitgeschreven met vertegenwoordigers en kenners van de orthodoxe traditie. Doel was te komen tot een focus voor verdere bespreking in de Raad en voor het verder informeren van achterbannen over vragen als: Wat kan de orthodoxie bijdragen aan het kerkelijk en maatschappelijk landschap in Nederland en waar kunnen kerken het gezamenlijke oecumenische gezicht versterken. Het werd een boeiend gesprek, waarbij uiteindelijk is besloten dat een op tafel liggende notitie van enkele orthodoxe theologen en afgevaardigden naar de Raad van Kerken nog iets wordt aangescherpt, zodat er dit najaar een bespreking kan volgen in de plenaire Raad van Kerken.

Leo Koffeman opende de vergadering met het voorlezen van een stukje uit een encycliek, die al in 1920 verschenen was op het gezag van de patriarch. Hij las enkele verrassende oecumenische delen, die dus al een generatie voordat de Wereldraad van Kerken was opgericht, waren verschenen. ‘Onze kerk houdt er aan vast dat de gemeenschap met anderen niet wordt uitgesloten door doctrinaire verschillen die er bestaan. Een dergelijke toenadering is gewenst en noodzakelijk. Het is van belang voor elke particuliere kerk en het hele lichaam van Christus en tot bevordering van de eenheid van Christus die in de eenheid wordt vervolmaakt door de wil van God’. De encycliek zegt expliciet de samenspreking van kerken te willen stimuleren. ‘Als er goede wil en goede intentie is, hoeven de tegenstellingen geen onoverkomelijk obstakel te zijn’. Zo begon het dus al meer dan eeuw geleden in orthodoxe kring.

En aan die goede wil ontbrak het geenszins maandag in Amersfoort. Leo Koffeman legde uit waarom de groep bij elkaar kwam. De bron ligt in het beleidsplan van de Raad van Kerken in Nederland, 2017-2021. Daarin staat de doelstelling opgenomen, dat de Raad per hoofdstroming van kerken in de oecumene de essentie wil verwoorden en zoekt naar verbindingsmomenten met anderen.

Vanuit orthodoxe kring gaf men ter verduidelijking enkele cijfers, die ook ten grondslag hebben gelegen aan het starten van een orthodoxe ambtsopleiding in Amsterdam. De telling voor OCW gaat uit van een groep rond het oecumenisch patriarchaat, het patriarchaat van Antiochië, Moskou, Servië, Roemenië, Bulgarije en Georgië. Het gaat dan in totaal om 130.000 gelovigen van de Oosters-Orthodoxe richting met nog eens 7.000 autochtonen bij deze groep. Tot de Oriëntaals-Orthodoxe richting, met wie de Oosterse-Orthodoxie niet in communie is, rekent men: de Ethiopische Kerk, de Armeens-Apostolische, de Koptisch-Orthodoxe, de Eritrese en de Syrische Kerk. Het gaat bij deze groep in totaal om 55.000 gelovigen in Nederland. Dus doortellend kan je in totaal spreken over bijna 190.000 orthodoxen in Nederland.

Een groot deel van het gesprek ging over de theologische oriëntatie van de orthodoxie. In een notitie werd onder meer gesproken over ‘apofatische theologie’, over ‘de bedrogen bedrieger’ (naar een homilie van Johannes Chrysostomus) en over de theologie zoals die naar voren komt in werk van Mattias Rouw. In de westerse theologie gaat het in de lijn van Anselmus bij de verzoening al gauw over genoegdoening aan de Vader. Hij gebruikt woorden die afgeleid zijn van het leenstelsel zoals het in zijn tijd en in zijn omgeving een rol speelt. In de orthodoxe theologie kom je dat accent op de verzoening veel minder tegen. Daar gaat het bijvoorbeeld over de mens die in de macht van satan dreigt verstrikt te raken. De mens is niet in staat zich er zelf van te bevrijden. Daarom is God mens geworden. In de onderwereld heeft Christus de macht van satan teniet gedaan. De satan wordt dan bedrogen.

In het algemeen werd duidelijk dat de orthodoxie misschien bij een eerste kennismaking wel dogmatisch lijkt, maar dat in veel mindere mate is dan men in het westen zelf gewend is qua theologie. Je moet dan ook oppassen dat je niet te veel westerse vragen vooraf opdringt aan het orthodoxe geloof. Eén van de vruchtbare vragen om het gesprek ook herkenbaar te maken voor de mensen die vanuit de westerse samenleving meekijken is de vraag naar de spiritualiteit. Geloven en leven staan dichtbij elkaar. Seculiere mensen zoeken dan misschien aansluiting bij yoga. En ze hebben niet in de gaten dat christenen in de oosterse traditie al veel diepgang meenemen in hun traditie waarin zelfkennis een belangrijke plaats heeft.

Wie zich verdiept in de orthodoxie krijgt opnieuw oog voor het belang van de incarnatie en voor de triniteit, vatte één van de deelnemers de benadering samen. De incarnatie neemt de menselijkheid heel serieus en de drie personen van de triniteit laten zien hoezeer bijvoorbeeld onder de gestalte van de Geest de schepping grote waarde heeft. De bewijsvoering achter die benadering neemt naast de Nieuwtestamentische traditie ook de Oudtestamentische teksten uiterst serieus. De westerse traditie waarin nogal wat rooms-katholieken en protestanten in Nederland zijn opgegroeid laat zich soms wat eenzijdig kenmerken als een lijn waarin het verstand vooral wil begrijpen wat als geheim wordt aangereikt.

Vanuit deze benadering is er in de orthodoxie ruimte voor ascese en waardering van het voorbeeld dat heiligen geven. Ascese betekent: Ik voeg mij naar hem. Door te eten, drinken, knielen, deuren van de kerk te kussen. Om mezelf in te perken, dat ik dingen opgeef om God. Want als het lichaam op eerste plaats staat, gaan de hartstochten regeren. In de orthodoxe traditie leert men het lichaam te temmen. Hier ligt een kans voor herkenning en tegelijk ligt daar de moeilijkheid. Veel mensen uit de westerse wereld voelen zich aangetrokken tot dit gedachtengoed. Ze realiseren zich dat problemen juist ontstaan op het moment dat je jezelf op de eerste plaats zet en bijvoorbeeld van de kerk verlangt dat het er mooi toegaat. Dan ga je al met een verkeerd beeld naar de kerk. Het gaat om het dienen. Dat is iets moois wat je als traditie kan bieden, tegelijk vraag je je af of westerse mensen daarop zitten te wachten.

De orthodoxie kent daarom niet alleen waarde toe aan theologiseren, maar ook aan de verstilling. Eén van de afgevaardigden formuleerde het heel kernachtig: ‘Terwijl wij over theologie discussieren gaan gewone mensen naar de hemel’.

De beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap had veel waardering voor de spirituele insteek vanuit de orthodoxie. ‘Wij zeggen in onze eigen gemeente vaak dat we voorbij zijn aan de dogma’s. We denken vaak negatief over de leerstellingen. En tegelijk is er in onze kerken een zoektocht naar spiritualiteit. Daarbij shoppen we ook bij orthodoxen. Dat heeft risico’s, omdat je dan elementen uit hun context ligt’.

En een ander vulde aan: ‘Naar mijn idee komt de orthodoxie als geroepen in onze cultuur. We kunnen er vanuit onze traditie veel van leren. En dan niet alleen een los onderdeel, maar juist die geïntegreerde spiritualiteit. Je moet nederigheid hebben om bij anderen in de leer te gaan. Dan kan blijken dat er bij de ander iets bewaard is, dat jij nu als een geschenk ervaart’.

Foto’s:
1. Wietse van der Velden in gesprek met Samuël Dogan
2. Theodoor van der Voort van de Orthodoxe Kerk
3. Thabet van de Koptisch-Orthodoxe Kerk en Dogan van de Syrisch-Orthodoxe Kerk
4. Een gevulde vergadertafel