Betrokkenheid vergroot

De Amsterdamse Raad van Kerken organiseerde een bijeenkomst voor haar netwerk. Het werd een geanimeerde middag. Voorzitter Henk Meulink memoreerde het feit dat de kerken weliswaar geen vanzelfsprekende plaats (meer) hebben in de Amsterdamse samenleving, maar dat zij veel betekenen en bereiken. De presentatie van de Werkgroep Vluchtelingen gaf daar blijk van. De gewone tweemaandelijkse bijeenkomsten van de Raad van Kerken in Amsterdam hebben de laatste jaren minder het karakter van een vergadering gekregen, en meer die van ontmoeting en onderlinge inspiratie. Dat heeft de betrokkenheid van de lidkerken erg vergroot.

Vanuit de landelijke Raad van Kerken was voorzitter Dirk Gudde aanwezig. ‘Een mooie en inspirerende middag was het. Misschien is zo’n netwerkmiddag een formule die ook voor andere lokale raden van Kerken kan werken.’

Met 80 aanmeldingen, presentaties, muziek en gespreksgroepen, kennismaking en ontmoeting was het een geslaagde middag, afgelopen zaterdag 13 mei.

Verslag van de Raad van Kerken Amsterdam

In zijn openingswoord vertelde de voorzitter, Henk Meulink, dat deze bijeenkomst past in het streven van de Raad in de afgelopen jaren de verbinding tussen de lidkerken te versterken. Hij was blij dat zoveel mensen ingegaan waren op de uitnodiging.
In het eerste gedeelte van de middag stond de vraag centraal: De Raad van Kerken Amsterdam: Wie zijn wij? Wat doen wij? De leden van het Dagelijks Bestuur en de afgevaardigden werden voorgesteld. Twee van hen vertelden wat zij aan de Raad beleefden: de ontmoeting met mensen uit zoveel verschillende kerken; hoe dat je dwingt bepaalde beelden bij te stellen; het gesprek over diverse onderwerpen van gemeenschappelijk belang; de gemeenschappelijke activiteiten. Zij vonden dat de Raad de afgelopen jaren meer elan had gekregen.  De deelnemers ontvingen een folder waarin kort staat weergegeven wat de Raad doet. Henk Meulink schetste dat het werken aan verbinding tussen de lidkerken mede nodig is om als kerken samen te kunnen werken in het present zijn in de Amsterdamse samenleving: “We weten maar al te goed dat we als christenen in de Amsterdamse samenleving tot een kleine minderheid zijn geworden. Dat betekent dat het moeilijker wordt aandacht te krijgen voor wat wij als christenen van belang vinden. Niettemin denken wij dat we  `een woord voor de wereld´ hebben, vinden wij dat wat ons vanuit ons geloof voor ogen staat van belang is voor onze samenleving.  Als we daarin samenwerken, kunnen we dat met meer kracht naar voren brengen.  Wij formuleren het zo: we voelen ons verantwoordelijk voor en willen bijdragen aan een goed samenleven in onze stad, ons Mokum.  Eerlijk gezegd: onze mogelijkheden zijn beperkt en de samenleving zit meestal niet op onze inbreng te wachten. Maar dat schrikt ons niet af te zoeken naar wat wij kunnen doen. We staan daarin ook niet alleen. Vanuit veel kerkelijke organisaties wordt daar aan gewerkt. We werken daarin graag samen. We zoeken daarin ook contacten over de grenzen van onze christelijke gemeenschappen heen naar interreligieuze samenwerking en dialoog met mensen van een ander geloof of levensbeschouwing. Vanuit onze Raad gaat onze aandacht speciaal uit naar `verdrukten en vreemdelingen´.  We hebben daarom aandacht voor vormen van discriminatie en laten van ons horen als dat zich voordoet. En voor een aantal groepen zetten we ons in het bijzonder in: vluchtelingen en drugsverslaafden”.

Aansluitend aan zijn verhaal vertelde de secretaris van de Taakgroep Vluchtelingen, Frans Zoer, hoe de Taakgroep twee diaconale uitgangspunten, “helpen waar geen helper is” en “helpen onder protest” vormgeeft in haar aandacht voor vluchtelingen. Daarbij heeft de Taakgroep vooral aandacht voor vluchtelingen die slachtoffer zijn van het asielgat, die “uitgeprocedeerd” zijn, hier niet mogen blijven, maar ook niet terugkunnen naar het land van herkomst. De Taakgroep komt op voor een menswaardige behandeling van deze groep en daar schort het nogal eens aan. Zijn hele verhaal is terug te vinden op de website van de Raad: www.rvkamsterdam.nl , onder “Taakgroep Vlchtelingen”. Hij verwees ook naar de drie mensen van de We Are Here-groep, na omzwerving via verschillende kerken nu wonend in de “Vluchtmaat”, die deze middag de hapjes verzorgden. Dat past in de actie van de Taakgroep de “uitgeprocedeerde” vluchtelingen niet alleen financieel te steunen, maar ook te activeren door te bemiddelen hen bij kerken en kerkleden werkzaamheden aan te bieden.

De voorzitter van de Stichting Drugspastoraat, Yellie Alkema, vertelde hoe de pastores van de Stichting, voortgekomen uit de Raad en daar nog steeds mee verbonden, vanuit de kerken werkt onder drugsverslaafden. Zij riep de aanwezigen op in hun kerken de drugspastores eens uit te nodigen om hen te informeren over hun werk en hoe dat door kerken en kerkleden ondersteund kan worden. Zie verder: www.drugspastoraat.nl

Na deze presentatie zong een koor uit de Russisch-orthodoxe parochie van de Heilige Nicolaas van Myra een aantal liederen uit de zondagse liturgie.
 
Het belangrijkste onderdeel van de middag was het gesprek dat daarna in acht groepen plaatsvond. Daar was gelegenheid met elkaar kennis te maken en te spreken over het belang van verbinding tussen de kerken. Deze persoonlijke kennismaking en uitwisseling werd zeer gewaardeerd.

De middag werd afgesloten met een lied dat Inica Loe (Christengemeenschap)  had gemaakt en samen met de deelnemers zong. Daarna volgde een liturgische afsluiting. Dick de Korte (Dominicusgemeente) las uit de brief van Paulus aan de Korintiers over de verschillende gaven en de ene geest. Nadat het koor het Onze Vader had gezongen, baden de deelnemers gezamenlijk hand in hand dit gebed dat ons allen verbindt met Jezus Christus, in wie wij één zijn en tot eenheid geroepen. Veel deelnemers bleven daarna nog om mensen informeel te ontmoeten.
 
(Foto´s: Dick de Korte, Inica Loe)