Veel telefoontjes en mailtjes kwamen er de afgelopen dagen binnen bij de Raad van Kerken over de columns die Ephimenco in het dagblad Trouw schrijft over de aanslagen in Egypte op de Koptische Kerk. Hij vindt dat de kerken in Nederland veel te lauw reageren of niet reageren.
Kees Nieuwerth, vice-voorzitter van de Raad van Kerken, vond dat Ephimenco zich onvoldoende laat informeren over wat er in de kerken gebeurt en de solidariteitsverklaringen die de kerken op internet en social media verwoorden vond Ephimenco niet stevig genoeg.
We geven hieronder een paar geluiden door van boze Trouw-lezers en Trouw-liefhebbers; daaronder de laatste reactie van Ephimenco.
Een reactie uit Leusden: ‘Jullie zijn toch na verschillende aanslagen met moslims, joden en christenen naar de ambassade gegaan van het land waarop de aanslag betrekking had? Kunnen jullie er niet voor zorgen dat die berichten in Trouw komen? Je krijgt de indruk dat men dat soort initiatieven niet kent of niet wil laten doorklinken’.
Een reactie uit Maarssen: ‘Een goede reactie van Kees Nieuwerth in Trouw na de aanval van Ephimenco op kerken die lauw zouden hebben gereageerd op het geweld tegen de kopten. Wat beoogde hij daarmee? Het vuurtje tussen de godsdiensten nog eens even opstoken? De kerken hebben zich voorbeeldig solidair getoond en zich niet voor populistische karretjes laten spannen. Zo ook Paus Franciscus die komende week naar Egypte afreist. Ik vind het onverantwoordelijk, dat deze Trouw columnist blijft stellen dat alle moslims zich tegenover de wereld – lees tegenover hem – te verantwoorden hebben voor de misdaden van het zogenaamde Kalifaat’.
Nog een aanvulling op deze reactie: ‘Wat hier dringend ‘benoemd’ moet worden, is wat de Amerikaanse religiewetenschapper Cavanaugh ‘de mythe van het religieuze geweld’ noemt. Cavanaugh heeft in zijn gelijknamige boek met 40 voorbeelden onder meer aangetoond dat de Europese ‘godsdienstoorlogen’ nooit hebben bestaan, zulke oorlogen bestaan ook vandaag niet, behalve als wij er zelfingenomen dat etiket op blijven plakken en zelf politieke criminelen een gewijde status verlenen’.
Nog een reactie: ‘Jullie moeten het dagblad Trouw duidelijk maken dat je het niet accepteert, dat zij eerst de activiteiten van de kerken doodzwijgt om vervolgens zelf een zogenaamde analyse te geven en de kerken als figurant gebruikt’.
Weer een andere reactie, meer instemmend met het dagblad: ‘Als Trouw schrijft dat jullie de kerken moeten zeggen een minuut stilte te houden, snap ik niet dat jullie dat als Raad van Kerken niet gewoon uitvoeren. Het is toch een goede zaak? Jullie kunnen dat toch best uitleggen aan de lidkerken? En wat is nou een minuut stilte? Als dat al niet kan’.
Nog een met Trouw instemmende reactie: ‘Als zelfs een krant als Trouw al kan uitleggen, dat je als christen meer van Christus moet getuigen, waarom doen de kerken dat zelf dan niet? Juist op zo’n moment is dat heel goed’.
En iemand uit de Raadskringen: ‘Ik vind het belangrijk dat we als Raad steeds weer onderscheid maken tussen de hoofdlijn van een kerk of religie en de ontsporingen. Je kunt aan ontsporingen niet direct conclusies verbinden aan de waarde van de hoofdstroom. De uitgave van ‘Op weg naar geluk’ geeft een heldere analyse van hoe je hoofd- en nevenspoor moet onderscheiden in religies, en het zou mooi zijn als die lijn in dagblad Trouw zou worden weergegeven’.
Kees Nieuwerth schreef in reactie op een eerste column van Ephimenco:
Ephimenco vraagt zich af (Trouw, 11 april) of Nederlandse christenen wel stilstaan bij de vreselijke aanslagen op Koptische kerken in Egypte op Palmzondag. Als hij de moeite had genomen om op de website van de Raad van Kerken in Nederland te kijken had hij gezien dat de Koptische Kerk in Nederland ook lid is van de landelijke Raad van Kerken en de Raad van Kerken in Amsterdam. Op de website van de landelijke Raad worden alle lidkerken opgeroepen tijdens Pasen te bidden voor onze broeders en zusters in Egypte. Er is een brief uitgegaan van de RvK naar bisschop Arseny van de Koptische Kerk in Nederland om onze afschuw en ons medeleven te uiten. Bovendien hebben zowel de Raad van Kerken in Amsterdam, de Wereldraad van Kerken, de Conferentie van Europese Kerken, als de Paus soortgelijke verklaringen gepubliceerd, eveneens te vinden op het internet.
Ephimenco reageerde onder meer met:
Dat klopt. Wel checkte ik de facebookpagina van de RvK. Pas dinsdag, na het verschijnen van mijn column, zette de RvK daar zijn bericht op (tot gistermiddag maar één ‘like’). Je vraag je trouwens af waarom de RvK niet bij de media haar solidariteit kenbaar heeft gemaakt en als dit wel is gebeurd waarom we niets hebben gelezen? Misschien omdat in dat bericht de urgentie om tot actie te komen ontbreekt. Een krachtig signaal (minuut stilte, geld voor de getroffen Koptische kerken, demonstratie enz.) na de zoveelste moordpartij in Egyptische kerken is toch iets anders dan formules als ‘bidden om een einde aan het fundamentalistische geweld en om vrede tussen religies’ (bericht RvK). Wat is trouwens ‘fundamentalistisch geweld’, term die je ook terugvindt in de RvK-brief aan de Koptische bisschop? Gaat het hier om christenfundamentalisme van bijvoorbeeld de SGP, marxistisch-, hindoeïstisch-, joods- of verlichtingsfundamentalisme?
Zie hier het ongemak van de Raad van Kerken om in naam van ‘vrede tussen religies’ het probleem te benoemen. Maar het blijft wel geweld dat de radicale en minder radicale islam pleegt. Feit is dat alle aanslagen op Koptische kerken door moslims zijn gepleegd die al dan niet aan IS of de Moslimbroederschap zijn gelieerd. Alsof je de islam en zijn volgelingen niet zou mogen attenderen – zelfs dat niet! – op het krankzinnige geweld dat een groep die zich op deze religie beroept, regelmatig pleegt tegen onschuldige christenen.
Ook paus Franciscus is een deskundige in het ontwijken. Zo luidde zondag zijn afkeuring: “Ik bid voor de slachtoffers en de gewonden en vraag gebed voor de bekering van het hart van diegenen die terreur, geweld en de dood zaaien.” Bij een soortgelijke aanslag in 2010 keurde zijn voorganger het islamgeweld af door terecht aan de ‘religieuze intolerantie’ van moslims te refereren’.