Thema: Goed maken!
Vooraf: De lezingen die aangegeven worden in de orde van dienst zijn niet erg geschikt om na te vertellen. Het thema ‘verzoening’ daarentegen is wel met kinderen
bespreekbaar
Om mee te beginnen
Steek een kaars aan met het licht van de paaskaars dat meegenomen is vanuit de kerkzaal.
Wij steken een kaars aan
omdat we weten,
dat God en Jezus zoveel
van ons houden
dat elke dag een nieuw begin mag zijn,
wat er ook gebeurd is.
We kunnen elke dag opnieuw proberen
om goed met elkaar om te gaan
en om goed te maken wat verkeerd was.
Jonge kinderen
Het prentenboek ‘Lotta ruimt op’, Diane Put &Rik de Wulf, uitg. Clavis, 2012 laat zien dat je iets nieuws kunt beginnen als er iets niet goed is gegaan.
Lotta, Lie en Nina gaan op stap met de bolderkar vol spullen voor een picknick. Ze komen bij hun lievelingsplekje, de vijver. Hier ligt heel veel rommel; wat doen ze daarmee? Ze bedenken een plan, in de vijver ermee. ‘Stop’, zeggen de vissen. ‘In de grond ermee.’ ‘Stop,’ zegt meneer mol. In de brand ermee. ‘Stop’, waarschuwt de meeuw. De lucht wordt veel te vies. Dan heeft Lotta een idee; we maken van de oude rommel gewoon iets nieuws, een schommel, een wip. Zo ontstaat er een prachtige picknickplek met speeltuin.
Activiteit
Zorg voor kosteloos materiaal zoals bijvoorbeeld oude kranten, papier, lege pakken en pakjes, knopen, draadjes, lijm en scharen.
De kinderen maken iets nieuws van het materiaal, bv. een bootje van een krant, een vliegtuigje of een muts. Kijk voor voorbeelden op internet.
Oudere kinderen
Gesprek
Wie weet wat verzoening is? Welk woord zit erin zodat je kunt weten wat het betekent? (zoen)
Op wat voor manieren kun je het weer goed maken met elkaar?
Sleutelverhaal
Een nieuwe wijk, een nieuw begin. Janny en Kees hadden het getroffen met de buren, vonden ze. De kinderen waren ongeveer even oud. Ook een jongen en een meisje en de meisjes hadden zelfs dezelfde voornaam. Dat gaf meteen een band. De heg werd laag gehouden en er kwam een overstap in, zodat je niet om hoefde te lopen en meteen in elkaars tuin stond. De tuin van Janny en Kees was groter, want zij woonden op de hoek.
Bert en Els hielden er van de natuur in hun tuin de vrije loop te laten. De bomen namen veel zon weg, maar goed, de tuin van Janny en Kees was groot genoeg en zij waren ook geen echte tuiniers.
Maar toch gebeurde het dat de tuin uiteindelijk de ruzie veroorzaakte.
‘Zou ik wat takken van je bomen mogen afzagen?’ vroeg Kees aan Bert op een dag in de herfst. ‘Ze hangen wel erg ver mijn tuin in’
‘Als jij het doet, vind ik het best,’ antwoordde Bert.
Met de toestemming van Bert ging Kees aan de slag. Op een dag dat Bert en Els niet thuis waren, zaagde Kees zoveel mogelijk takken weg. De takken vielen gedeeltelijk in zijn tuin en gedeeltelijk in de tuin van Bert. Het was nog een heel werk. Kees was druk bezig de takken uit zijn tuin op een hoop te gooien, toen Bert thuis kwam.
Op hoge poten stapte hij over de heg en riep woedend dat het geen stijl was, al die takken in zijn tuin. ‘Maar’, stotterde Kees, ‘ik ben nog bezig. Je hebt toch gezegd…’. Maar buurman was al verdwenen. Met een klap ging de keukendeur dicht. ‘Krijg nou wat’, mopperde Kees, ‘met zijn verkeerde been uit bed gestapt zeker…’ ‘Ach’, zei Janny, ‘dat gaat wel weer over’ .
Maar het ging niet over. De volgende dag werd er demonstratief een hoge schutting geplaatst voor de overstap in de heg. Er viel niet te praten. En nu de schutting er stond, was het helemaal over natuurlijk. Van die dag af werd er niet meer met elkaar gepraat en werden hoofden boos omgedraaid als ze elkaar tegen kwamen.
Het was pijnlijk. De kinderen begrepen er ook niets van. Opeens mochten ze niet meer met elkaar spelen. Maar daar trokken ze zich niet veel van aan. Buiten de tuin speelden ze toch met elkaar.
Janny en Kees snapten er niets van. In hun ogen hadden ze niets verkeerd gedaan. Ze vonden het eigenlijk zielig dat je je zo kon opwinden om niets. Maar ze voelden zich ook gekwetst.
De situatie duurde weken. Toen Janny op een middag naar huis fietste zag ze Els lopen. ‘Nu heb ik er genoeg van’, dacht Janny en ze stopte.
Vraag: Hoe gaat het verhaal nu verder? De kinderen verzinnen zelf het vervolg. Dat kan schriftelijk of mondeling.
Vervolg verhaal:
‘Kan er niet een eind komen aan deze vertoning? Wat is er nu eigenlijk aan de hand? Kunnen we niet weer gewoon buren zijn?’, vroeg Janny. Els was even perplex. ‘Goed’, stotterde ze, ‘wat zijn we eigenlijk dom bezig.’ Ze gaven elkaar een hand en glimlachten naar elkaar. Opgelucht liepen ze pratend en lachend samen naar huis.
De schutting is blijven staan, maar na verloop van tijd werd er verderop in de heg een nieuwe overstap geknipt.
Activiteit
Zorg voor dozen van gelijke grootte bv. schoenendozen, effen inpakpapier, plakband en viltstiften.
Laat de kinderen de dozen inpakken met het papier. Met de ingepakte dozen wordt een muur gebouwd.
Hang een groot vel papier op of leg het op een tafel waar de kinderen omheen zitten.
Schrijf aan de ene kant MIS en aan de andere kant GOED
Welke woorden kun je bedenken bij MIS en bij GOED?
Schrijf de woorden op met een donkere viltstift bij de dingen die mis zijn en met een lichte kleur bij GOED.
(mis is ruzie, oorlog, jaloezie, vechten, pesten, vervuiling enz… – goed is liefde, vriendschap, opkomen voor elkaar, helpen enz.)
De kinderen mogen ook direct aan de ene kant van de doos de ‘mis’woorden opschrijven met een donkere kleur viltstift en aan de andere kant de woorden die bij ‘GOED’; horen met een lichtere kleur.
Waar zou je Jezus bij zetten? De kinderen vertellen waarom. (Het kan bij allebei – Jezus trekt zich de dingen die niet goed zijn aan en Jezus maakt wat verkeerd was, weer goed.)
Welke kant zou je voorzetten bij het verhaal van daarnet?
De kinderen zetten de dozen naast elkaar neer.
Wanneer verandert het in de vrolijke kant? De dozen worden omgedraaid.
De kinderen kunnen hun doos ook mee terug nemen naar de kerk.
GEBED
Goede God,
Wij danken U voor uw liefde.
Wij danken U voor Jezus,
die niet aan alles wat wij verkeerd doen
onderdoor is gegaan, maar dat hij is opgestaan
om te laten zien dat U ons nooit loslaat.
Heer, we kunnen wel bidden om vrede,
maar als wij ruzie blijven maken, kan dat lang duren.
We kunnen wel bidden voor de arme mensen,
maar als we niet willen delen van onze rijkdom,
kan het lang duren voordat alle mensen
genoeg krijgen om van te leven.
We willen bidden om moed en kracht
om te zien waar we nodig zijn.
Om liefde te laten zien waar mensen
een hekel aan elkaar hebben.
We bidden om uw Geest die ons
op ideeën brengt om er op een goede manier
voor elkaar te zijn.
Amen