Twee maanden na het afsluiten van de campagne ‘Hoop voor de kerk in Syrië en Irak’ is Yosé Höhne-Sparborth opnieuw in Irak. Ze wil met eigen ogen zien hoe de samenleving zich ontwikkelt. In haar eerste reacties, gebaseerd op de eerste indrukken, is ze positief. De onderkomens voor de vluchtelingen zijn verbeterd en de samenwerking tussen de verschillende religies verloopt goed. Natuurlijk zijn er ook wrijfpunten, vragen over deskundigheid van mensen die opleidingen verzorgen, zorgen over sommige mensen die een al te passieve (Yosé spreekt van een koloniale) houding aannemen, maar de eerste indrukken geven hoop.
Yosé Höhne schrijft dat in een dagboek aan de Raad van Kerken. Yose kwam op 9 augustus in het klooster in Suleymania (Irak), waar ze enkele maanden geleden nog was met een camerateam van de Evangelische Omroep. Inmiddels zijn er containers voor alle families, die dienen als behuizing. Er zijn ook drie exemplaren met een sociale functie: een voor theaterwerk, een voor de kleuters, een voor naailessen. Dit laatste, de naailes, is een intercultureel project. Yosé maakt er video-opnamen en laat daarbij zien hoe christenvrouwen en moslimvrouwen samen optrekken in de cursus. Eén van de vrouwen verwoordt: ‘Wij zijn toch zusters, wij zijn toch broeders van het boek!’, waarmee ze het belang van een interreligieuze samenleving blijft onderschrijven.
Yosé stelt vast dat er nieuwe plannen worden gemaakt. Ze noemt Jens als voorbeeld. Hij wil een volksuniversiteit beginnen. Het gaat om een opleiding die toegankelijk is voor diverse groepen die oefenen in democratie. Gedacht wordt daarbij aan een opleiding met vakken als menswetenschappen, religie-geschiedenis, mensenrechten en de geschiedenis van de VN. Een belangrijke slogan daarbij is: ‘Het moet een gebouw zijn, zichtbaar. Bouwen is nu een pastorale taak, het geeft de mensen hoop in deze oorlog’.
Foto: Yosé Höhne – Sparborth in Irak