Hoe gaan we om met geweldsteksten in de bijbel en in de koran? In het jodendom, het christendom en de islam zijn er verschillende interpretaties van teksten uit de bijbel en de koran. Dat geldt zeker ook voor die teksten die gaan over geweld. Veel pastores worstelen met deze geweldsteksten en vragen zich af hoe ze die moeten interpreteren en kunnen uitleggen aan hun parochianen en gemeenteleden. De beraadgroep Interreligieuze ontmoeting van de Raad van Kerken organiseerde er een studiebijeenkomst over op 1 juni in Utrecht. Zo’n veertig belangstellenden kwamen er op af.
Rabbijn Raphael Evers schetste de problematiek van oorlog en vrede vanuit het jodendom in een historisch perspectief. Het Hebreeuwse woord voor
vrede is ‘sjalom’, dat perfect betekent. In de joodse traditie staat dit begrip van perfecte harmonie centraal. Het jodendom is niettemin geen onvoorwaardelijke pacifistische religie. De wereldvrede is een ideaal, dat pas in de tijd van de Masjie’ach haalbaar is. Evers: “We maken een geestelijke groei door die ons in ieder tijdperk onder steeds veranderende omstandigheden weer voor nieuwe uitdagingen stelt. En hierbij richten we onze ogen op onze Vader in de Hemel en bidden wij voor de spoedige komst van het Messiaanse vredesrijk.”
De Rooms-Katholieke exegeet en priester Ron van den Hout zei dat het thema ‘geweld’ in het Nieuwe Testament vooral een hermeneutisch probleem is. Je moet de teksten lezen in eenheid met de gehele Schrift. Ook moet je rekening houden met de overlevering van heel de Kerk en met de analogie van het geloof. Het gaat volgens Van den Hout om de bereidheid de bijbel, goddelijk geïnspireerd, ook als een boek van mensen te accepteren. Van den Hout: “Het is aanstootgevend als geweld een fase is in de heilsgeschiedenis. Maar kijken we naar Sint Paulus. Hij heeft voor zijn bekering met geweld de eerste christenen vervolgd. Na zijn bekering is hij niet meer gewelddadig, omdat hij het kruis heeft leren zien. Paulus bekeert zich van het zwaard tot het woord.”
Yaser Ellethy van de Vrije Universiteit te Amsterdam legde uit dat je een concrete tekst altijd vanuit een historische setting moet lezen waarin het geopenbaard is. Ook moet je kijken naar de context van de koran en interpreteren vanuit het Arabisch. Daarbij komt het principe van het naskh (het opheffen van de interpretatie van een vers door de introductie van een nieuw vers) en het muhkam (het aangeven dat een vers zo helder is, dat het als een vast voorschrift kan gelden); daarnaast bestaat er zoiets als mutashabih (een vers dat juist onhelder is en discussie blijft oproepen).
Sahiron Syamsuddin van de Islamitische Staatsuniversiteit in Yogyakarta liet zien dat radicale moslims de koranverzen over geweld misverstaan omdat ze deze verzen op hetzelfde niveau plaatsen als de verzen over vrede. Hij benadrukte dat de geweldsteksten vaak ten onrechte letterlijk worden verstaan en dat hun tekstuele en historische context buiten beschouwing wordt gelaten. De mensen die IS verdedigen baseren zich op andere teksten dan zij die de mainstream van de islam vertegenwoordigen. Ze zien het zwaard-vers (Sura 9, vers 5) als normerend voor de omgang met niet-gelovigen, terwijl gematigde moslims zich laten inspireren door de teksten over vrede en tolerantie.
Een ander voorbeeld gaf Ellethy: de Jordaanse piloot die voor het oog van de wereld door IS werd verbrand. De extremisten beriepen zich op een tekst waarin iemand gestraft wordt met de maat waarmee hij zelf onrecht heeft gepleegd. Omdat de piloot vele mensen vermoordde met zijn bommenwerper was de verbranding volgens hen een logische straf. Het ging bij de geciteerde tekst echter om een situatie in Mekka waar Mohammed op reageerde. Een dergelijke tekst kun je niet losmaken van die oorspronkelijke situatie.
Berry van Oers
Foto’s van boven naar beneden: Jan Peter Schouten, het publiek, Ron van de Hout, Rabbijn Raphael Evers, Yaser Ellethy, Sahiron Syamsuddin, Ron van den Hout en Rabbijn Evers samen.