De protestantse kerken en de Rooms-Katholieke Kerk moeten als federatieve kerk samen verder. Onder die kop presenteert het Nederlands Dagblad een afscheidsinterview met dr. Arjan Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Om de scheuren te helen, zou Plaisier inzetten op een koepel van kerken. ‘Uit zo’n federatie kan voortvloeien dat je op een gegeven moment zegt: “Nu even doorpakken, dan zijn we over vijf jaar institutioneel een.” Dat moment is dichterbij dan ooit.’
De uitspraken van Plaisier zijn opmerkelijk, omdat hij in zijn actieve periode als scriba juist ook veel tijd gestoken heeft in ‘de oecumene van het hart’, waarbij het budget voor de institutionele oecumene wel eens wat onder druk kwam te staan. Inmiddels is zijn opvolger bekend, dr. René de Reuver, en Plaisier laat er met deze verklaring geen twijfel over bestaan, dat de institutionele oecumene aandacht vraagt in de toekomst. Hij gaat daarbij in het Nederlands Dagblad vooral in op de contacten tussen Rome en de kerken uit de Reformatie, kerken die in 2018 moeten streven naar een gezamenlijke avondmaalsviering, naar Plaisier eerder zei, onder meer in het Oecumenisch Bulletin. .
Hij gaat nu in het ND verder in op de organisatorische aspecten. Plaisier: ‘Rome – Reformatie is een serieus debat, maar je mag het niet zo principieel maken dat het twee kerken moeten blijven. Natuurlijk verschillen de kerkvisies wezenlijk, maar we hebben drie kwart van onze geschiedenis gemeen. De ernst van de tijd is zodanig, dat we elkaars betekenis moeten erkennen en als federatieve kerk verder kunnen.’
De Protestantse Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk zijn met elkaar in gesprek met het oog op de Reformatieherdenking in 2017. Plaisier: ‘Er komen twee brieven. De eerste is een gezamenlijke tekst van de Protestantse Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk voor de samenleving, waarin we uitleggen dat we, ondanks een gescheiden geschiedenis, samen getuigen van het evangelie willen zijn. Die brief verschijnt rond 31 oktober 2017.’
‘De tweede tekst is voor intern-kerkelijk gebruik. Die gaat vooraf aan de eerdergenoemde verklaring. We willen die ergens dit jaar publiceren. Op dit moment proberen we ook andere kerken te laten tekenen.’ ‘In de tweede brief spreken we over de gezamenlijke herdenking van de Reformatie, over de geschiedenis van verdeeldheid en strijd, maar ook over de belofte om verder te willen groeien in eenheid. Bij de herdenking van vijfhonderd jaar Reformatie, willen we naar buiten toe eenheid uitstralen.’ Over de protestantse kerkscheuring is Plaisier stellig: ‘De versplintering slaat werkelijk nergens op. Die is een grof schandaal.’
Om de scheuren te helen, zou Plaisier inzetten op een koepel van kerken. ‘Uit zo’n federatie kan voortvloeien dat je op een gegeven moment zegt: “Nu even doorpakken, dan zijn we over vijf jaar institutioneel een.” Dat moment is dichterbij dan ooit.’