In haar huizen een beroepsmilitair en een pubermeisje, althans dat zegt ze zelf. Uiteindelijk werd ze dominee. Doopsgezinde dominee. Jannie Nijwening. De remonstranten laten haar aan het woord in de jongste uitgave van AdRem, het tijdschrift van de remo’s. De uitgave is in zijn geheel gewijd aan het thema ‘discipline’, en de ondertitel ‘Over leven in overvloed’. Het is so wie so een aardig idee, dat je in je kerkelijk blad mensen van andere kerken aan het woord laat. Wij plaatsen hier een stuk, omdat Jannie Nijwening ook nog eens lid is van de Raad van Kerken. In haar bijdrage komt een kant naar voren, die voor sommigen dan toch weer verrassend zal zijn. Jannie Nijwening:
Toen me de vraag werd gesteld iets te schrijven over discipline en sport moest ik lachen want voor mij is de relatie tussen deze twee zaken niet zo eenduidig. Ik ben een nogal Bourgondische gereformeerde doopsgezinde. Toen ik begin twintig was dacht ik: als ik lekker wil blijven eten zal ik toch eens in beweging moeten komen. Anders blijf ik maar bezig met al die diëten. Samen met een kennis begon ik met een verantwoord opbouwschema: twee minuten hardlopen, drie minuten wandelen, twee minuten hardlopen, enz. Hijgend (op laarzen) draafde ik door het schemerige Deventer park. Dankzij mijn maatje heb ik volgehouden en toen ook de echte hardloopschoenen gekocht. Overal waar ik heb gewoond had ik mijn rondje van zo’n 8 kilometer. O ja, nog zoiets als het gaat om discipline: op de middelbare school rookte ik mijn eerste sigaret en mijn pogingen om te stoppen waren nooit succesvol voor de lange duur. ’s Avonds een laatste sigaret, de rest van het pakje verfrommeld of door het toilet gespoeld want: morgen begint de eerste dag van mijn nieuwe, gezonde leven! Terwijl ik de volgende dag door Deventer rende dacht ik al weer: waar koop ik nieuwe…. Discipline? In mij huizen een beroepsmilitair en een pubermeisje en ze lagen vaak overhoop. (Nu iets minder, maar ze zijn nog niet verhuisd).
In Belfast is het me gelukt om het roken op te geven (dat durf ik nu wel te zeggen) en daar rende ik vrolijk door katholieke en protestantse wijken. Sinds 2002 loop ik met of zonder mijn man Danijel, in de prachtige omgeving van Krommenie. Toen Danijel in 2009 besloot te gaan trainen voor de Dam tot Dam zag ik mezelf bij de finish staan met een bos bloemen. Totdat de gedachte bij me opkwam om het zelf ook te proberen. (…)
In 2014 riep een vriendin haar vrienden op om mee te lopen met de Nacht van de Vluchteling. Samen met Danijel vormden we gedrieën het team ‘Liever een blaar op je zool dan eelt op je ziel’. Ter voorbereiding hadden we een paar langere wandelingen gemaakt, maar de veertig kilometer hadden we bij lange na niet gehaald. In de nacht na Hemelvaartsdag om 0.00 uur gaf burgemeester Aboetaleb het startschot bij de Erasmusbrug in Rotterdam. Een lange, veelkleurige stoet zette zich in beweging richting Den Haag. Jong en oud, samen op weg, te voet, omdat we dromen van een wereldwijde broeder- en zusterschap. Ik durf niet te zeggen dat de zee ervaring maar in de verste verte lijkt op wat vluchtelingen meemaken. Ja, ik had blaren en spierpijn, maar onderweg was er muziek, koffie, water, broodjes, fruit. En in het Humanity House wachtte een medaille en een heerlijk ontbijt! God, wat zou ik dat die vluchtelingen gunnen.
We hebben nu twee keer gelopen onder dezelfde teamnaam. De datum voor volgend jaar staat genoteerd: 18 en 19 juni.(…)