Marja (Maria) van der Veen-Schenkeveld, oud-lid van het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken is 14 februari overleden. De begrafenis zal vrijdag a.s. plaatsvinden. Zo heeft de familie van haar meegedeeld.
Marja heeft de grote veranderingen in de Gereformeerde Kerken van nabij meegemaakt. Wie even zoekt op internet vindt daar verhalen over. Bijvoorbeeld in Digibron. We geven wat fragmenten weer. Marja was getrouwd met ds. Sam van der Veen, net als Marja predikant. Hij diende onder meer de plaatsen: Arum, Zwijndrecht, Rotterdam-Delfshaven, Krimpen aan den IJssel en Rijswijk.
Het echtpaar kreeg bekendheid omdat Marja van der Veen-Schenkeveld in de Gereformeerde Kerken de eerste vrouwelijke predikante was die met haar echtgenoot een plaatselijke gemeente diende. Eerst vervulde zij als theoloog functies binnen het landelijk gereformeerd jeugdwerk. Maar op 20 september 1970 verbond het echtpaar zich aan de gereformeerde kerk van Krimpen aan den IJssel. Tien jaar later werkte ze enige jaren voor het verpleeghuis “De Rustenburg” te Rotterdam-Delfshaven. .
Op de vraag of Marja van der Veen moest ”knokken” om de door veel vrouwen zo fel begeerde kansel te kunnen bestijgen, antwoordt ze ontkennend. ‘Helemaal niet’, zegt ze. ‘De snelle acceptatie van de vrouw in het ambt zat gewoon in de lucht’. Er veranderde zoveel in de Gereformeerde Kerken. ‘Toen ik veertien was’, aldus Marja van der Veen, ‘wist ik al dat ik later de kansel op wilde. Of ik wilde zendelinge worden. Dat leek me prachtig. Maar het werd gewoon predikante. En preken vind ik nog het aller leukste wat er is: de blijde boodschap vertellen’.
Marja van der Veen – Schenkeveld was één van de deputaten oecumene buitenland van de Gereformeerde Kerken, ze was ook lid van het Centrale Comité van de Wereldraad van Kerken en werd als afgevaardigde gezonden naar de Gereformeerde Oecumenische Raad (GOR). Marja van der Veen was ook lid van de plenaire Raad van Kerken in Nederland als lid van het Centrale Comité. Ze behoorde net als Marga Klompé tot de inner circle die Herman Fiolet, de eerste secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, adviseerde, en was tijdgenoot van Govaert Kok, jarenlang penningmeester van de Raad en ook lid van het Centrale Comité, maar dan vanuit de Oud-Katholieke Kerk.
‘Via het deputaatschap voor de zending kwam ik’, zegt Marja van der Veen, ‘toevallig terecht in het werk van de Wereldraad van Kerken. Dat kwam mooi uit. Want ik ben dol op reizen en de oecumene heeft me altijd geboeid. De assemblee in Nairobi was mijn eerste grote ”klus”. Ik belandde vanwege mijn vrouw-zijn al direct in het Centraal Comité. Zo reisde ik de hele wereld af. Na Nairobi ging ik naar Jamaica, Argentinië, Canada, Hannover, Moskou en vele andere steden en landen volgden’.
Zelf vond ze de assemblee van Vancouver (1983) het aardigst. Daarna werd het moeizamer met de oecumene. Maar de Wereldraad opheffen vond ze een slecht idee. ‘Neen, als je de raad vandaag zou opheffen, zou je hem morgen opnieuw moeten oprichten. In de Wereldraad zie je eenvoudig weerspiegeld hoe het in de kerken gaat. Wij zullen nu wat harder moeten werken aan de eenheid van het geloof’.