Het zal de oecumenici die het werk van de Raad van Kerken volgen, niet zijn ontgaan: De week van Gebed om Eenheid onder de Christenen is begonnen. Diverse media besteden er aandacht aan. Het Nederlands Dagblad is daar een voorbeeld van. Het christelijke medium brengt dagelijks een kort verhaal van iemand in een ander land die een relatie heeft met het thema. Waarvoor bidden ze? Wat vinden ze belangrijk? Wat verwachten ze van het gebed.
Om een idee te geven een fragment van één van de mensen die het Nederlands Dagblad aan het woord laat: dr. Helen Trowbridge (58) uit de Verenigde Staten. Het begin van een iets langer artikel:
‘Ik ben een rondreizende evangelist en kom daartoe ook al zeventien jaar in Nederland. Maar mijn thuisbasis ligt in een agrarisch gebied: Porterville, Californië. Wij bidden hier momenteel voor regen, want we kampen met een erge droogte. Dat heeft een enorm effect op de olijfbomen die hier groeien. De boeren halen ze nu uit de grond, want ze krijgen niet meer genoeg water.
Bidden is voor mij een gesprek hebben met God: ik praat en luister daarna naar zijn antwoord. Ik hoor zijn stem in mijn geest. Soms bevestigt deze stem mij, een andere keer corrigeert deze mij. Ik weet dat dit God is, want het antwoord strookt altijd met Gods woord, de Bijbel. Wanneer ik bid is het geen bedelsessie. Zo veel mensen bidden alleen wanneer zij een nood hebben. Dat is geen bidden, dat is bedelen. Waarom? Omdat echt bidden intimiteit is met God. Hoe kan ik God leren kennen, tenzij ik met Hem praat en Hem terug laat praten?’
Tot zover het fragment. Op honderden plaatsen in Nederland is afgelopen zondag de week van gebed om eenheid geopend met een viering in de kerk. Meer dan de helft van de gemeenten zet de gezamenlijke liturgie voort met bijeenkomsten in de week, vaak gaat het om korte gebedsdiensten, soms ook om momenten van gesprek en bezinning.
Soms sturen mensen iets van hun ervaringen aan het bureau. Ter inspiratie daarvan een voorbeeld. Ds. Véronique Lindenburg, predikant van de Nieuwendammerkerk in Amsterdam, zei onder meer in haar overweging op de zondag van de week van gebed:
‘De mensen in Letland kozen deze tekst uit, van de apostel Petrus aan gelovigen in Rome: “U bent een koninkrijk van priesters, geroepen om de machtige daden van de Heer te verkondigen. Nu hoort u bij God’s volk”: De mensen in Rome, de christenen van Rome, zijn één geworden met de joden, zegt Petrus, zij delen dezelfde God, dezelfde vreugde en soms ook hetzelfde lot. En zijn priesters geworden, verantwoordelijken, mensen die dicht bij God zijn, die zijn woorden kunnen spreken, zijn toekomst kunnen schetsen, het dagelijks leven inspireren – tot welzijn van mensen, tot eer van Zijn Naam.
Dat, zeggen de mensen in Letland de wereld aan het begin van dit jaar: betrekken wij op onszelf. Wij horen er ook bij. Bij de wereldkerk. Wij willen getuigen van de hoop die in ons is, van de toekomst die we voor ons zien. Het verleden laten we achter ons, wij mogen opnieuw beginnen. En, zeggen de Letten, we hopen dat dat door christenen in de hele wereld zo beleefd wordt’.
Bron: Nederlands Dagblad, buro Raad van Kerken