Het is niet de meest voor de hand liggende plaats om de kerk te presenteren. De Stichting Oude Friese Kerken bestaat 45 jaar en één van de plaatsen waar daarbij wordt stilgestaan is in het Natuurmuseum in de Friese hoofdstad. Deze zomer is er een speciale expositie te zien onder de titel ‘Goddelijk Groen’.
Eigenlijk is er alleen in de eerste zaal van het Natuurmuseum een geopende Bijbel te zien. Er ligt een rood raster op bij Psalm 84, over de mus en de zwaluw die een nest vinden in het huis van de Heer. Verder kom je in de expositie geen Bijbel en kerkelijk getuigenis tegen. De stichting presenteert zich als een cultuurfenomeen. Hans Willems, hoofdredacteur van een blad van de stichting, zegt dat direct al in een eerste zin in een blad dat je krijgt als je het museum bezoekt: ‘Denk kerken weg en Fryslan is Fryslan niet meer’. De kerk is niet in het landschap geplaatst, de kerk maakt deel uit van en is drager van het natuurschoon, zo is de gedachte. Een kerk die verdwijnt, leidt tot een verarming van wat je aan flora en fauna beleeft.
Het wemelt in Friesland van de kleine dorpen. Elk dorp heeft in het verleden wel een kerk gekregen. En met de verandering van de spirituele betrokkenheid van mensen bij de kerk en het gegeven dat dorpen beduidend minder huizen mogen bouwen dan grote steden, is het lot van nogal wat kerken beslecht. De Stichting Oude Friese Kerken (Alde Fryske Tsjerken) probeert de meest unieke kerkelijke gebouwen van de ondergang te redden; 45 kerken zijn inmiddels met een bruidschat overgegaan van kerkelijk bezit naar stichtingseigendom.
De Stichting heeft onlangs voor het eerst ook een kerk in de stad Leeuwarden (Huizen) overgenomen. Een bijzondere kerk, aldus voorzitter Jan Kersbergen, ‘De Dorpskerk heeft een uniek interieur, met een heel bijzondere preekstoel, de enige middeleeuwse in Friesland’.
Wie de expositie bezoekt, wordt zich opnieuw bewust van de diertjes, torretjes, vogeltjes, schimmels die in de kerk, onder en boven de kerk te vinden zijn. In het atrium heeft het museum een kerkje nagebouwd met aan de ene kant een gerestaureerd gezicht op de kerk en aan de andere kant een kerk in verval. De dieren zouden zich ongeremd van het ene naar het andere deel begeven ware het niet dat ze opgezet zijn.
De kinderen kunnen in het atrium zelf een kerk nabouwen van lego. ‘Moet het per se een kerk zijn, mam?’, dramt één van de kinderen die aan het bouwen is. ‘Een gewoon huis is toch ook mooi?’. Het zou als geloofsuitspraak binnen de gereformeerde conventikels een zeer aanvaardbare gedachte zijn, maar de moeder heeft in dit geval in de gaten dat een meer rooms-katholieke visie op het bijzondere van het kerkelijk gebouw op zijn plaats is: ‘Nee, Syp, er moet een toren bij. Mensen moeten wel kunnen zien dat het een kerk is’. En om het probleem op te lossen plaatst het kind van amper zes een haantje op een blokje als sluitstuk van zijn kerkbouw.
Wie de expositie wil bezoeken, moet er snel bij zijn. Deze maand kan het nog. Overigens gaat het werk van de Stichting gewoon door en men presenteert zich ook verder in het najaar, onder meer met een jubileumexcursie op zaterdag 3 oktober (www.aldefrysketsjerken.nl).
Kerk en natuur krijgen dit najaar extra aandacht bij de Raad van Kerken, in het kader van de pelgrimage van gerechtigheid en vrede. Er vinden wandeltochten plaats die het belang onderstrepen van een zorgvuldig klimaatbeheer, te verankeren op de klimaattop in Parijs, begin december dit jaar.
Foto’s
1. Kerk nagebouwd in het atrium
2. Zelfs de mus en de zwaluw vinden een plek
3. Diverse maquettes van kerken nagebouwd met luciferstokjes
4. Kind van zes als architect van een lego-versie, ‘er moet een toren bij’