Er zijn wereldwijd 215 miljoen migranten. Iedereen heeft dus wel iemand in de buurt wonen, die elders is geboren. Er is altijd wel een ‘ander’ die invloed uitoefent op wie ik zelf ben en hoe ik mezelf opstel.
Dat is de rode draad in een uitgave van de Nederlandse Zendingsraad, die onlangs is verschenen. Het gaat om een nieuw initiatief, de uitgave van een cahier. De NZR wil met de nieuwe serie reflectie en toerusting aanbieden over missionaire en missiologische thema’s. De eerste uitgave gaat over pelgrimage.
De Wereldraad van Kerken publiceerde in 2013 het rapport ‘The ‘Other’ is my Neighbour’. De Nederlandse Zendingsraad was betrokken bij de totstandkoming van dit document. In samenwerking met SKIN (Samen Kerk in Nederland) is er nu een Nederlandse vertaling gemaakt, die het hart van de voorliggende uitgave vormt. Er is nog een tweede document vertaald en toegevoegd aan de uitgave. Het gaat om de verklaring, eveneens uit 2013, over migranten van Churches Witnessing With Migrants, een internationaal platform van kerken en migranten die lobbyen bij overheden om de situatie van migranten te verbeteren.
Dr. Gerrit Noort, directeur van de NZR, vergelijkt de beide uitgaven met elkaar. Naast overeenkomsten ziet hij ook accentverschillen. De CWWM roept overheden met klem op tot het beschermen van menselijke waardigheid en rechten van migranten. ‘De benadering van de CWWM kan er gemakkelijk toe leiden dat we spreken over de migrant als de ‘ander’. Wij moeten zorg dragen voor hun bewegingsvrijheid en bescherming. Dat brengt het risico met zich mee, tegen alle bedoelingen in, dat de migrant tot een object wordt over wie gesproken en besloten wordt. Het is daarom van belang te zien dat CWWM ook spreekt over de migrant als ‘subject’. Migranten organiseren zichzelf, zij overleggen zelf met overheden, zij geven zelf aan waarop hun hoop gevestigd is’.
De Wereldraad spreekt over migranten in relatie tot de pelgrimage. ‘Deze benadering, de erkenning dat we allemaal vreemdelingen en pelgrims zijn, biedt wellicht betere mogelijkheden om tot waarachtig partnerschap te komen. Met deze beeldspraak erkennen we immers dat we allemaal onderweg zijn en dat we elkaar nodig hebben om zowel de tijdelijke pleisterplaats als ook de missie gestalte te geven. Het kan helpen om het wij-zij-onderscheid te overstijgen. Maar in deze benadering schuilt ook een risico. Niet-migranten kunnen zich al te gemakkelijk de migratie-ervaring toe-eigenen. Theologisch mag het weliswaar correct zijn om te spreken van een gedeelde ervaring van het ‘vreemdelingschap’, maar het zijn migranten die ervaren wat uisluiting en uitbuiting betekenen. Leven in solidariteit met migranten verandert dat niet. De intentie om te spreken over ‘wij’, en niet meer ‘wij en de ander’, kan paternalistisch zijn en de diepte van ervaren onrecht ontkennen’.
Janneke Doornebal heeft aan de uitgave een praktische handreiking toegevoegd, waarmee het cahier geschikt is om in een plaatselijke gemeente te gebruiken. Een deel van deze handreiking is door de Raad overgenomen op de website, bij het onderdeel ‘pelgrimage’ (materialen). Het materiaal zal ook aan de orde komen tijdens de inspiratiemiddag die de Raad organiseert op 25 september. Het aardige is dat het NZR-Cahier het zesde tijdschrift is dat in korte tijd als special gewijd is aan de pelgrimage, zonder overigens met andere tijdschriften te dubbelen. Het missionaire geluid geeft een eigen accent. Eerder verschenen er in korte tijd specials over de pelgrimage van: Herademing, Volzin, Woord en Dienst, Oecumenisch Bulletin en Kerkinformatie.
Wie het cahier ‘De ‘ander’ woont naast mij’ wil ontvangen, kan het bestellen bij de NZR, Hoofdstraat 51, 3971 KB Driebergen, www.zendingsraad.nl.